Wereldreis Kamigot: verschil tussen versies

Uit FOK!wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Vietnam part 1)
k (Vietnam Part 2)
Regel 304: Regel 304:
  
 
==Vietnam Part 2==
 
==Vietnam Part 2==
 +
 +
Een relatief kort busritje van 3 uur bracht ons naar het beach resort bij uitstek in Vietnam : Nha Trang. Ik had na weken steden en jungle wel weer eens een keertje zin in wat zon, zee en zaufen. Nha Trang is ook populair bij de vietnamezen zelf en daarom zijn de prijzen ook wat hoger dan in de andere steden.
 +
 +
Omdat ik geen zin heb om in een commissiehotel te gaan zitten, ren ik gelijk vanuit de bus de hoek om naar een hotel wat me door iemand anders aanbevolen was; het Blue Star hotel. Als ik mn spullen in de kamer heb gedumpt en naar de receptie loop zie ik mijn hele bus inclusief backpackers voor de deur staan en de chauffeur roept iets onverstaanbaars tegen de receptioniste. Hij wilde natuurlijk commissie voor mij (wat hij niet kreeg ).
 +
 +
Behalve het mooie strand is Nha Trang ook bekend vanwege de vele duikscholen. Je kunt hier heel goedkoop je Padi open water of een ander level halen. Na wat rondvraag kwam ik uiteindelijk terecht bij octopus diving, een duikschool met vriendelijk personeel (voornamelijk australiers). Na het betalen van 200$ voor een 3 daagse Padi open water cursus kreeg ik gelijk een stapel boeken mee om te gaan studeren.
 +
 +
Na 1 dag flink studeren moest ik om 8 uur bij de duikschool verschijnen. Daar zou ik mijn instructeur en mede cursusgenoten ontmoeten. Ik was er als eerste en ik stond wel een beetje vreemd te kijken toen mijn instructeur zich voorstelde Simons the name in een flits zag ik tussen de vele tattoos een groot hakenkruis en een SS teken.
 +
Half zn mond stond vol met gouden tanden. Wat voor een figuur heb ik nou weer als instructeur !!.
 +
 +
Even later liepen de andere cursusgenoten naar binnen. Vanessa, een zwitsere van 26 die samen met haar vriend op vakantie was voor 3 weken en voor een grote bank werkt en Sean, een Australier van 32 die getrouwd is met een vietnamese en die voor Asia Squad werkt in Melbourne. Voor die baan moest hij vietnamees leren en daar ontmoette hij zijn (prachtige) vrouw.
 +
 +
Na wat vragenlijsten ging om 2 uur s middags the gang richting een 4 sterren resort om daar in het zwembad de uitrusting leren te gebruiken. Eerst moeten we 20 lengtes zwemmen en 10 minuten floaten. Daarna begint het echte werk.
 +
Het is wel vreemd om de eerste keer onderwater adem te halen. Je raakt lichtelijk in paniek de eerste paar seconden, maar na een uur of 4 oefeningen doen krijg je de smaak te pakken. Het enige probleem is dat mijn kaalgeschoren schedel lichtelijk begint aan te blakeren .
 +
 +
Op dag 2 kan het echte werk beginnen. Met een van de vele boten zetten we koers richting een eilandje een uur varen van de kust. Helaas is het zicht niet zo goed vanwege een orkaan in de buurt van de fillipijnen. Door dynamite fishing is ook het meeste hardkoraal afgestorven. Zonde natuurlijk, maar er is nog genoeg te zien.
 +
Op mijn eerste duik zie Clownfish (die uit Nemo ja ), Trumpetfish (langwerpig) en Cuttle Fish (verander van kleur). Het meest interessante vind ik eigenlijk de zeeegels die gevaarlijk tussen het zachte koraal liggen. Duiken is een geweldige sport en ik ben er gelijk helemaal aan verslaaft.
 +
Enig probleem wat ik heb is dat ik mn lucht te snel verbruik (2 x zo snel als Vanessa !) Ik adem te vlug en zwem te snel. Op de laatste duik zat mijn verbruik nog maar iets boven dat van de zwitserse. Sean kreeg nog een close encounter met een Clownfish die zn kinderen probeerde te beschermen en voor zn masker heen en weer zwom. Ik had een parasitaire vis aan mn pak hangen die normaal met haaien meezwemt !. Dat werd me achteraf pas verteld ik zag hem zelf niet.
 +
 +
 +
duikertje blub blub
 +
 +
 +
Na een laatste examen van 50 vragen te hebben gemaakt waren we allemaal Padi open water diver. Op naar The great barrier reef !.
 +
 +
Om ons succes te vieren spraken we s avonds af in de Guave bar, daarna zouden we naar The sailing club gaan om Portugal  Nederland te kijken. Instructeur Simon vertelde dat hij vroeger toen hij in Swindon woonde een skinhead was en alles haatte wat niet blank was. Hij had zelf een duitse adelaar op zn borstkas staan. Hij had er nu spijt van en wilde alles zwart laten tattoeeren. Daar was hij nu voor aan het sparen. Volgens hem gaven de vietnamezen er weinig om, maar er waren natuurlijk geregeld opmerkingen van westerlingen.
 +
 +
Na het jammerlijke verlies van Ha lan tegen Portugal probeerde ik naar huis te komen. Helaas was heel de stoep bezaaid met hoertjes die allemaal aan je zitten. Suckie, fuckie sir !. Als de weerlicht achter op een motobike gesprongen en terug gegaan naar het hotel. Zelfs daar werd ik nog gegrepen door 2 hoertjes. Ik ga ook eens een keer laat op stap zeg !. Snel het hotel in gegaan en gaan pitten. De volgende dag zou ik de nachtbus nemen naar Hoi an.
 +
 +
Hoi an is het kledingmekka van zuid-oost Azie. De meeste mensen (en voornamelijk vrouwen ) komen om hier goedkoop goede kwaliteit kleren te laten maken. In de eindeloos doorratelende naaiateliers vliegen binnen enkele uren de meest uiteenlopende kledingstukken naar buiten. Van jurken en complete kostuums tot schoenen en kopieen van westerse kleding (inclusief de opdrukken) Ik had helaas geen ruimte meer in mn bagage dus ik moest wat interessante aanbiedingen afslaan.
 +
 +
Ik besloot een dagtripje te gaan doen naar de My Son tempels (spreek uit als : Mie Son). De My Son tempels zijn gebouwd door het Champa volk in een latere periode dan Angkor in Cambodja. Helaas is er weinig over van de tempels omdat de amerikanen het grotendeels verwoest hebben in de oorlog omdat er vietcong strijders verborgen zaten. Na een brief van een franse archeoloog aan de amerikaanse president zijn de bombardementen stopgezet. Veel te laat helaas.
 +
 +
Een stel engelsen spreekt me aan op de wonden op mn benen en vragen zich af of het van bloedzuigers is of van honden. Dankzij de vele muggenbulten die ik op Ko Chang heb opgelopen, het krabben aan die bulten en de griep hebben bacterien de kans gekregen om de wonden te infecteren en groter te maken. Ik keek eens goed en het zag er inderdaad niet uit. Grote wonden met pus en etter
 +
