Wereldreis Kamigot
Inleiding
Kamigot is op wereldreis gegaan van 28 april 2004 tot 30 april 2005. Hij is letterlijk de wereld om gegaan door via Azie naar Australie te reizen en via Noord Amerika terug te keren in Europa. Onderweg schreef hij prachtige verhalen en maakte ook de meest waarzinnige foto's. Hij maakte spannende avonturen mee, maar ook minder leuke momenten. Het hoort er allemaal bij als je in je eentje een jaar de wereld in trekt en je kan het hier allemaal lezen.
Nepal (29 Juni 2004 tot 28 Mei 2004)
Na een hectische ochtend op schiphol begon op 29 April eindelijk mijn wereldreis. Na een overstap in Wenen en wat geklooi met de bagage vertrok dan mijn vlucht richting de eerste bestemming : Nepal
De vlucht verliep relatief rustig en er zaten weinig mensen aan boord. Pas later kwam ik er achter dat dit de laatste rechtstreekse vlucht van het seizoen was vanuit europa naar Katmandu. Omdat het einde is van het toeristische seizoen vanwege de aanstormende monsoonregens. Pas in September gaat de eerstvolgende vlucht weer.
Onderweg prachtig Uitzicht gehad over de zwarte zee met de kaukasus erachter en Iran. Boven India werd het donker. M'n horloge had ik inmiddels 3 uur en 45 minuten vooruit gezet vanwege het tijdsverschil.
Om 11 uur 's avonds liep ik de luchthaven uit. Omdat in Nepal alles vroeg dicht is had ik weinig keuzes in hotels. Het werd Hotel Mount Fuji in Thamel de toeristische buurt van Kathmandu. Wat een verschrikkelijk stinkhok was dat zeg. En ook nog eens een keer veel te duur. Als ik de douche aanzette spoot het water door heel de kamer heen, de douche zelf bleef droog.
De volgende ochtend eigenlijk gelijk een trekking geregeld bij een trekking agency. Ik besloot om zo snel mogelijk te vertrekken, omdat ik niet zo veel zin had om dagen rond te blijven hangen in die stinkbuurt. Het stikt namelijk van de riksjas, taxi's (Suzuki alto's), motoren, bussen, tuk tuk's, vrachtauto's en nog veel meer wat de lucht zwaar vervuild. En dat is niet het enige. Word je niet platgereden door van alles en nog wat dan heb je wel de bedelaars, zwervers, kooplui, taxichauffeurs, kinderen, touts en ander gespuis wat je de hele dag lasting valt.
Onderweg naar Durbar square kwam ik in een studentenbetoging terecht. De betoging werd door de politie hardhandig neergeslagen en de studenten allemaal op vrachtwagens geladen. Tsja de situatie in Nepal is op het moment een beetje heikel. Er zijn stakingen en betogingen all over the place en dan heb je natuurlijk nog de maoisten die zo nu en dan met terreur de mensen de stuipen op het lijf jagen.
Om 6 uur werd ik wakker gebeld in m'n hotelkamer omdat m'n gids stond te wachten om te gaan beginnen aan onze Annapurna circuit trek van 18 dagen . De circuit trek is een grote ronde rond het annapurna massief van 330KM en bestaat uit een aantal peiken van rond de 8000 meter. Het is volgens velen de mooiste trekking die je kan maken in Nepal.
De 1ste dag hoefde ik niet te lopen, maar gingen we met de bus van Kathmandu naar Besisahar, het startpunt van de trekking. De bus was een zogeheten tourist bus die onderweg een aantal keer stopt voor eten en toilet en dat is nodig want de busrit over 160KM duurt 8 uur. Het zou een avontuurlijk ritje worden. Ten eerste zijn er in Nepal geen verkeersregels. Alles haalt links en rechts in, inhalen in bochten waarbij je totaal geen zicht en vooral veel claxoneren. Het is een mirakel dat ik onderweg maar 3 ongelukken heb gezien. Zelfs de gids vond dat de chauffeur wel erg dicht tegen het randje van de weg reed. Soms keek je gewoon een afgrond in van 100 meter diep. En de weg zelf.was niet echt een weg te noemen.
