Grondwet (Nederland)
Geschiedenis van de Grondwet
In 1998 werd de eerste officiele grondwet ingesteld. In 1814, na de Franse tijd, werd de grondwet, zoals wij die grotendeels nu kennen ingevoerd. In 1815 kwam de eerste wijziging vanwege de samenvoeging met Belgie. In 1848 werd de Grondwet wederom gewijzigd. Hierin kwam te staan dat de ministers verantwoordelijk zijn voor de Koning(in) en dat de Koning(in) het parlement niet meer zomaar kon laten ontbinden. Dit werd gedaan mede dankzij Thorbecke In 1917 werd het algemeen kiesrecht erin verwerkt, in 1920 werd dit geldig voor vrouwen.
De Grondwet
De Nederlandse Grondwet bestaat uit 8 hoofdstukken en nog additonele stukken en het Statuut.
Hoofdstuk 1 art. 1 t/m 23, beslaat de grondrechten.
Hoofdstuk 2 art. 24 t/m 49, beslaat de regering.
Hoofdstuk 3 art. 50 t/m 72, beslaat de Staten-Generaal.
Hoofdstuk 4 art. 73 t/m 80, beslaat de Algemene Rekenkamer, Nationale Ombudsman en Vaste Colleges van Advies.
Hoofdstuk 5 art. 81 t/m 111, beslaat de Wetgeving en Bestuur.
Hoofdstuk 6 art 112 t/m 122, beslaat de Rechtspraak.
Hoofdstuk 7 art. 123 t/m 163, beslaat de Provincies, gemeenten, Waterschappen en andere openbare lichamen.
Hoofdstuk 8 art. 136 t/m 142, beslaat de Herzieningen van de Grondwet.
En vervolgens zijn er nog de Additionele Artikelen art. I-VIII, X-XVIII en XX-XXX vervallen art IX - toevoeging art. 16 art. XIX - toevoegingen art. 81, 123, 124, 127, 128, 130.
Statuut
Naast de Grondwet is er nog het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 1954. In het Statuut worden de verhoudingen tussen de landen binnen het Koninkrijk geregeld. De landen zijn sinds 1986: Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba.
Voor de uitgebreide versie van de grondwet zie: Grondwet