Met Hugenoten is het slecht wier steken
Dit spreekwoord is afkomstig uit dit topic in TTK.
Link naar forumpost
Oorsprong:
Hugenoten, zoals Protestanten enkele eeuwen geleden ook wel genoemd werden, verdienden hun kost voornamelijk met landbouw, veeteelt en visserij. Een belangrijk onderdeel van de visserij was het zogenaamde wier steken. Omdat vis alleen voor de edelen en rijke burgers was weggelegd, maar ook de gewone burgers graag van zeebanket wilden genieten, aten zij vaak zeewier. Omdat dit wier vaak als restant aan de vissersboten bleef zitten, moest het er met een soort beitel afgestoken worden. Omdat de Hugenoten dit als een minderwaardig kawei beschouwden, voornamelijk omdat het wier rechtstreeks naar de armelui ging en zij hier niet mee geassocieerd wilden worden, lieten ze dit stinkende werkje dan ook over aan de bedelaars. Deze werden echter niet goed behandeld door de Hugenoten en kregen nauwelijks iets betaald voor hun geleverde arbeid. Vandaar 'met Hugenoten is het slecht wier steken'.
Betekenis:
Je te goed voelen voor bepaalde werkzaamheden en deze vol minachtig aan derden overlaten.
Voorbeeld:
De baas van de ketchupfabriek spreekt laagdunkend over het dopjesdraaidepartement. Hij is een echte Hugenoot met wie het slecht wier steken is.