Na een aantal uurtjes doortuffen kwam ik voor het eerst in aanraking met de Dahl Baht. Het traditionele Nepalese gerecht en iedereen eet het in Nepal. Het bestaat uit rijst, lentilsoup, curried vegetables en soms yakcurd, kip en een soort brood. Best goed te eten, maar mijn nachtrust zou bruut verstoord worden door de gevolgen van 3x Dahl Baht op 1 dag. Na 3 police checkpoints kwamen we rond 4 uur aan in Besisahar. Eigenlijk niet meer dan een lange stoffige weg met bouwvallige huizen. In mijn hotel (met nog smerigere kamer dan in kathmandu) zaten ook 15 britten van het britse leger die dezelfde dag als ik zouden beginnen aan de trekking. Omdat deze figuren de hele keuken bezig hielden heb ik 3 uur moeten wachten op mijn "dahl bath".
Na een rumoerige nacht met maagklachten gingen we van start. Omdat ik geen eten verteerd had was ik behoorlijk zwak. Ik besloot om het maar bij thee met koekjes te houden. Door de hitte begonnen de eerste 25 kilometers naar Bahundanda. Na 6 uur lopen was ik volslagen uitgeput. Boven op een heuvel zag ik bahundanda liggen, maar ik kon gewoon geen stap meer vooruit komen en ik had vrees voor de overige 16 dagen want dit was 1 van de eenvoudige dagen. 's avonds toch maar wat chapatti (brood) met jam gegeten om wat aan te sterken. Het hotel was van dezelfde bedenkelijke kwaliteit als die van de voorgaande nachten. Het britse leger had ik er overigens wel 2 uur vanaf gelopen
Toch vol goede moed begon ik de volgende dag aan etappe 2 naar Bagarchap. Het landschap begon langzaam steeds mooier te worden, omdat je steeds verder uit het bewoonde gebied loopt. Gigantische watervallen, hangbruggen over tientallen meters diepe kloven, rotsformaties en stukken jungle met waanzinnige vlinders en lizards. Ik voelde me in Bagarchap wonderbaarlijk goed in vorm dus besloten we door te lopen naar Tal. Een fout zou snel blijken. Even 3 uur extra lopen en klimmen van 1100 naar 1700 meter is iets wat aardig wat energie vraagt van een mens en aangezien ik niet al te veel reserves had van de dag daarvoor ging het licht in een keer uit. Dacht ik dat dag 1 erg was.. de tocht naar Tal was 10x zo erg.
Gelukkig was het hotel van een stuk betere klasse dan de eerdergenoemde. En na een paar uur geslapen te hebben kwam ik in het restaurant 3 duitsers en 2 spanjaarden tegen. Het grappige aan de trekking is dat er eigenlijk maar 1 pad is en dat je onderweg veel mensen vaker tegenkomt. 1 van de spanjaarden had al ervaring met dit soort tochten, want hij had ooit de Kilimanjaro beklommen, de duitsers hadden zichzelf voorbereidt in de alpen en maakten in de weekenden vaak wandeltochten naar 3200 meter. Hilarisch om te zien hoe de gids van de spanjaarden probeerde een dike bij te pakken met een krant. Na zo'n 20 pogingen had hij em eindelijk te pakken en naar buiten gegooid. 10 minuten later zat ie weer binnen .
Op dag 3 besloot ik om wat rustiger te lopen, omdat ik de 2 dagen daarvoor er al zo verschrikkelijk doorheen zat. Het menselijk aanpassingsvermogen moet toch verschrikkelijk goed zijn, want ik had geen centje pijn om de 30KM naar Chame te lopen. Misschien kwam het wel door het typisch druilerig nederlands weertje ; frisjes, modregen, bossen en weinig zon. Zelfs de gids kon me amper bijhouden. Of had het iets te maken met de nieuwe looptechniek die een duitser mij onderweg had uitgelegd. Loop op je hartslag en werk je lichaam niet in het rood. Door iets langzamer bergop te gaan hou je het veel langer uit en kun je uren klimmen zonder te stoppen.
Hij ging dus lekker 8) En dat met een kilo of 18 op je rug in de vorm van rugzak. Dat is overigens niets vergeleken bij wat de dragers hier meenemen op hun rug. De economie van Nepal is gebouwd op porters. Elke fles cola en rol wc papier wordt door mannen de berg op gedragen. Sommige lui lopen met een complete koelkast of servieskast 10 uur per dag omhoog te schouwen. Het record is 160 kilo en ze dragen zit op hun voorhoofd met een band. Ze hebben hier dus letterlijk veel aan hun hoofd.
