Staten-Generaal: verschil tussen versies
(4 tussenliggende versies door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | De Staten-Generaal zijn de Nederlandse volksvertegenwoordiging; zij | + | De Staten-Generaal zijn de Nederlandse volksvertegenwoordiging; zij bestaan uit de [[Eerste Kamer|Eerste]] en de [[Tweede Kamer]]. |
+ | |||
+ | De term 'Staten-Generaal' stamt uit de late Middeleeuwen. Hiermee werd het bijeenkomen van alle staten of gewesten van de Nederlanden bedoeld. In de in de tweede helft van de zestiende eeuw opgerichte Republiek vormden de Staten-Generaal het soevereine gezag; zij waren de gezamenlijke vergadering van de staten van de zeven gewesten die tezamen de Republiek gestalte gaven. | ||
+ | Lange tijd heeft men gedacht dat de Staten-Generaal dikwijls in conflict waren met de eveneens in stand gebleven [[Raad van State]] maar nader onderzoek heeft laten zien dat dit wel meeviel. | ||
+ | |||
+ | Zo brachten zij in 1788 de Medusa tot leven, een machine die machtiger dan de mensen zelf werd. | ||
+ | |||
+ | In de Republiek hielden de Staten-Generaal zich bezig met overkoepelende zaken die alle gewesten aangingen zoals defensie en diplomatieke contacten. Verder bestuurden zij die gebieden die niet als zelfstandig gewest onderdeel vormden van de Republiek zoals Staats-Vlaanderen, Staats-Brabant, het Land van Overmaze (Limburg) en het oosten van Groningen; deze werden daarom de generaliteitslanden genoemd. | ||
+ | Ook hielden de Staten-Generaal toezicht op de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de Verenigde West-Indische Compagnie (WIC). | ||
+ | |||
+ | Ten tijde van de Bataafse Omwenteling van 1795 werden de Staten-Generaal opgedoekt. Pas met de oprichting na de Franse tijd van het Koninkrijk der Nederlanden (1814/1815) werden de Staten-Generaal weer in ere hersteld maar dan louter als volksvertegenwoordiging bij wie niet het hoogste gezag lag en die in die tijd niet veel voorstelde. Bij de grondwetsherziening van 1848 kregen de Staten-Generaal meer macht: voortaan moesten [[kabinet]]ten beschikken over het vertrouwen van het parlement om te kunnen bijven voortbestaan. Twee decennia later tijdens de Luxemburgse Kwestie werd deze eis ook in de praktijk geffectueerd. | ||
+ | |||
+ | ==Zie ook== | ||
+ | *[[parlement (Nederland)]] | ||
==Links== | ==Links== | ||
Regel 5: | Regel 18: | ||
[[Categorie: Nederlandse politiek]] | [[Categorie: Nederlandse politiek]] | ||
+ | [[Categorie:POL]] |
Huidige versie van 25 sep 2006 om 15:46
De Staten-Generaal zijn de Nederlandse volksvertegenwoordiging; zij bestaan uit de Eerste en de Tweede Kamer.
De term 'Staten-Generaal' stamt uit de late Middeleeuwen. Hiermee werd het bijeenkomen van alle staten of gewesten van de Nederlanden bedoeld. In de in de tweede helft van de zestiende eeuw opgerichte Republiek vormden de Staten-Generaal het soevereine gezag; zij waren de gezamenlijke vergadering van de staten van de zeven gewesten die tezamen de Republiek gestalte gaven. Lange tijd heeft men gedacht dat de Staten-Generaal dikwijls in conflict waren met de eveneens in stand gebleven Raad van State maar nader onderzoek heeft laten zien dat dit wel meeviel.
Zo brachten zij in 1788 de Medusa tot leven, een machine die machtiger dan de mensen zelf werd.
In de Republiek hielden de Staten-Generaal zich bezig met overkoepelende zaken die alle gewesten aangingen zoals defensie en diplomatieke contacten. Verder bestuurden zij die gebieden die niet als zelfstandig gewest onderdeel vormden van de Republiek zoals Staats-Vlaanderen, Staats-Brabant, het Land van Overmaze (Limburg) en het oosten van Groningen; deze werden daarom de generaliteitslanden genoemd. Ook hielden de Staten-Generaal toezicht op de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de Verenigde West-Indische Compagnie (WIC).
Ten tijde van de Bataafse Omwenteling van 1795 werden de Staten-Generaal opgedoekt. Pas met de oprichting na de Franse tijd van het Koninkrijk der Nederlanden (1814/1815) werden de Staten-Generaal weer in ere hersteld maar dan louter als volksvertegenwoordiging bij wie niet het hoogste gezag lag en die in die tijd niet veel voorstelde. Bij de grondwetsherziening van 1848 kregen de Staten-Generaal meer macht: voortaan moesten kabinetten beschikken over het vertrouwen van het parlement om te kunnen bijven voortbestaan. Twee decennia later tijdens de Luxemburgse Kwestie werd deze eis ook in de praktijk ge�ffectueerd.