1 van de engelsen was een dokter en waarschuwde me dat dit door zou kunnen dringen tot op het bot als ik niet snel antibiotica ging halen. De volgende dag ging ik dan ook gelijk naar Hue een plaats ten noorden van Danang om medische hulp te zoeken.
 +
 +
In Hue kwam ik bij een ziekenhuis terecht wat er werkelijk uitzag als een slagerij. Overal bloed en mensen die open lagen of bepaalde lichaamsdelen miste. Ik voelde me maar een aansteller toen ik dat zag, maar ik werd gelijk naar voren gehaald in de rij door een vriendelijke vietnamese verpleegster die nogal zorgelijk naar mn benen keek. Na het grondig schoonmaken van alle wonden kreeg ik een lading medicijnen mee waarvan een olifant 1 maand stoned is. Als het binnen 1 week niet weg was moest ik terug gaan naar een ziekenhuis.
 +
Ik werd behoorlijk vrolijk van de pillen, maar het spul sloeg wel aan. Na 2 dagen waren alle onstekingen weg.
 +
 +
Terug naar Hue. Hue is bekend vanwege haar ligging dicht tegen de De Militarized Zone tussen het voormalige Noord en Zuid  Vietnam. Ondanks de fikse gevechten is er veel moois bewaard gebleven zoals de citadel, tomb le tuc, diverse pagodas etc. Zeker de moeite waard om een paar dagen te blijven.
 +
 +
 +
Luie visser
 +
 +
Op een uurtje of 2 rijden van Hue begint de DMZ, omdat ik toch wel eens een kijkje wil nemen boek ik een dagtour die ons langs Razorback hill, Khe san arme base (hier waren de zwaarste gevechten in de oorlog), De Ho Chi Minh trail, een hill tribe village, de oude grens en een tunnelscomplex voert. Vooral de vele amerikanen waren onder de indruk van Khe san army base, omdat er van iederen wel een bekende gevochten had en gewond geraakt is of gedood.
 +
 +
De aanval van de NVA op Khe san army base in 1968 kostte het leven aan circa 500 amerikanen en 10.000 noord-vietnamezen. Een aantal invaliden verkoopt op het terrein (wat nu grotendeels koffieplantage is) nog medailles en dog tags die ze gevonden hebben in de modder. Slechts een museum, een tank en wat helicopters zijn bewijs van wat er gebeurd is.
 +
 +
Na een lange dag DMZ kom ik terug in Hue en ga naar een internet cafe, als ik aan reisverslag Thailand zit te typen gaat er buiten een oude dikke duitser bijna op de vuist met een paar vietnamezen. Hij heeft heel het toilet onder gekost en de vietnamezen wilde 10.000 dong (1$) voor het schoonmaken van het toilet. De duitser wilde echter helemaal niks betalen. Ik moest met mn 1.92 even ingrijpen om escalatie te voorkomen. Na de komst van de politie koos de duitser toch maar eieren voor zn geld.
 +
 +
Wederom een nachtbus zou me een paar uur later naar Hanoi brengen. Als lange nederlander kun je het behoorlijk krap krijgen in zon bus. Vooral als je denkt een dubbele zitplaats te hebben en ze om 3 uur s nachts nog even 20 vietnamezen extra in de bus proppen terwijl er maar 8 plaatsen beschikbaar zijn. Even later zitten er 2 vietnamen naast me waarvan 1 kind wat me de hele nacht zit te schoppen. Daar gaat mn kans op een goede nachtrust. Gelukkig moet dit dynamische duo er 2 uur voor Hanoi uit en kan ik nog even de ogen dichtknijpen.
 +
Als een slappe vaatdoek rol ik om 8 uur die morgen uit de bus. Vervolgens ren ik voor de de andere backpackers het Youth Hotel in om de beste kamer (en laatste !) kamer te pakken. Na een frans stokbrood val ik op bed om wat uurtjes slaap goed te maken. Geen nachtbussen meer voor mij !.
 +
 +
We zijn er ! Hanoi, de hoofstad van Vietnam en het voormalig communistisch bolwerk van ome Ho. Je merkt wel een beetje een mentaleitsverschil met het zuiden. Mensen zijn hier niet zo vriendelijk als in het zuiden, tenzij je wat langer met ze praat. Na een uurtje worden ze wel wat losser en echt vriendelijk, maar in het begin heb je niet echt het idee dat ze westerlingen (kapilisten)mogen.
 +
 +
In het Youth hotel regel ik een visum voor Laos en een buskaartje naar Vientiane (de hoofdstad van Laos). Ook koop ik een kaartje voor een minivan die een tour doet langs het befaamde Ho Chi Minh Mausoleum, museums en wat andere bezienswaardigheden.
 +
 +
Het Ho Chi Minh Mausoleum is enkele maanden per jaar gesloten omdat Ome Ho opgeknapt moet worden in Rusland. Netjes gekleed, zonder pet oid word je in een lange rij door het mausoleum heengeloodst. En daar ligt de vietnamese godfather als een eftelingpop in zn glazen kist (Ho Chi Minh wilde overigens gecremeerd worden).
 +
 +
 +
Kami @ mausoleum
 +
 +
Het ethnic museum was niet echt interessant. Het is eigenlijk best vaag dat ik in Nederland nooit een museum bezoek, maar als je op reis bent wil je gelijk als die museums gehad hebben. Sommige zijn wel ok, maar andere doodsaai. Een tempelcomplex ter ere van confusius was een van de leukere dingen op de trip. Ik kreeg een mooie sombrero op mn kale knikker en mocht meedansen met de lokale dansgroep. Als laatste stond een meer op het programma waar naar eigen zeggen van de hanoiers (?) een 400 jaar oude schildpad rondzwemt. Dat zou het mannetje moeten zijn, want in 1968 hebben ze het meer dan 2 meter lange vrouwtje dood uit water gevist en net als ome Ho opgezet in een glazen kisten in een pagoda.
 +
 +
 +
Klapperdeklap
 +
 +
Helaas had ik te weinig tijd om de echte mooie dingen in Noord-Vietnam (Sapa / Halong bay) te bezoeken. Ik had zelfs maar een dag of 10 voor Laos en ik was al 3 weken in Vietnam. Tsja je moet keuzes maken in het leven . Ik dacht op de laatste van mijn 3 dagen Hanoi nog even het airforce museum te kunnen bezoeken om een foto van mezelf te laten maken in een russische MIG. Helaas bleek op die dag alleen het geweldige ethnic museum open te zijn. Dus nog maar even wat cds en dvds ingeslagen.
 +
 +
Pas trouwens op met geld in Vietnam. Ik wilde US dollars opnemen bij een bank maar ze mogen alleen dong uitgeven. Ik moest dus eerst pinnen en vervolgens wisselen naar dollars (bij een reisbureau) wat natuurlijk weer het nodige kost.
 +
 +
Had ik gezegd dat ik de laatste nachtbus had gehad ?. Dan was ik de 24 uurs bus naar Vientiane vergeten. Voor 30$ mocht ik deze hellride meemaken. Achteraf bleek ik gruwelijk getild te zijn door mijn hotel omdat de meeste mensen op de bus maar 13 of 17 $ hadden betaald. Eigen schuld dikke bult.
 +
Het record voor deze rit staat overigens op 56 uur. Dus je mag in je handjes klappen als je er binnen 24 uur bent. En het begon goed...
 +
 +
Next up: Laos
  