Een ander transportsysteem zijn de ezels. In groepen lopen ze over het zelfde pad heen als jij. Oppassen geblazen want ze duwen je zo van het pad. En je komt veel ezels tegen op het smalle pad naar boven.
In Nepal is het zo dat elke berg en heuvel die je passeert, de natuur abrupt kan veranderen. Je begint in een soort jungleachtige omgeving en werkt je dan via een naaldbos wat je weer aan Duitsland doet denken omhoog naar een gigantische vallei met wilde paarden die op Arizona lijkt. Te gek voor woorden. De wandeling van Chame naar Pisang is een "walk in the park", voordat ik het door heb ben ik er al. Onderweg zien we een geweldig voorbeeld van gletsjererosie: een honderdenmeters hoge rotswand die een oppervlakte heeft als schuurpapier en van boven bedekt wordt door een dikke laag sneeuw. Hier heeft zich dus eeuwenlang een ijsrivier doorheen geworsteld.
's avond laat ik de gidsen meegenieten van wat westerse muziek. Een stuk of 5 mensen zitten gekluisterd om mijn cd-speler.Het begint 's nachts wel koud te worden, omdat we inmiddels boven de 3500 meter zitten.
De volgende stop op de route is Manang. Vreemdgenoeg niet de hoofdstad van het Manangdistrict (want dat is Chame). In Manang is een acclamatiseringsdag vereist om te voorkomen dat je hoogteziekte krijgt. Dus om de 2 dagen te vullen zullen we wat rond moeten koekeloeren door dit dorpje. In Manang verkopen ze alles wat los en vast zit en wat trekkers nodig hebben. Blijkbaar heeft het plaatsje speciale handelsrechten verkregen in 1871 waar ze nog steeds handig gebruik van maken en eens per jaar mogen ze tax-free gaan shoppen in het buitenland. Alle spullen die ze in China en Japan inslaan worden in Manang verkocht aan de trekkers / touristen.
Op de rustdag in Manang besluit ik ter bevordering van het acclamatiseren een klim naar 4200 meter te maken. Een uur of 2 lopen vanuit Manang en prachtig uitzicht over de gangapurna gletsjer onder het genot van een kopje thee. Later die dag doe ik een poging om samen met het spaanse stel een bhoeddistisch klooster te bezoeken in bragga (een plaatsje nabij manang). We komen echter net te laat want om 5:10 zijn de deuren van het heiligdom gesloten. 5 kilometer voor niks gelopen Als troost besluiten we 's avonds onzelf op een avondje bioscoop te trakteren (ja ja een bioscoop op 3800 meter). In een bouwvallige en tochtige hal wordt via een projector de film "caravan" vertoont : een Nepalees / franse film met als thema een kudde Yak's. De yak's zijn uit de kluiten gewassen langharige runderen met een slecht humeur. Ze leven alleen boven de 3500 meter, eronder gaan ze dood en als je in hun buurt komt ga jij dood. Een redelijk vermakelijke film.
Na geacclamiseerd te zijn in Manang ging de bedevaartstocht verder naar Letdar. Geen lange wandeling, maar wel het eerste plaatsje boven de 4000 meter. De Thorung la pas komt angstig dichtbij. Als er 1 plaatsje de titel "gat" verdient dan is het Letdar wel. Er staat welgetelt 1 hotel en 1 schuur. Dit hotel heeft wel een heilige geit, wat natuurlijk weer een hoop goedmaakt.
Omdat ik vroeg in het hotel ben, zie ik zo'n beetje alle loopvrienden passeren. Op degene na dan die in Manang besloten om naar het Tilicho ijsmeer te gaan (1 van 's werelds hoogste meren). Een grote groep besloot door te lopen naar Thorung Phedi (de laatste stop voor de pas). Alleen de 3 duitsers die ik in Tal had ontmoet zouden ook in Letdar overnachten. 's avonds konden we ons in het hotel verwarmen aan een kerosine kachteltje wat onder de tafel stond.
Vanuit het raam zag ik 's ochtends dat de porters van de duitsers aan de wandel gingen, maar wel in de verkeerde richting ?. Het bleek dat duitsers last hadden gekregen van hoogteziekte en niet verder wilden gaan. Ik had daarentegen nergens last van. Samen met m'n gids ging op weg richting Thorung Phedi. Onderweg kwamen we de gids van een groepje israeli's tegen die ook last had van AMS. Hij kon niets anders doen dan omlaag gaan. Another one bites the dust.
