Wicca
[[Categorie:TRU]] [[Categorie:TRUspiritueel]]
Inhoud
Wat is Wicca?
Wicca is, kortgezegd, een religie die zich sterk richt op de natuur. Wicca's geloven in eerste instantie in twee godheden: de God (zon) en de Godin (maan). Een deel van de heksen prefereert het om deze entiteiten naam- en gezichtsloos te laten; een ander deel gebruikt de goden uit (oude) pantheons om diverse aspecten van de God of de Godin aan te roepen. Hierbij zijn er mensen die een specifiek pantheon gebruiken, maar ook wicca's die diverse culturen combineren. Dit zijn de zogenaamde eclectische wicca's. Wicca wordt vaak gelijkgesteld aan hekserij. Dit is echter niet hetzelfde. Bij wicca speelt het religieuze deel een grote rol; bij hekserij is dit veel minder tot helemaal niet. Beide levensbeschouwingen (als je ze zo mag noemen) vallen wel onder het moderne heidendom of paganisme.
Polariteit
De polariteit tussen God en Godin is ongeveer het belangrijkste aspect van wicca. Dit betekent dat de tegengesteldheid tussen God en Godin, mannelijk en vrouwelijk, van groot belang is. Deze wisselwerking tussen beide krachten is met name goed te zien in het Wiel van het Jaar, waarin de Godin een belangrijke rol speelt als ontvangende kracht van de vruchtbaarheid en de God vooral een gevende kracht is. Naast de polariteit tussen God en Godin speelt de polariteit tussen goed en kwaad ook een rol. Wicca's beschouwen hun Goden niet als de ultieme goedheid, zoals bijvoorbeeld het christendom het ultiem goed kent als God en het ultieme kwaad als Satan. Beide, zowel goed en kwaad, zijn een onderdeel van de Goden. Voor nieuwe vruchtbaarheid moet er destructie zijn, om goed te kennen moet men ook kwaad kennen.
Pentagram
Een van de belangrijkste symbolen van wicca is het pentagram, ofwel de vijfpuntige ster met doorgetrokken lijnen. In de wicca worden de vijf punten van de ster gezien als representatie van de vijf elementen: lucht, water, aarde, vuur en geest. Het pentagram wordt in de rituelen gebruikt en eveneens als sieraad gedragen; men ziet het dan als talisman ter bescherming. Het pentagram is een van de redenen waarom wicca's worden aangezien voor satanisten; deze gebruiken het symbool eveneens. Er wordt vaak beweerd dat het pentagram met de punt omhoog het wiccateken is, met de punt naar beneden een satanisch teken. Dit is echter onjuist. Wicca's maken ook gebruik van het omgekeerde pentagram, al gebeurt dit niet vaak.
Tradities
Wicca heeft, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Rooms-Katholicisme, geen centraal gezag. De persoon die verantwoordelijk wordt gehouden voor de opleving van wicca in de jaren vijftig van de vorige eeuw, Gerald Gardner, heeft in zijn tijd aangezet tot de allereerste en bekendste stroming van deze religie, de zogenaamde Gardneriaanse wicca. In navolging van Gardner zijn er verscheidene mensen geweest die hun eigen wiccastroming hebben ontwikkeld: bekende namen zijn de Alexandrijnse wicca, de Saksische wicca en Dianische wicca. Met zijn boek Wicca - A guide for the Solitary Practioner heeft Scott Cunningham gezorgd voor een opmars aan wicca's die buiten groepen werken, in hun eentje dus: de zogenaamde solitary's. Met name onder de solitary's is er een enorm rijke schakering van idee�n over wicca.
Geschiedenis van Wicca
Wicca werd eigenlijk pas bekend toen Gerard Gardner in 1954 in zijn boek Witchcraft Today openbaar sprak over wat hij de hekserij noemde. Gardner zegt in dit boek dat in 1939 werd ingewijd in een geheime coven, een heksenkring. Omdat tot 1951 de hekserij in Engeland, zijn thuisland, verboden was, werkten deze coven in het geheim. Nadat dit verbod in 1951 werd opgeheven schreef Gardner zijn boek. Hierin koppelde hij terug naar het boek The Witch Cult in Western Europe, dat in 1921 door de antropologe Margaret Murray werd geschreven. In dit boek beschreef Murray dat zij in rechtbankverslagen uit de tijd van de heksentribunalen aanwijzingen heeft gevonden dat de beschuldigingen van de kerk op het gebied van hekserij geen complete onzin zijn. Zij concludeerde dat hekserij een georganiseerde voorchristelijke godsdienst was, die ononderbroken was doorgegeven vanaf de prehistorie. Haar beweringen werden deels door Gardner overgenomen. Tegenwoordig verschillen de meningen over het manuscript van Murray. Een deel van de heksen beroept zich terug op eeuwenlange tradities die in familieverband werden doorgegeven. Een ander deel noemt de theorie onzin. Wellicht zouden er voor Gardners tijd "heksen" zijn geweest die werkten met natuurkracht of een Godin aanbidden, maar zij stellen vraagtekens bij de mate van organisatie of ononderbroken doorgave van de traditie. Bovendien vinden een aantal wicca's dat de huidige wicca teveel verschilt van de tradities van eeuwen geleden om nog van dezelfde religie te mogen spreken.