 
==Laos==
 
==Laos==

Versie van 7 mei 2005 om 21:07

Inleiding

Kamigot is op wereldreis gegaan van 28 april 2004 tot 30 april 2005. Hij is letterlijk de wereld om gegaan door via Azie naar Australie te reizen en via Noord Amerika terug te keren in Europa. Onderweg schreef hij prachtige verhalen en maakte ook de meest waarzinnige foto's. Hij maakte spannende avonturen mee, maar ook minder leuke momenten. Het hoort er allemaal bij als je in je eentje een jaar de wereld in trekt en je kan het hier allemaal lezen.

Nepal (29 April 2004 tot 28 Mei 2004)

Na een hectische ochtend op schiphol begon op 29 April eindelijk mijn wereldreis. Na een overstap in Wenen en wat geklooi met de bagage vertrok dan mijn vlucht richting de eerste bestemming : Nepal

De vlucht verliep relatief rustig en er zaten weinig mensen aan boord. Pas later kwam ik er achter dat dit de laatste rechtstreekse vlucht van het seizoen was vanuit europa naar Katmandu. Omdat het einde is van het toeristische seizoen vanwege de aanstormende monsoonregens. Pas in September gaat de eerstvolgende vlucht weer.

Onderweg prachtig Uitzicht gehad over de zwarte zee met de kaukasus erachter en Iran. Boven India werd het donker. M'n horloge had ik inmiddels 3 uur en 45 minuten vooruit gezet vanwege het tijdsverschil.

Om 11 uur 's avonds liep ik de luchthaven uit. Omdat in Nepal alles vroeg dicht is had ik weinig keuzes in hotels. Het werd Hotel Mount Fuji in Thamel de toeristische buurt van Kathmandu. Wat een verschrikkelijk stinkhok was dat zeg. En ook nog eens een keer veel te duur. Als ik de douche aanzette spoot het water door heel de kamer heen, de douche zelf bleef droog.

