Sociale wetenschap

Uit FOK!wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Inleiding[bewerken]

Sociale wetenschap houdt zich, zoals de term al impliceert, bezig met sociale vraagstukken. Bij sociale vraagstukken kan worden gedacht aan hoe een land, gemeente of organisatie te besturen, aan hoe verschillende culturen met elkaar omgaan en aan hoeveel invloed normen en waarden op mensen hebben. Over het algemeen valt te stellen dat sociale vraagstukken handelen over een groep mensen en hun relaties tot elkaar. In dat licht spreken sociale wetenschappers ook niet over mensen, maar over 'actoren'. Sociale wetenschappers zijn niet zozeer geinteresseerd in de mens zelf, maar wel in de rol die hij ten opzichte van andere mensen speelt. 'De mens' als entiteit is fysiek gezien meer het terrein van de biologie en psychisch gezien meer het gebied van de psychologie. Alhoewel de laatste in sommige gevallen wel in verband valt te brengen met sociale wetenschappen, worden beiden niet direct gerekend tot de sociale wetenschappen.

Geschiedenis[bewerken]

Sociale wetenschappen zijn betrekkelijk jonge wetenschappen. In tegenstelling tot de twee traditionele vormen van wetenschap, geesteswetenschappen en natuurwetenschappen, is sociale wetenchap pas tot bloei gekomen in de negentiende eeuw. Dit valt op verschillende manieren te verklaren. Zo valt de opkomst van sociale wetenschappen te zien als en gevolg van het Verlichtingsdenken. Naast dat in de Verlichting de nadruk werd gelegd op zaken als empirisme, stelden veel Verlichtingsdenkers ook de vraag hoe de samenleving eruit zou moeten zien; en hierbij leverden ze ook in toenemende mate op traditionele structuren. Zo wordt Adam Smith met zijn bekende werk An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations gezien als de grondlegger van het kapitalisme. Ook andere denkers uit de achttiende eeuw als Immanuel Kant (Kritik der praktischen Vernunft) en Jean-Jacques Rousseau (Le contrat social) schreven, nog altijd gelezen werken, over de maatschappij en sociaal gedrag. Uit deze Verlichtingsfilosofie is in de achttiende eeuw langzaam de sociale wetenschap ontsprongen; niet alleen werd nu de maatschappij beoordeeld en gefilosofeerd wat de ideale maatschappij zou zijn, ook werd op meer objectieve wijze gekeken hoe de maatschappij nu werkelijk in elkaar stak. Een andere verklaring is de opkomst van de industri�le revolutie gedurende de negentiende eeuw. Voor het eerst ontstonden op grote schaal de steden zoals we ze nu nog steeds kennen. Kleine dorpen, zoals in de Engelse midlands, groeiden opeens uit tot massasteden. De besloten plattelandsculturen werden ingeruild voor de kosmopolitische industrieculturen, waarbij plots compleet nieuwe sociale problemen ontstonden. Daarnaast gaf de [[industri�le revolutie]] mensen de gelegenheid en meer wereldse blik aan te nemen; waarbij voorheen reizen een duur, moeizaam en onveilig avontuur was, gaven stoomschepen en treinen mensen nu de gelegenheid binnen relatief korte tijd hele delen van de wereld te zien. Dit opende de ogen van academici, die zich begonnen af te vragen wat nou de impact van de industri�le revolutie op de maatschappij was; nog altijd is de tijd van de industri�le revolutie een sleutelgebied binnen verscheidene sociale wetenschappen.