Na een gevaarlijk wandeling langs een rotswand waar dikke keien naar benenden vielen zagen we in de verte de barakken van Throung Phedi. Thorung Phedi betekent letterlijk : " voet van de berg" en dat is precies waar het is. aan de voet van de 5416 meter hoge Thorung la. Ik besloot omdat ik zo vroeg was om preventief van het 4500 meter hoge plaatsje naar 4800 meter te klimmen. Ik voelde me wederom prima. Iedereen in het hotel was gespannen voor de beklimming van de volgende dag.
Het was verstandig om om 4 uur 's ochtends te beginnen met de beklimming vanwege de harde wind die om 10 uur de kop opsteekt. Ik probeerde volledig ingepakt met alle kleren die ik had te gaan slapen in -10c. Om 3:30 zat ik in het restaurant een berg havermoutpap en een mars naar binnen te werken. Mijn gids waarschuwde dat het niet verstandig was om veel suiker te eten. Ik stond op en gespte mijn rugzak om, deed m'n muts op, handschoenen aan en stopte 2 liter flessen water in m'n jaszakken. Ready to go ! Daar was hij dan: de lang stijle rotswand die mij zou leiden naar het letterlijke hoogtepunt uit mijn leven. stap voor stap ga ik tergend langzaam omhoog. Steeds een slokje water nemend en steeds mijn hartslag controlerend. Hebben we al hoofdpijn ?. Nee...
Na 1 uur lopen zit ik weer op 4800 meter. We zijn aanbeland in Highcamp. Een zooi verlaten gebouwen waar je als meestgezochte crimineel ter wereld eenvoudig zou kunnen verbergen, omdat er toch nooit iemand is. Ik besluit om mijn looptempo vast te houden en door te gaan richting het theehuisje op 5200 meter. Tot mijn verbazing kan m'n gids mij niet meer bijhouden. Hij is duizelig, kortademig en moet overgeven. Typisch geval van acute AMS (had ie maar een mars moeten eten ). Ik heb geen zin om nog een nacht in Thorung Phedi te blijven en besluit om alleen door te lopen. De gids gaat meteen weer terug en spreek af dat hij een dag later naar Muktinath komt aan de andere kant van de pas. 1 uur later ben ik bij het Theehuisje. Ik beging een lichte duizeling te voelen in m'n hoofd en ik word ook een beetje kortademig. Na een kop thee (van 60 rupee !!!!) en een paar coconut cookies voelde ik me een stuk beter.
Na 45 minuten lopen tussen enkele van de hoogste bergreuzen ter wereld was hij daar eindelijk ! de pas !!. Een euforisch gevoel bekroop me. De met gebedsvlaggetjes versierde paal midden op de pas vormde het middelpunt van mijn feestvreugde. Na een paar minuten vrolijk rond gehuppelt te hebben en een berg foto's te hebben gemaakt. Ging de weg... down
Afspraak : Als ik ooit in mijn leven nog eens een keer mocht beweren dat dalen makkelijker is dan stijgen dan mag eenieder mij spontaan ter plaatse doodschieten.. 2000 meter dalen en dat zonder ski's, sneeuw en vooral zonder stokken. Je knieen gaan zwabberen, het eelt onder je voeten zit aan de bovenkant van je voeten en je schouders zijn door het continue dreunen van de backpack veranderd in gehakt.
Lang zal ik de goden nog bedanken dat ik na 6 uur dalen eindelijk het heilige vuur van muktinath kon zien. Het heilige vuur van Muktinath ?. Muktinath is een bedevaartsoord voor bhoeddisten en hindoeisten van over heel de wereled. In een soort resort aan het eind van het dorp brand een vlammetje in het water. Gewoon een gasbel onder de grond die wat gas omhoog spuwt door het water. Niets bijzonders voor nuchtere westerlingen . Wat wel bijzonder is is het Bob Marley hotel in het dorpje. Eindelijk eens een hotel met dekens, zit toiletten en een warme douche. Samen met het toiletpapier wat in overvloed aanwezig is mag je dit gerust een nepalees 5 sterren hotel noemen . Een gids van een engelsman wist me 's avonds te vertellen dat mijn gids het niet zou halen naar muktinath en dat ik moest doorlopen naar Jomson 1 dag verder omdat de gids met het vliegtuig vanuit Manang over zou komen. Ik zou 1 dag extra moeten wachten in Jomson. Hmm dat was het dan. Ik had liever een dagje langer uitgerust in het Bob Marley hotel.