De volgende ochtend eigenlijk gelijk een trekking geregeld bij een trekking agency. Ik besloot om zo snel mogelijk te vertrekken, omdat ik niet zo veel zin had om dagen rond te blijven hangen in die stinkbuurt. Het stikt namelijk van de riksjas, taxi's (Suzuki alto's), motoren, bussen, tuk tuk's, vrachtauto's en nog veel meer wat de lucht zwaar vervuild. En dat is niet het enige. Word je niet platgereden door van alles en nog wat dan heb je wel de bedelaars, zwervers, kooplui, taxichauffeurs, kinderen, touts en ander gespuis wat je de hele dag lasting valt.

Onderweg naar Durbar square kwam ik in een studentenbetoging terecht. De betoging werd door de politie hardhandig neergeslagen en de studenten allemaal op vrachtwagens geladen. Tsja de situatie in Nepal is op het moment een beetje heikel. Er zijn stakingen en betogingen all over the place en dan heb je natuurlijk nog de maoisten die zo nu en dan met terreur de mensen de stuipen op het lijf jagen.

Om 6 uur werd ik wakker gebeld in m'n hotelkamer omdat m'n gids stond te wachten om te gaan beginnen aan onze Annapurna circuit trek van 18 dagen . De circuit trek is een grote ronde rond het annapurna massief van 330KM en bestaat uit een aantal peiken van rond de 8000 meter. Het is volgens velen de mooiste trekking die je kan maken in Nepal.

De 1ste dag hoefde ik niet te lopen, maar gingen we met de bus van Kathmandu naar Besisahar, het startpunt van de trekking. De bus was een zogeheten tourist bus die onderweg een aantal keer stopt voor eten en toilet en dat is nodig want de busrit over 160KM duurt 8 uur. Het zou een avontuurlijk ritje worden. Ten eerste zijn er in Nepal geen verkeersregels. Alles haalt links en rechts in, inhalen in bochten waarbij je totaal geen zicht en vooral veel claxoneren. Het is een mirakel dat ik onderweg maar 3 ongelukken heb gezien. Zelfs de gids vond dat de chauffeur wel erg dicht tegen het randje van de weg reed. Soms keek je gewoon een afgrond in van 100 meter diep. En de weg zelf.was niet echt een weg te noemen.

Na een aantal uurtjes doortuffen kwam ik voor het eerst in aanraking met de Dahl Baht. Het traditionele Nepalese gerecht en iedereen eet het in Nepal. Het bestaat uit rijst, lentilsoup, curried vegetables en soms yakcurd, kip en een soort brood. Best goed te eten, maar mijn nachtrust zou bruut verstoord worden door de gevolgen van 3x Dahl Baht op 1 dag. Na 3 police checkpoints kwamen we rond 4 uur aan in Besisahar. Eigenlijk niet meer dan een lange stoffige weg met bouwvallige huizen. In mijn hotel (met nog smerigere kamer dan in kathmandu) zaten ook 15 britten van het britse leger die dezelfde dag als ik zouden beginnen aan de trekking. Omdat deze figuren de hele keuken bezig hielden heb ik 3 uur moeten wachten op mijn "dahl bath".

Na een rumoerige nacht met maagklachten gingen we van start. Omdat ik geen eten verteerd had was ik behoorlijk zwak. Ik besloot om het maar bij thee met koekjes te houden. Door de hitte begonnen de eerste 25 kilometers naar Bahundanda. Na 6 uur lopen was ik volslagen uitgeput. Boven op een heuvel zag ik bahundanda liggen, maar ik kon gewoon geen stap meer vooruit komen en ik had vrees voor de overige 16 dagen want dit was 1 van de eenvoudige dagen. 's avonds toch maar wat chapatti (brood) met jam gegeten om wat aan te sterken. Het hotel was van dezelfde bedenkelijke kwaliteit als die van de voorgaande nachten. Het britse leger had ik er overigens wel 2 uur vanaf gelopen

Toch vol goede moed begon ik de volgende dag aan etappe 2 naar Bagarchap. Het landschap begon langzaam steeds mooier te worden, omdat je steeds verder uit het bewoonde gebied loopt. Gigantische watervallen, hangbruggen over tientallen meters diepe kloven, rotsformaties en stukken jungle met waanzinnige vlinders en lizards. Ik voelde me in Bagarchap wonderbaarlijk goed in vorm dus besloten we door te lopen naar Tal. Een fout zou snel blijken. Even 3 uur extra lopen en klimmen van 1100 naar 1700 meter is iets wat aardig wat energie vraagt van een mens en aangezien ik niet al te veel reserves had van de dag daarvoor ging het licht in een keer uit. Dacht ik dat dag 1 erg was.. de tocht naar Tal was 10x zo erg.

Gelukkig was het hotel van een stuk betere klasse dan de eerdergenoemde. En na een paar uur geslapen te hebben kwam ik in het restaurant 3 duitsers en 2 spanjaarden tegen. Het grappige aan de trekking is dat er eigenlijk maar 1 pad is en dat je onderweg veel mensen vaker tegenkomt. 1 van de spanjaarden had al ervaring met dit soort tochten, want hij had ooit de Kilimanjaro beklommen, de duitsers hadden zichzelf voorbereidt in de alpen en maakten in de weekenden vaak wandeltochten naar 3200 meter. Hilarisch om te zien hoe de gids van de spanjaarden probeerde een dike bij te pakken met een krant. Na zo'n 20 pogingen had hij em eindelijk te pakken en naar buiten gegooid. 10 minuten later zat ie weer binnen .

