Categorie:Oud-Hollandse spreekwoorden
Uit FOK!wiki
Op 26 april 2010 opende Tha_Erik dit topic in TTK, gebaseerd op een ONZ-topic uit 2007.
De bedoeling:
Verzin bij een spreekwoord van je voorganger: - de achtergrond/oorsprong van het spreekwoord - de korte betekenis in deze tijd - een gebruiksvoorbeeld
Verzin een nieuw oud-Hollands spreekwoord nadat je een gepost spreekwoord hebt uitgelegd en plaats het dikgedrukt in je post.
Er mag voor informatie gebruik worden gemaakt van bijvoorbeeld Wikipedia, om een verhaal op flarden van feiten te baseren.
[categorie:TTK]
Pagina’s in categorie "Oud-Hollandse spreekwoorden"
Deze categorie bevat de volgende 135 pagina’s, van in totaal 135.
A
B
D
- De berenpoot over de boeg werpen
- De beurs met riet dichtbinden
- De bloemen van het servies krabben
- De borst op de rug binden
- De emmer in de rietkraag zetten
- De geit vetmesten
- De grote wijzer plakken
- De haring vergokken
- De haven zien branden
- De hennen bij de pinken zetten
- De hoenders in het net hangen
- De kat op tafel binden
- De kip door de kolenkit halen
- De kribbe over de Lethe sturen
- De mollen boven de grond praten
- De neus van de koe likken
- De pap met de trechter opdienen
- De pauw volgen
- De pijl achterstevoren op de boog leggen
- De poes strelen als ze net gewassen is
- De polsstok naast je bed vinden
- De spink bij de flor trachelen
- De Tafel Omdraaien
- De teen van een kameel tonen
- De ton bij het spek zetten
- De vlag om de kop binden
- De wezel over het veld werpen
- De windvaan in de luwte zetten
- De zon in je broekzak hebben
- Drie rondjes om Java varen
- Drop onder je tong hebben
- Drop onder je tong hebben (2)
E
- Een burgemeester bij de Sinterklaasintocht in oorlogstijd zijn
- Een draad van het onderwerp scheiden
- Een eitje scheren
- Een haar in zijn glas vinden
- Een koolmees in het waterhoofd hebben
- Een krom kompas volgen
- Een Romeinse aars aansteken
- Een schaap door het veen zien vliegen
- Een scheet in de vlindertuin laten
- Een sleutel tussen de tenen hebben
- Een spiegel in je zak hebben
- Een steen in je beker vinden
- Een volle pot cadeau doen
- Eieren over de kerk gooien
G
H
- Hennep tussen de rogge zaaien
- Het anker vooronder leggen
- Het blauw uit de lucht staren
- Het boek in de melk dopen
- Het graan met de sokken dorsen
- Het groen uit de matten kloppen
- Het kind aan de molenwiek binden
- Het mes onderhands aangeven
- Het plakband plakt niet voor niets aan één zijde
- Het schilderij achterstevoren in de lijst hangen
- Het spuw uit de kachel slaan
- Het wiel van de berg rollen
- Het zand aan land brengen
- Het zwabberaapje pakken
- Honden met kattenoren kweken
I
M
- Met appels een kip slachten
- Met botte ijzers schaven
- Met de billen bloot (zitten) op de paus zijn schoot
- Met de paarden suikerklontjes eten
- Met de palingen dansen
- Met druppels de halmen weken
- Met een botte schaar is het slecht varkens porren
- Met een korte rok de zee in gaan
- Met een paskip niet tevreden zijn
- Met Hugenoten is het slecht wier steken
- Met je skeelers op de foto
- Met kar en paard de heks vervoeren
- Met paarse inkt schrijven
- Met stenen bouwt men geen houten huizen.
- Met twee tanden een erwt eten