De volgende ochtend vertelde de hotelmanager me na het afrekenen dat het goed was dat ik zo vroeg begon met lopen vanwege de wind. Ik had geen idee waar hij het over had ?. Een uurtje of 6 later zou ik er spijt van hebben dat ik ooit geboren was. Een paar verkeerde afslagen en ik was eindelijk weer op het rechte pad. 3 uur lopen naar Jomsom volgens opgave van de trekkingguide. Easy does it !. Onderweg kwam ik 2 israeli's en een nederlands meisje tegen die ik al eerder had ontmoet. We besloten samen om niet rechtstreeks naar Jomson te lopen, maar om 1 uur af te wijken van de koers om het pitoresque Kagbeni te bezoeken. Kagbeni is als een Oase in de woestenij van het Mustang gebied. Het plaatsje heeft zelfs een Yak donalds en een 7 eleven. We besluiten halt te houden bij een dutch coffee house om eens te gaan genieten van een echt bakkie koffie. Het duurde even, maar het bakje koffie was het 1 1/2 uur wachten wel waard.
Vol goede zin lopen we in israelische legerlooppas de weg richting Jomsom. Na de eerste bocht bij het uiteinde van het dorp zie ik een bekend petje door de lucht heenvliegen. Het is het petje van de israeli die voorop liep. Een windvlaagje... Doe een stapje naar voren en een stapje terug (iemand die dat leidje nog kent ?).
Stel je voor een drooggevallen rivierbedding met miljarden stenen van een kilometer breed en 15 kilometer lang. Stel je voor dat daar allemaal fijn zand tussenligt. Stel je voor dat dat wind doorheen blaast met snelheden boven de 110 kilometer per uur. Tel daar nog wat windhozen en zandhozen (???) bij op en het feit dat je dag daarvoor de fysiek zwaarste dag uit je leven hebt gehad.
Na een gevecht tegen de elementen kwam ik eindelijk aan in Jomson. Jomson is zo een beetje de hoofdstad van het Mustang district. Ik kon me niet indenken wie het in z'n hoofd zou halen om hier ooit een dorp/stad te bouwen.
Volgens een andere gids moest ik hier in Hotel Himalayan 2 dagen wachten op m'n gids die in zou komen vliegen vanuit Humde aan de andere kant van het annapurna massief. Ik zag er zwaar tegenop om in dit uitgewaaide gat te gaan zitten wachten op iemand. Gelukkig was het personeel aardig en waren er in de buurt een aantal winkeltjes die ook 2de hands boeken verkochten. Tijd voor rust en herstel in de Himalaya !.
's ochtends keek ik vanaf het dak van het hotel uit op het vliegveld om te kijken of er toevallig een gids uit 1 van de toestelletjes stapte. Vanwege de wind is het alleen mogelijk om van 7 uur tot 10 uur in de morgen vliegtuigen te laten landen en op te laten stijgen. Die morgen geen Guide te zien. Om de verveling wat tegen te gaan besloot ik maar een bezoekje te brengen aan het King Mahendra museum, maar omdat de videorecorder kapot was was er weinig interessant te bekijken behalve het nagebouwde klooster. Dus maar besloten om weer in een boek te gaan duiken.
De volgende octend begon weer hetzelfde ritueel als de ochtend ervoor. Van 7 tot 10 heb ik op het dak gestaan om te kijken of er een bekend gezicht te zien was. Helaas na de laatste landing gaf ik de moet op. Ik had geen zin meer om nog een dag langer te wachten in dit gat. Op straat liep ik een duits stel tegen het lijf die ik al eerder was tegengekomen in Muktinath. Ze vlogen zelf vanuit Jomson naar Pokhara om vervolgens naar Tibet te gaan en hadden een gids over waar ook al voor betaald was. Ik kon dus gratis een gids overnemen!. Een kans die ik natuurlijk niet kon laten schieten.
Eindelijk weer "on the road" na 2 dagen stilzitten. De volgende morgen liep ik met mijn nieuwe kameraad Som op weg naar Kalopani. Om de verloren dagen goed te maken besloot ik om i.p.v. in 6 dagen in 4 dagen naar Pokhara te lopen. Er was namelijk sprake van een aangekondigde staking en ik had geen zin om 3 extra dagen vast te zitten in de bergen.