Op dag 3 besloot ik om wat rustiger te lopen, omdat ik de 2 dagen daarvoor er al zo verschrikkelijk doorheen zat. Het menselijk aanpassingsvermogen moet toch verschrikkelijk goed zijn, want ik had geen centje pijn om de 30KM naar Chame te lopen. Misschien kwam het wel door het typisch druilerig nederlands weertje ; frisjes, modregen, bossen en weinig zon. Zelfs de gids kon me amper bijhouden. Of had het iets te maken met de nieuwe looptechniek die een duitser mij onderweg had uitgelegd. Loop op je hartslag en werk je lichaam niet in het rood. Door iets langzamer bergop te gaan hou je het veel langer uit en kun je uren klimmen zonder te stoppen.

Hij ging dus lekker 8) En dat met een kilo of 18 op je rug in de vorm van rugzak. Dat is overigens niets vergeleken bij wat de dragers hier meenemen op hun rug. De economie van Nepal is gebouwd op porters. Elke fles cola en rol wc papier wordt door mannen de berg op gedragen. Sommige lui lopen met een complete koelkast of servieskast 10 uur per dag omhoog te schouwen. Het record is 160 kilo en ze dragen zit op hun voorhoofd met een band. Ze hebben hier dus letterlijk veel aan hun hoofd.

Een ander transportsysteem zijn de ezels. In groepen lopen ze over het zelfde pad heen als jij. Oppassen geblazen want ze duwen je zo van het pad. En je komt veel ezels tegen op het smalle pad naar boven.

In Nepal is het zo dat elke berg en heuvel die je passeert, de natuur abrupt kan veranderen. Je begint in een soort jungleachtige omgeving en werkt je dan via een naaldbos wat je weer aan Duitsland doet denken omhoog naar een gigantische vallei met wilde paarden die op Arizona lijkt. Te gek voor woorden. De wandeling van Chame naar Pisang is een "walk in the park", voordat ik het door heb ben ik er al. Onderweg zien we een geweldig voorbeeld van gletsjererosie: een honderdenmeters hoge rotswand die een oppervlakte heeft als schuurpapier en van boven bedekt wordt door een dikke laag sneeuw. Hier heeft zich dus eeuwenlang een ijsrivier doorheen geworsteld.

's avond laat ik de gidsen meegenieten van wat westerse muziek. Een stuk of 5 mensen zitten gekluisterd om mijn cd-speler.Het begint 's nachts wel koud te worden, omdat we inmiddels boven de 3500 meter zitten.

De volgende stop op de route is Manang. Vreemdgenoeg niet de hoofdstad van het Manangdistrict (want dat is Chame). In Manang is een acclamatiseringsdag vereist om te voorkomen dat je hoogteziekte krijgt. Dus om de 2 dagen te vullen zullen we wat rond moeten koekeloeren door dit dorpje. In Manang verkopen ze alles wat los en vast zit en wat trekkers nodig hebben. Blijkbaar heeft het plaatsje speciale handelsrechten verkregen in 1871 waar ze nog steeds handig gebruik van maken en eens per jaar mogen ze tax-free gaan shoppen in het buitenland. Alle spullen die ze in China en Japan inslaan worden in Manang verkocht aan de trekkers / touristen.

Op de rustdag in Manang besluit ik ter bevordering van het acclamatiseren een klim naar 4200 meter te maken. Een uur of 2 lopen vanuit Manang en prachtig uitzicht over de gangapurna gletsjer onder het genot van een kopje thee. Later die dag doe ik een poging om samen met het spaanse stel een bhoeddistisch klooster te bezoeken in bragga (een plaatsje nabij manang). We komen echter net te laat want om 5:10 zijn de deuren van het heiligdom gesloten. 5 kilometer voor niks gelopen Als troost besluiten we 's avonds onzelf op een avondje bioscoop te trakteren (ja ja een bioscoop op 3800 meter). In een bouwvallige en tochtige hal wordt via een projector de film "caravan" vertoont : een Nepalees / franse film met als thema een kudde Yak's. De yak's zijn uit de kluiten gewassen langharige runderen met een slecht humeur. Ze leven alleen boven de 3500 meter, eronder gaan ze dood en als je in hun buurt komt ga jij dood. Een redelijk vermakelijke film.

Na geacclamiseerd te zijn in Manang ging de bedevaartstocht verder naar Letdar. Geen lange wandeling, maar wel het eerste plaatsje boven de 4000 meter. De Thorung la pas komt angstig dichtbij. Als er 1 plaatsje de titel "gat" verdient dan is het Letdar wel. Er staat welgetelt 1 hotel en 1 schuur. Dit hotel heeft wel een heilige geit, wat natuurlijk weer een hoop goedmaakt.

Omdat ik vroeg in het hotel ben, zie ik zo'n beetje alle loopvrienden passeren. Op degene na dan die in Manang besloten om naar het Tilicho ijsmeer te gaan (1 van 's werelds hoogste meren). Een grote groep besloot door te lopen naar Thorung Phedi (de laatste stop voor de pas). Alleen de 3 duitsers die ik in Tal had ontmoet zouden ook in Letdar overnachten. 's avonds konden we ons in het hotel verwarmen aan een kerosine kachteltje wat onder de tafel stond.

Vanuit het raam zag ik 's ochtends dat de porters van de duitsers aan de wandel gingen, maar wel in de verkeerde richting ?. Het bleek dat duitsers last hadden gekregen van hoogteziekte en niet verder wilden gaan. Ik had daarentegen nergens last van. Samen met m'n gids ging op weg richting Thorung Phedi. Onderweg kwamen we de gids van een groepje israeli's tegen die ook last had van AMS. Hij kon niets anders doen dan omlaag gaan. Another one bites the dust.