Wiel van het Jaar
Een belangrijk onderdeel van het wicca-geloof vormen de jaarfeesten, ook wel sabbats genoemd. Deze acht feestdagen vormen samen het Wiel van het Jaar, het levensverhaal van de God en de Godin. Behalve dat de sabbats het leven van de Goden en zo de weg van geboorte-dood-wedergeboorte uitbeelden, was elke datum vroeger ook van belang in de natuur. Zo is Imbolc van oorsprong een ploegfeest, waarbij het land voor het eerst omgeploegd werd na de winter. Lammas was een oogstfeest, wanneer het graan werd binnengehaald. Nu de meeste mensen steeds verder af komen te staan van het plattelandsleven en het ritme van de oogst verandert door bijvoorbeeld het gebruik van kassen, worden de symbolische betekenissen van de feesten steeds belangrijker.
Om het verhaal te beginnen, is het het gemakkelijkst om bij Joel te starten. Joel is ook bekend als Midwinter, de kortste dag van het jaar. Omstreeks 22 december vieren de wicca's het feit dat hun Godin een zoontje heeft gebaard, de God. De tweede sabbat is Imbolc (2 februari), ook wel Candlemas genoemd. Van deze dag wordt gezegd dat de Godin uitrust van haar baring, het wordt dan ook wel Vrouwendag genoemd. Tevens is dit, zoals eerder gezegd, het ploegfeest. Op Ostara, of Vernal (omstreeks 21 maart), viert men het begin van de lente. De God groeit op onder bescherming van zijn moeder, naarmate hij opgroeit keert de zon terug op de aarde en lengen de dagen. Op 1 mei komt Beltane/Beltain, ook bekend als Mei- of Walpurgisnacht. Dit is een van de bekendste heksenfeesten, die ook regelmatig genoemd wordt in de tijd van de inquisitie. Het is het feest van de liefde. De Zonnegod is een volgroeide man geworden, en deze nacht legt hij zich neder naast de Godin en bezwangert zijn koningin.
Litha, ofwel Midzomer, viert omstreeks 21 juni de hoogste stand van de zon. De kracht van de Zonnegod is op zijn piek! De volgende sabbat volgt op 2 augustus en wordt Lammes of Lughnasadh genoemd. Dit is in eerste instantie een graanfeest, het moment waarop het graan van de velden wordt gehaald. De kracht van de god is overgegaan in het graan. 23 September is het tijd voor Mabon, het begin van de herfst. Nu is de oogst van de wijn. Ook wordt gezegd dat de god nu aan het eind van zijn krachten is, en sterft. De laatste sabbat is ook een van de bekendste. Hallowe'en of Samhain is ook bekend vanuit oudere teksten en is bekend als het feest van de doden en de geesten. De geest van de God heeft de oversteek gemaakt naar de Onderwereld of Zomerland, en wacht op de juist tijd om opnieuw te incarneren. Dit zal tijdens het Joelfeest zijn.
Magie
Magie is een belangrijk onderdeel van wicca. Het is vaak de magie die de mensen naar wicca lokt, het idee dat ze op de een of andere bovennatuurlijke manier iets aan hun eigen lot kunnen veranderen. Magie wordt op vele manieren beoefend in de wicca. Aan de ene kant worden er tijdens de jaarfeesten en diverse andere dagen (maanfeesten, trouwdagen etcetera) complete rituelen opgevoerd, aan de andere kant steken de wicca's soms simpelweg een kaarsje op om extra energie in een bepaalde richting te sturen. Er wordt met name veel gebruikgemaakt van technieken zoals visualisatie en meditatie, maar wordt er geprobeerd om in een trance te komen door bijvoorbeeld teksten op te dreunen (chanten) of te drummen.