Omdat we vroeg vertrokken waren hadden we geen last van de gehate wind door de vallei. Het weer was goed, de moraal was hoog en het eindstation al snel in zicht. Onderweg liepen we door het prachtige oude dorpje Marpha en in de rivierbedding hebben we nog naar fossielen gezocht (en gevonden !). Ja ik was weer in een prima stemming.
Tatopani was de volgende naam die op het kaartje stond als doelwit voor de volgende dag. Tatopani betekent zoveel als "warm water" een naam die het verdiend heeft door de beroemde hotsprings bij de rivier. Niet alleen is het water daar warm, maar ook de temperatuur. We dalen namelijk van zo'n 2500 naar 700 meter (en dat heb ik geweten !). Stom als ik was begon ik de dag te lopen op normale sokken. Het schuren van die sokken maakt je voetzoelen enorm warm (en gevoellig voor blaren) De brandende zon maakte de dag alleen maar warmer. Na een bloedhete lange dag bergaf lopen was een koude douche dan ook behoorlijk welkom. Gelukkig ben ik bespaard gebleven van blaren. Na de opfrisbeurt besloot ik maar een een kijkje te gaan nemen bij die beroemde hotsprings. Die bleek vol te zitten met een hoop bekenden van eerder op de trekking die ik was kwijtgeraakt. Tijd om wat bij te kletsen.
Het vooruitzicht was niet al te best voor de 1 na laatste dag. De langste klim van heel de trekking (700 naar 2700), Monsoonregens en een dikke kans op maoisten (en betalen). In de klim door het bos naar het eerste plaatsje braza van die dag kwam ik het britse leger weer tegen. Ja dezelfde als waar ik 2 weken daarvoor mee gestart was . Was ik toch nog niet zo ver achterop geraakt. In brza stopte we voor een theepauze. Toen ik de eigenaar op wat coconutcookies trakteerde werd hij plots wat spraakzamer. Hij vertelde dat er in het volgende dorp op de route veel maoisten waren, maar hij wist een alternatieve route langs de andere kant van de bergkam die alleen door nepalis gebruikt werd en die behalve rustiger en beter begaanbaar ook nog eens korter was !. A secret way !. Daar hadden Som en ik natuurlijk wel oren naar. Enige nadeel was dat je eerst 1 uur lang verschrikkelijk steil moest klimmen.
Na de inderdaad verschrikkelijk steile klim van 1 1/2 uur kwamen we aan in een dorpje waar ze nog nooit een tourist gezien hadden. Het hele dorp trok er dan ook voor uit om de blanke lelijke lange man te verwelkomen waarna ik ze natuurlijk betoverde met mijn digitale camera truckjes ;-). De energievoorraad aangevuld door Dahl Bat te gaan eten bij een oud vrouwtje en na het inslaan van wat vers water onze tocht naar Ghorapani voortgezet.
De route aan de andere kant van de bergen was geweldig om te lopen. Werkelijk niemand op onze weg en een mooi licht golvend pad door de bossen. Na 5 uur lopen was daar op de top van de berg dan eindelijk Ghorapani. De hotels zijn hier behoorlijk creatief in elkaar geflanst. Met blauw plastic zeil, planken en spaanplaten word er hier zo een hotel van 3 verdiepingen uit de grond gestampt !. Na de verplichte opfrisbeurt (met warme douche !) even gezellig een beker black tea bij de stoof opdrinken terwijl ik zag hoe de britten 1 voor 1 ghorapani binnendruppelden, 3 uur later en elk 1200 rupee (14 euro) lichter dankzij de maoisten ;-).
De volgende dag staan we voor een dillema. Of we lopen verder omhoog naar Tadapani in een poging de maoisten wederom te omzeilen en de kans om de laatste bus naar Pokhara te missen of we lopen direct naar Naja Pul wat 1 uur korter is, maar wat een veel grotere kans heeft op maoisten. Hoeveel van mijn geluk zou er nog over zijn ?. We besloten naar Tadapani te lopen, maar op een 1/3 van de klim besloot ik dat ik het helemaal gehad had met omhoog gaan en namen we een ander pad dat toch weer naar Naja Pul zou gaan. Later zou blijken dat we door dit kleine blokje om de maoisten alsnog omzeild hadden !.