Na een gevaarlijk wandeling langs een rotswand waar dikke keien naar benenden vielen zagen we in de verte de barakken van Throung Phedi. Thorung Phedi betekent letterlijk : " voet van de berg" en dat is precies waar het is. aan de voet van de 5416 meter hoge Thorung la. Ik besloot omdat ik zo vroeg was om preventief van het 4500 meter hoge plaatsje naar 4800 meter te klimmen. Ik voelde me wederom prima. Iedereen in het hotel was gespannen voor de beklimming van de volgende dag.

Het was verstandig om om 4 uur 's ochtends te beginnen met de beklimming vanwege de harde wind die om 10 uur de kop opsteekt. Ik probeerde volledig ingepakt met alle kleren die ik had te gaan slapen in -10c. Om 3:30 zat ik in het restaurant een berg havermoutpap en een mars naar binnen te werken. Mijn gids waarschuwde dat het niet verstandig was om veel suiker te eten. Ik stond op en gespte mijn rugzak om, deed m'n muts op, handschoenen aan en stopte 2 liter flessen water in m'n jaszakken. Ready to go ! Daar was hij dan: de lang stijle rotswand die mij zou leiden naar het letterlijke hoogtepunt uit mijn leven. stap voor stap ga ik tergend langzaam omhoog. Steeds een slokje water nemend en steeds mijn hartslag controlerend. Hebben we al hoofdpijn ?. Nee...

Na 1 uur lopen zit ik weer op 4800 meter. We zijn aanbeland in Highcamp. Een zooi verlaten gebouwen waar je als meestgezochte crimineel ter wereld eenvoudig zou kunnen verbergen, omdat er toch nooit iemand is. Ik besluit om mijn looptempo vast te houden en door te gaan richting het theehuisje op 5200 meter. Tot mijn verbazing kan m'n gids mij niet meer bijhouden. Hij is duizelig, kortademig en moet overgeven. Typisch geval van acute AMS (had ie maar een mars moeten eten ). Ik heb geen zin om nog een nacht in Thorung Phedi te blijven en besluit om alleen door te lopen. De gids gaat meteen weer terug en spreek af dat hij een dag later naar Muktinath komt aan de andere kant van de pas. 1 uur later ben ik bij het Theehuisje. Ik beging een lichte duizeling te voelen in m'n hoofd en ik word ook een beetje kortademig. Na een kop thee (van 60 rupee !!!!) en een paar coconut cookies voelde ik me een stuk beter.

Na 45 minuten lopen tussen enkele van de hoogste bergreuzen ter wereld was hij daar eindelijk ! de pas !!. Een euforisch gevoel bekroop me. De met gebedsvlaggetjes versierde paal midden op de pas vormde het middelpunt van mijn feestvreugde. Na een paar minuten vrolijk rond gehuppelt te hebben en een berg foto's te hebben gemaakt. Ging de weg... down

Afspraak : Als ik ooit in mijn leven nog eens een keer mocht beweren dat dalen makkelijker is dan stijgen dan mag eenieder mij spontaan ter plaatse doodschieten.. 2000 meter dalen en dat zonder ski's, sneeuw en vooral zonder stokken. Je knieen gaan zwabberen, het eelt onder je voeten zit aan de bovenkant van je voeten en je schouders zijn door het continue dreunen van de backpack veranderd in gehakt.

Lang zal ik de goden nog bedanken dat ik na 6 uur dalen eindelijk het heilige vuur van muktinath kon zien. Het heilige vuur van Muktinath ?. Muktinath is een bedevaartsoord voor bhoeddisten en hindoeisten van over heel de wereled. In een soort resort aan het eind van het dorp brand een vlammetje in het water. Gewoon een gasbel onder de grond die wat gas omhoog spuwt door het water. Niets bijzonders voor nuchtere westerlingen . Wat wel bijzonder is is het Bob Marley hotel in het dorpje. Eindelijk eens een hotel met dekens, zit toiletten en een warme douche. Samen met het toiletpapier wat in overvloed aanwezig is mag je dit gerust een nepalees 5 sterren hotel noemen . Een gids van een engelsman wist me 's avonds te vertellen dat mijn gids het niet zou halen naar muktinath en dat ik moest doorlopen naar Jomson 1 dag verder omdat de gids met het vliegtuig vanuit Manang over zou komen. Ik zou 1 dag extra moeten wachten in Jomson. Hmm dat was het dan. Ik had liever een dagje langer uitgerust in het Bob Marley hotel.

De volgende ochtend vertelde de hotelmanager me na het afrekenen dat het goed was dat ik zo vroeg begon met lopen vanwege de wind. Ik had geen idee waar hij het over had ?. Een uurtje of 6 later zou ik er spijt van hebben dat ik ooit geboren was. Een paar verkeerde afslagen en ik was eindelijk weer op het rechte pad. 3 uur lopen naar Jomsom volgens opgave van de trekkingguide. Easy does it !. Onderweg kwam ik 2 israeli's en een nederlands meisje tegen die ik al eerder had ontmoet. We besloten samen om niet rechtstreeks naar Jomson te lopen, maar om 1 uur af te wijken van de koers om het pitoresque Kagbeni te bezoeken. Kagbeni is als een Oase in de woestenij van het Mustang gebied. Het plaatsje heeft zelfs een Yak donalds en een 7 eleven. We besluiten halt te houden bij een dutch coffee house om eens te gaan genieten van een echt bakkie koffie. Het duurde even, maar het bakje koffie was het 1 1/2 uur wachten wel waard.

