Isa
Isa is niet de (letterlijke) zoon van Allah. Allah heeft geen kinderen (4:17, 6:100-101, 25:2 etc) geen zoon (2:116; 6:100; 9:30 etc) en ook geen gezellin (72:3). Isa vormt geen drie-eenheid met de vader en de moeder (5:116), ontkent dat hij en zijn moeder een godheid buiten Allah zijn (5:116) en werd door de ongelovige Mekkanen als argument voor hun afgoderij gebruikt (43:57-58).
Isa, die gesterkt was met de Heilige Geest (2:87, 2:253, 5:110), is niet meer dan een dienaar (4:172, 43:59) niet anders dan de voorafgaande boodschappers (5:75) een bevestiger (5:46) een gezegende profeet (19:30-31) de Masih (4:172) tot een teken gesteld (23:50) een teken van barmhartigheid van Allah (19:21) staat hoog aangezien in dit en in het latere leven en behoort tot de naastgestelden (3:45) is een kennis voor de Ure (43:61), is het Woord van Allah en een Geest van Hem (4:171) en zal sterven en weer tot leven gewekt worden (19:33)
De schepping van Isa ging als de uit stof geschapen Adam; Allah zei slechts wees en het werd (3:59), Allah maakte Marjam zwanger door haar Zijn Geest in te blazen (66:12, 19:17). Allah wierp zijn Woord op Marjam (4:171)
Isa sprak in de wieg als een volwassene (3:46, 5:110, 19:29-33), genas blinden en melaatsen (3,49; 5,30 110) wekte doden op tot leven (3:49, 5:110) en maakte levende vogels van kern (3:49, 5:110) verklaarde wat geoorloofde spijzen zijn (3:49, 5:110) en maakte voor ons toegestaan wat voorheen verboden was (3:50)
Isa was een voorbeeld voor het volk van Israel (43:59) Allah hield de Joden terug toen Isa hen bewijstekenen bracht (5:110) de Joden die ongelovig waren zeiden dat het tovenarij was toen Isa de bewijstekenen toonde (5:110) Isa vervloekte ongelovige Joden omdat ze ongehoorzaam waren (5:78). De Joden meenden Isa gedood te hebben maar hebben ongelijk, Allah heeft het voor hen tot een schijnbeeld gemaakt (4:157). De doodschuld van Isa was ingevorderd (5:117) Allah heeft Isa tot zich verhoogd (4:158) tot zich opgeheven (3:55).
Iedereen onder de mensen van het boek zal in Isa geloven voor zijn dood, en op de Dag der Opstanding zal Isa tegen hen getuige zijn (4:159). De volgelingen van Isa zullen tot de Dag der Opstanding boven de ongelovigen geplaatst zijn (3:55)