Rituelen
Rituelen worden in wicca vooral opgevoerd tijdens de jaarfeesten. Zij kennen een gedeeltelijk vaste opzet, waarbinnen vaak een eigen invulling wordt gebracht. Een ritueel begint vaak met het trekken van de Cirkel. Met behulp van de Cirkel wordt een magische ruimte opgewekt, waarbinnen de wicca's zich beschermd voelen voor negatieve krachten van buitenaf. Ook wordt de Cirkel gezien als een plek waarin de opgewekte krachten zich kunnen bundelen en versterken, omdat zij in de ruimte gevangen blijven tot zij worden vrijgelaten. Binnen de Cirkel vindt het ritueel plaats. Na afloop van het ritueel wordt de Cirkel weer geopend. Een tweede onderdeel van een ritueel is de "cake-en-wijn"-ceremonie. Hierbij worden door de heksen in de coven voedsel en drank gedeeld. Dit onderdeel van het ritueel doet een beetje denken aan de Katholieke communie.
Wetten
Magie is in de wicca niet grenzeloos goedgekeurd. Er zijn een aantal regels die men in acht neemt, waarvan er twee door bijna alle wicca-volgelingen worden aangenomen. De Wiccan Rede en de Drievoudige Wet waarschuwen ervoor om magie niet te gebruiken om te schaden. De Wiccan Rede zegt dan je moet doen wat je zelf wilt, mits het niemand schaadt. De Drievoudige Wet zegt dat alles wat doet, drie keer zo hard bij je terugkomt: boontje komt om zijn loontje. Deze twee "wetten" gelden volgens de meeste wicca's trouwens niet alleen voor de magie, maar voor al het handelen van de wicca. Daarnaast hebben veel covens en solitary's nog extra principes waar zij zich wat magie betreft aan houden. Zo vindt de een dat magie niet gebruikt mag worden voor persoonlijk gewin en zegt de ander dat magie niet gebruikt mag worden in conflict met andermans vrije wil. Deze denkbeelden verschillen echter per persoon.
Andere "occulte" zaken
Wicca's maken vaak gebruik van andere occulte/esoterische kunsten, zoals bijvoorbeeld divinatie of (geneeskrachtige) kruiden. Deze dingen hebben echter niet direct iets met wicca te maken. Wel vindt een groot deel van de wicca's dat een goede wicca zichzelf moet trainen in deze randkennis en hebben veel wicca's een of meerdere gebieden die zij tot hun specialiteiten rekenen. Wicca wordt veelal beschouwd als niet alleen een religie, maar ook een kunde. In het kader van deze kunde is vele jaren training nodig, waarin onder andere kennis van en vaardigheid met deze randgebieden wordt opgedaan.
Inwijding
Wicca is een inwijdingstraditie. Dat betekent dat er na een periode van opleiding (traditioneel een jaar en een dag) een inwijding volgt, waarna de leerling een volledige wicca is. Vanuit de Gardneriaanse traditie kennen we drie inwijdingen en vier graden. Wanneer een ge�nteresseerde begint aan de opleiding, is hij een zogenoemde neofiet. Gedurende een bepaalde opleidingsperiode leert de neofiet de basisbeginselen van wicca, waarna hij voor de eerst keer wordt ingewijd. Bij deze inwijding neemt hij zijn magische naam aan, een geheime naam. Het aannemen van een nieuwe naam symboliseert de overgang naar een nieuwe levensperiode. Daarom nemen veel wicca's na de volgende inwijdingen ook nieuwe magische namen aan. Na de eerste inwijding is de leerling een priester, of eerstegraads wicca. Hij kan hierna nog twee graden stijgen; als derdegraads priester is hij in staat om zijn eigen coven op te richten en als hogepriester (covenleider en leider van rituelen) op te treden.
Hogepriester(es)
Aan de leiding van een coven staat meestal de hogepriesteres, een derdegraads vrouwelijke wicca. Zij wordt bijgestaan door de hogepriester, een derdegraads mannelijke wicca. Samen leiden zij de rituelen, waarbij de vrouw de Godin vertegenwoordigt en de man de God. Beiden, maar met name de hogepriesteres, zijn verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de coven en moeten er dus voor zorgen dat alle covenleden (traditioneel een aantal van dertien man, gemengd man en vrouw) zich prettig voelen.
