De beurs met riet dichtbinden
Dit spreekwoord is afkomstig uit dit topic in TTK.
Link naar forumpost
Oorsprong:[bewerken]
Dit gezegde stamt uit het tijdperk dat er nog volop veen werd gestoken in het oosten van Nederland. Hele gezinnen werkten keihard voor een hongerloontje, en vaak konden ze van het verdiende loon niet rondkomen. Vooral de groep mensen die waren aangenomen om de bovenlaag af te steken om het veen bloot te leggen werden het slechtst betaald. Het was in die tijd een doodzonde om iets mee naar huis te nemen, en als iemand betrapt werd volgde ontslag op staande voet.
Bij het wegsteken van de bovenlaag moesten dikwijls grote rietvelden worden weggehaald. En hoewel het erg gevaarlijk was moesten de afgestolen pollen verbrand worden. Maar het riet werd ook gebruikt om daken op de plaggenhutten te maken. Het maken van die daken was een nevenfunctie van de rietstekers. Uiteindelijk hadden ze iets gevonden: ze maakten de rieten daken extra dik, maar niet zo dik dat het opviel. 's Avonds als het donker was keerden ze terug naar de hutten en haalden het riet dat ze extra hadden ingestoken weer uit de daken en namen het mee naar huis.
Thuis werden de meest uiteenlopende dingen gevlochten die dan weer verkocht konden worden. Zo vulden ze hun inkomen aan en was er in ieder geval voldoende eten op de plank.
Betekenis:[bewerken]
Goederen achterover drukken om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen.
Voorbeeld:[bewerken]
Voor een goede fooi kneep de vuilnisman wel eens een oogje toe, om de beurs met riet dicht te binden.