Vol goede zin lopen we in israelische legerlooppas de weg richting Jomsom. Na de eerste bocht bij het uiteinde van het dorp zie ik een bekend petje door de lucht heenvliegen. Het is het petje van de israeli die voorop liep. Een windvlaagje... Doe een stapje naar voren en een stapje terug (iemand die dat leidje nog kent ?).

Stel je voor een drooggevallen rivierbedding met miljarden stenen van een kilometer breed en 15 kilometer lang. Stel je voor dat daar allemaal fijn zand tussenligt. Stel je voor dat dat wind doorheen blaast met snelheden boven de 110 kilometer per uur. Tel daar nog wat windhozen en zandhozen (???) bij op en het feit dat je dag daarvoor de fysiek zwaarste dag uit je leven hebt gehad.

Na een gevecht tegen de elementen kwam ik eindelijk aan in Jomson. Jomson is zo een beetje de hoofdstad van het Mustang district. Ik kon me niet indenken wie het in z'n hoofd zou halen om hier ooit een dorp/stad te bouwen.

Volgens een andere gids moest ik hier in Hotel Himalayan 2 dagen wachten op m'n gids die in zou komen vliegen vanuit Humde aan de andere kant van het annapurna massief. Ik zag er zwaar tegenop om in dit uitgewaaide gat te gaan zitten wachten op iemand. Gelukkig was het personeel aardig en waren er in de buurt een aantal winkeltjes die ook 2de hands boeken verkochten. Tijd voor rust en herstel in de Himalaya !.

's ochtends keek ik vanaf het dak van het hotel uit op het vliegveld om te kijken of er toevallig een gids uit 1 van de toestelletjes stapte. Vanwege de wind is het alleen mogelijk om van 7 uur tot 10 uur in de morgen vliegtuigen te laten landen en op te laten stijgen. Die morgen geen Guide te zien. Om de verveling wat tegen te gaan besloot ik maar een bezoekje te brengen aan het King Mahendra museum, maar omdat de videorecorder kapot was was er weinig interessant te bekijken behalve het nagebouwde klooster. Dus maar besloten om weer in een boek te gaan duiken.

De volgende octend begon weer hetzelfde ritueel als de ochtend ervoor. Van 7 tot 10 heb ik op het dak gestaan om te kijken of er een bekend gezicht te zien was. Helaas na de laatste landing gaf ik de moet op. Ik had geen zin meer om nog een dag langer te wachten in dit gat. Op straat liep ik een duits stel tegen het lijf die ik al eerder was tegengekomen in Muktinath. Ze vlogen zelf vanuit Jomson naar Pokhara om vervolgens naar Tibet te gaan en hadden een gids over waar ook al voor betaald was. Ik kon dus gratis een gids overnemen!. Een kans die ik natuurlijk niet kon laten schieten.

Eindelijk weer "on the road" na 2 dagen stilzitten. De volgende morgen liep ik met mijn nieuwe kameraad Som op weg naar Kalopani. Om de verloren dagen goed te maken besloot ik om i.p.v. in 6 dagen in 4 dagen naar Pokhara te lopen. Er was namelijk sprake van een aangekondigde staking en ik had geen zin om 3 extra dagen vast te zitten in de bergen.

Omdat we vroeg vertrokken waren hadden we geen last van de gehate wind door de vallei. Het weer was goed, de moraal was hoog en het eindstation al snel in zicht. Onderweg liepen we door het prachtige oude dorpje Marpha en in de rivierbedding hebben we nog naar fossielen gezocht (en gevonden !). Ja ik was weer in een prima stemming.

Tatopani was de volgende naam die op het kaartje stond als doelwit voor de volgende dag. Tatopani betekent zoveel als "warm water" een naam die het verdiend heeft door de beroemde hotsprings bij de rivier. Niet alleen is het water daar warm, maar ook de temperatuur. We dalen namelijk van zo'n 2500 naar 700 meter (en dat heb ik geweten !). Stom als ik was begon ik de dag te lopen op normale sokken. Het schuren van die sokken maakt je voetzoelen enorm warm (en gevoellig voor blaren) De brandende zon maakte de dag alleen maar warmer. Na een bloedhete lange dag bergaf lopen was een koude douche dan ook behoorlijk welkom. Gelukkig ben ik bespaard gebleven van blaren. Na de opfrisbeurt besloot ik maar een een kijkje te gaan nemen bij die beroemde hotsprings. Die bleek vol te zitten met een hoop bekenden van eerder op de trekking die ik was kwijtgeraakt. Tijd om wat bij te kletsen.

Het vooruitzicht was niet al te best voor de 1 na laatste dag. De langste klim van heel de trekking (700 naar 2700), Monsoonregens en een dikke kans op maoisten (en betalen). In de klim door het bos naar het eerste plaatsje braza van die dag kwam ik het britse leger weer tegen. Ja dezelfde als waar ik 2 weken daarvoor mee gestart was . Was ik toch nog niet zo ver achterop geraakt. In brza stopte we voor een theepauze. Toen ik de eigenaar op wat coconutcookies trakteerde werd hij plots wat spraakzamer. Hij vertelde dat er in het volgende dorp op de route veel maoisten waren, maar hij wist een alternatieve route langs de andere kant van de bergkam die alleen door nepalis gebruikt werd en die behalve rustiger en beter begaanbaar ook nog eens korter was !. A secret way !. Daar hadden Som en ik natuurlijk wel oren naar. Enige nadeel was dat je eerst 1 uur lang verschrikkelijk steil moest klimmen.