Zelfinwijding
Met de opkomst van de individueel werkende wicca raken covenwerk en inwijdingen op de achtergrond. De zogenaamde zelfinwijding wordt populairder. Hierbij schrijft de wicca zelf een ritueel voor zijn inwijding, die hij ondergaat als hij zelf het gevoel heeft hier klaar voor te zijn. Zelfinwijdig wordt vaak met veel scepsis bekeken, zowel vanuit de traditonele covenwicca als vanuit individueel werkende heksen. Covenheksen zijn vaak van mening dat een inwijding alleen door een hogepriester(es) mag worden gegeven. Ook wordt er de vraag gesteld hoe iemand kan weten dat hij of zij klaar is voor een inwijdig. Deze kritiek komt vanuit zowel individuele of groepswicca's en is vooral gespeend om vaak jonge meisjes of jongens die zichzelf na een "training" van enkele maanden al hogepriester(es) noemen, een graad waar covenheksen een tiental jaren (of meer!) voor werken.
Kritiek
Behalve lovende verhalen over hoe miliebewust, natuurliefhebbend en vrouwvriendelijk wicca wel is, zijn er ook veel kritiekpunten op de manieren waarop deze religie vaak wordt beoefend. Deze zijn grotendeels afkomstig uit de kring van oudere wicca's, de mensen die zogezegd al "jaren in het vak zitten". Een van de eerste kritiekpunten is dat veel wicca's zichzelf heks noemen, en wicca als synoniem zien van hekserij. Zoals eerder uitgelegd verschillen de beiden vrij veel van elkaar; waar bij wicca het accent in de eerste plaats ligt op het aanbidden van de Goden, heeft hekserij niets met deze van doen. Hekserij richt zich op magie, iets dat bij wicca wel aanwezig is maar van ondergeschikt belang. De term heks, inclusief haar veelal negatieve klank, zou bewaard moeten worden voor de echte heksen en niet door wicca's misbruikt mogen worden om te shockeren.
Eclectische wicca
De eclectische wicca wordt veel bekritiseerd. Velen noemen het oneerbiedig of heiligschennend om elementen uit andere religieen toe te passen in een context die niet bij deze religie past. Zo zou het niet passen om een oud pantheon te plaatsen in de moderne tijd, om gebruik te maken van oude goden zonder hun cultus over te nemen. Bovendien wordt het als hoogst onpasselijk gezien om strijdende culturen te verweven in een enkele religie. Wicca's brengen hier vaak tegenin dat de gebruiken uit de oude cultussen niet meer passen in deze tijd. Een voorbeeld hiervan zijn de mensenoffers voor Maya-goden of de castratierituelen uit de Cybele-cultus.
Een tweede punt van kritiek omtrent eclectische wicca is dat deze vorm van wicca de basis uit het oog verliest: de werken van Gardner. Veel eclectische wicca's werken solitair en vormen hun religie aan de hand van hun eigen wensen, zonder daarbij veel oog te hebben voor de basisbeginselen van wat ze geloven. De site Why Wiccans Suck omschrijft dit op de volgende manier: "Eclectic Wicca" is one percent Wicca and ninety-nine percent "make it up as I go along." Het wordt de eclectische wicca verweten dat hij, doordat hij uit elke religie neem wat hij leuk vindt en weglaat wat hij niet prettig vindt, zowel wicca als de andere culturen onrecht aandoet.
Fluffbunny
Misschien wel de meest bekende kritiek op wicca's is het verschijnen van de term fluffbunny. Deze term is ontstaan nadat wicca, mede dankzij films zoals The Craft en de tv-serie Charmed, populair werd onder jongeren. Hierbij onderscheidde men vaak twee groepen niet-serieuze wicca-adepten die deze religie met name gebruikten om indruk te maken op hun klasgenoten en om zich af te zetten tegen ouders en leraren. De eerste groep omvat de lieflijke fluffbunny's, de tweede groep de angstaanjagende goths.
De term fluffbunny wordt binnen de wicca vooral gebruikt om jonge meisjes aan te duiden, die wicca zien als een lieve vrouwelijke religie waarin nooit kwaad gebeurd. Zij zetten wicca vooral af tegen de hun bekende christelijke kerk, die ze het kwalijk nemen dat zij zoveel misstanden heeft veroorzaakt met als ultieme voorbeeld natuurlijk de heksenjacht gedurende de late Middeleeuwen. Oudere wicca's vinden dat de fluffbunny's om de verkeerde redenen deelnemen aan wicca: een religie zou niet moeten worden gebruikt om aandacht te trekken, populair te worden of te shockeren. Bovendien verwijt men de fluffbunny's dat zij te weinig aandacht hebben voor de donkere kant van wicca: de polariteit tussen goed en kwaad wordt op deze manier verstoord.
bronnen