Bij een bakje thee om onze overwinning te vieren kregen we te horen dat de laatste bus niet om 7 uur maar om 4 uur zou vertrekken uit Naja Pul. Een schier onhaalbare opgave om die laatste kilometers in zo'n korte tijd te doen. Ik gaf Som geld voor de buskaartjes en hij zette een sprint in om op tijd bij de bus te zijn om de kaartjes te kopen, ikzelf zette alles in werking om voor 4 uur beneden te zijn. De tijd tikte snel weg en in de verte zag ik Naja Pul opdoemen. Een lange kronkelende modderweg in aanbouw leidde naar de weg waar de bus stond te wachten. Bovenaan de weg stond Som te zwaaien dat ik op moest schieten, omdat de bus op het punt stond om te gaan rijden. Hij rende naar beneden om mijn rugzak over tenemen. Door de brandenetels, stenen en modder klauterde ik omhoog. De kleine tibetaan zat inmiddels al met mijn rugzak in de bus. Met m'n laatste krachten hees ik me de bus in om achter de chauffeur op een gereedschapskist neer te ploffen. Het was 4 uur ik keek naar buiten en het begon te regenen. Het britse leger had de bus gemist. Nederland - Engeland (1-0)
De Tocht door de Himalaya zat erop. Het was prachtig, het was afzien, Het was de zeer moeite waard en ik ga zeker nog een keertje terug.
Pokhara, de tweede stad van Nepal, maar meer relaxed dan Katmandu. Gelegen aan een meer en met in de achtergrond een van de mooiste pieken; Fishtail. Vanwege de staking moest ik noodgedwongen 3 dagen in Pokhara blijven. Helemaal niet erg, want er is genoeg te doen in en rond de stad. Van mijn duitste vrienden in Jomson had ik buiten de gids ook nog een gratis tourist bus ticket en 2 hotelovernachtingen in het Shikar hotel gekregen. Toppie van mein deutsche freunde . Vanwege zijn goede diensten heb ik voor Som een stel nieuwe wandelschoenen gekocht. Die gast liep 350 kilometer op tennisschoenen !!. Hij was er erg blij mee.
In Pokhara kwam ik een hoop bekenden van de trekking tegen. Waaronder tot mijn verbazing mijn gids Prakash (ja die ziek werd). Hij was al dagen aan het wachten op me in Pokhara en had het helaas niet kunnen halen naar Jomson, omdat alle vluchten volgeboekt zaten. Hij wilde voor me het hotel en autorit terug naar Katmandu betalen. Ik heb geweigerd, omdat het nu heel duidelijk was dat ik 18 dagen betaald had en maar 9 dagen gekregen had. Dus helft van het geld terug. Prakash was bang dat hij nu geen baan meer zou hebbben bij de trekking agency, maar ik beloofde hem een goed woordje voor hem te zullen doen.
Op dag 2 in Pokhara besloot ik maar eens een wandeltochtje te gaan doen naar de World peace pagoda om de beentjes even uit te laten lopen. Op de weg naar de top van de berg werden we gewaarschuwd door een oude man dat er behoorlijk wat "leechie" in het bos waren. De gevreesde nepalese yukha dus . De rest van de looptocht door het bos keek ik naar de grond om de beestjes te zien. En ja hoor de kleine wormpjes proberen via je schoenen razendsnel naar je benen te klimmen. Toen ik bij de Peace pagoda m'n schoenen uittrok bleek dat er al 3 in m'n schoenen zaten die vreemd genoeg niet door m'n sokken hadden toegeslagen.
Op een terrasje vlakbij de de peace pagoda kwam ik een nederlands meisje (mathilde) tegen, waar ik onder het genot van een colatje mee zat te kletsen. Plots zag ik een rode vlek in m'n spijkerbroek en toen ik m'n broekspijp omhoog trok viel er net een dikke volgezogen bloedzuiger van m'n been af. Mathilde slaakte een kreet van afgrijzen uit . De voldane Yukha probeerde te vluchten richting de struiken. Ik gaf me maar gewonnen.
dag 3 bestond voornamelijk uit boeken lezen, ouwehoeren en de hotelmanager frans leren. 's avonds nog een afscheidsborreltje met Mathilde en 2 andere landgenoten in hoe kan het ook anders "Club Amsterdam" gedronken.
De volgende dag was het weer terug naar Katmandu. In een volgepakte toeristenbus gingen we over het gevaarlijke wegensysteem richting de hoofdstad. Mijn eerste ontmoeting met de stad was niet bepaald een positieve en ik zag er dan ook aardig tegenop om weer terug te keren in dat stinkhol. In de bus kwam ik Michael tegen, een pool die dagen ervoor ternauwernood aan de dood ontsnapt was toen hij met raften uit een boot viel en in een draaikolk terecht kwam. Na lang spartelen verloor hij zijn krachten en toen liet de draaikolk hem gaan ?. Hij had in ieder geval een goede tip om in Katmandu naar Pilgrim's Guesthouse te gaan.
Bij de busstop in katmandu zag ik de touts alweer zwaaien met kaartjes van het verschrikkelijk Hotel mount Fuji. Ik waarschuwde dan ook iedereen in de bus om niet naar dit veel te dure en ondermaatse hondenhok te gaan. Ik, Michael en 2 nederlandse gasten besloten om een Taxi te nemen naar Pilgrim's Guesthouse. Ooit wel eens met 5 man en 4 backpacks in een suzuki alto gezeten ?. Geloof het of niet maar het kan.
Pilgrim's Guesthouse was inderdaad een Oase vergeleken bij de andere hotels waar ik gezeten heb gedurende mijn reis. Schone kamer, Warm water, toiletpapier en een TV !!. En dat voor maar 5$ per nacht. Verder was er prima eten, een internet cafe en een mooie tuin. Ook Thamel bleek nu reuze mee te vallen. Na een paar dagen als de mensen je kennen en weten dat je niks van ze koopt laten ze je verder ook met rust en kun je gewoon heerlijk rondstruinen door de toeristische buurt.
De trekking agency deed gelukkig niet moeilijk over mijn refund. Ik kreeg netjes de helft van m'n geld terug en ik heb nog een goed woordje gedaan voor Prakash. Niemand kan er immers iets aan doen als hij hoogteziekte krijgt.
Het enige probleem was dat mijn roommate Michael elke dag steeds meer last kreeg van maagklachten. Geen enkel medicijn hielp behalve de Morfine (!!) tabletten die hij van een lokaal ziekenhuis had gehad. Vanwege de vele reiki centra in katmandu kwam ik op het idee om misschien wat hulp te zoeken bij een reiki centrum. Baat het niet dan schaadt het niet. Michael vond dit een goed plan en reeds na 1 sessie voelde hij verbetering. Na 2 sessies voelde hij meer verbetering en werden zijn schoenen gejat, die moest je namelijk buiten laten staan . In ieder geval was m'n kamergenoot na een aantal sessies genezen van z'n pijn en kon hij z'n reis naar India voortzetten.
Nog wat cultuur geproeft in Patan, Bakthapur, Bodenath en de Monkey temple. Allemaal prachtige tempelcomplexen, maar na 1 week tempelstruinen word je behoorlijk tempelmoe. En al die stupa's lijken toch wel behoorlijk op elkaar. Het enige waar ik nog even beslag op moest leggen waren die prachtige gebedsvlaggetjes. 50 rupee voor een rol van 25 .
'S nachts was het vooral te doen in Tom and Jerry. een luidruchtige bar waar altijd wel wat te vieren is. 2 spanjaarden die de Everest bedwongen hadden gingen bijna op de vuist met 2 ieren. Een dronken tibetaan moesten we van een meisje afhouden om niet handtastelijk te worden. Op de tafel stond een lelijke engelsman te strippen, een hitsig deens meisje stond tegen iedere gast op te rijden en zoals altijd werd de rest van de ruimte afgevuld met israeli's. Het leukste was eigenlijk nog dat de baco's maar 50 cent waren of nee.. de groep australiers die dachten in korte broek naar everest base camp te lopen _/-\o_ .
Op de laatste avond in Katmandu maak ik een cruciale fout; ik eet een salade . Met zware maagkrampen brengt de hoteltaxi me naar het vliegveld om mijn Thai airways vlucht vanuit Katmandu naar Bangkok te halen. Op het vliegveld kom een israelier tegen die ook richting Bangkok gaat. Aangekomen in Bangkok besluiten we samen op zoek te gaan naar een onderkomen in de buurt van Khao san road.
Exit Nepal, Enter Thailand....