Na de inderdaad verschrikkelijk steile klim van 1 1/2 uur kwamen we aan in een dorpje waar ze nog nooit een tourist gezien hadden. Het hele dorp trok er dan ook voor uit om de blanke lelijke lange man te verwelkomen waarna ik ze natuurlijk betoverde met mijn digitale camera truckjes ;-). De energievoorraad aangevuld door Dahl Bat te gaan eten bij een oud vrouwtje en na het inslaan van wat vers water onze tocht naar Ghorapani voortgezet.

De route aan de andere kant van de bergen was geweldig om te lopen. Werkelijk niemand op onze weg en een mooi licht golvend pad door de bossen. Na 5 uur lopen was daar op de top van de berg dan eindelijk Ghorapani. De hotels zijn hier behoorlijk creatief in elkaar geflanst. Met blauw plastic zeil, planken en spaanplaten word er hier zo een hotel van 3 verdiepingen uit de grond gestampt !. Na de verplichte opfrisbeurt (met warme douche !) even gezellig een beker black tea bij de stoof opdrinken terwijl ik zag hoe de britten 1 voor 1 ghorapani binnendruppelden, 3 uur later en elk 1200 rupee (14 euro) lichter dankzij de maoisten ;-).

De volgende dag staan we voor een dillema. Of we lopen verder omhoog naar Tadapani in een poging de maoisten wederom te omzeilen en de kans om de laatste bus naar Pokhara te missen of we lopen direct naar Naja Pul wat 1 uur korter is, maar wat een veel grotere kans heeft op maoisten. Hoeveel van mijn geluk zou er nog over zijn ?. We besloten naar Tadapani te lopen, maar op een 1/3 van de klim besloot ik dat ik het helemaal gehad had met omhoog gaan en namen we een ander pad dat toch weer naar Naja Pul zou gaan. Later zou blijken dat we door dit kleine blokje om de maoisten alsnog omzeild hadden !.

Bij een bakje thee om onze overwinning te vieren kregen we te horen dat de laatste bus niet om 7 uur maar om 4 uur zou vertrekken uit Naja Pul. Een schier onhaalbare opgave om die laatste kilometers in zo'n korte tijd te doen. Ik gaf Som geld voor de buskaartjes en hij zette een sprint in om op tijd bij de bus te zijn om de kaartjes te kopen, ikzelf zette alles in werking om voor 4 uur beneden te zijn. De tijd tikte snel weg en in de verte zag ik Naja Pul opdoemen. Een lange kronkelende modderweg in aanbouw leidde naar de weg waar de bus stond te wachten. Bovenaan de weg stond Som te zwaaien dat ik op moest schieten, omdat de bus op het punt stond om te gaan rijden. Hij rende naar beneden om mijn rugzak over tenemen. Door de brandenetels, stenen en modder klauterde ik omhoog. De kleine tibetaan zat inmiddels al met mijn rugzak in de bus. Met m'n laatste krachten hees ik me de bus in om achter de chauffeur op een gereedschapskist neer te ploffen. Het was 4 uur ik keek naar buiten en het begon te regenen. Het britse leger had de bus gemist. Nederland - Engeland (1-0)

De Tocht door de Himalaya zat erop. Het was prachtig, het was afzien, Het was de zeer moeite waard en ik ga zeker nog een keertje terug.

Pokhara, de tweede stad van Nepal, maar meer relaxed dan Katmandu. Gelegen aan een meer en met in de achtergrond een van de mooiste pieken; Fishtail. Vanwege de staking moest ik noodgedwongen 3 dagen in Pokhara blijven. Helemaal niet erg, want er is genoeg te doen in en rond de stad. Van mijn duitste vrienden in Jomson had ik buiten de gids ook nog een gratis tourist bus ticket en 2 hotelovernachtingen in het Shikar hotel gekregen. Toppie van mein deutsche freunde . Vanwege zijn goede diensten heb ik voor Som een stel nieuwe wandelschoenen gekocht. Die gast liep 350 kilometer op tennisschoenen !!. Hij was er erg blij mee.

In Pokhara kwam ik een hoop bekenden van de trekking tegen. Waaronder tot mijn verbazing mijn gids Prakash (ja die ziek werd). Hij was al dagen aan het wachten op me in Pokhara en had het helaas niet kunnen halen naar Jomson, omdat alle vluchten volgeboekt zaten. Hij wilde voor me het hotel en autorit terug naar Katmandu betalen. Ik heb geweigerd, omdat het nu heel duidelijk was dat ik 18 dagen betaald had en maar 9 dagen gekregen had. Dus helft van het geld terug. Prakash was bang dat hij nu geen baan meer zou hebbben bij de trekking agency, maar ik beloofde hem een goed woordje voor hem te zullen doen.

Op dag 2 in Pokhara besloot ik maar eens een wandeltochtje te gaan doen naar de World peace pagoda om de beentjes even uit te laten lopen. Op de weg naar de top van de berg werden we gewaarschuwd door een oude man dat er behoorlijk wat "leechie" in het bos waren. De gevreesde nepalese yukha dus . De rest van de looptocht door het bos keek ik naar de grond om de beestjes te zien. En ja hoor de kleine wormpjes proberen via je schoenen razendsnel naar je benen te klimmen. Toen ik bij de Peace pagoda m'n schoenen uittrok bleek dat er al 3 in m'n schoenen zaten die vreemd genoeg niet door m'n sokken hadden toegeslagen.

Op een terrasje vlakbij de de peace pagoda kwam ik een nederlands meisje (mathilde) tegen, waar ik onder het genot van een colatje mee zat te kletsen. Plots zag ik een rode vlek in m'n spijkerbroek en toen ik m'n broekspijp omhoog trok viel er net een dikke volgezogen bloedzuiger van m'n been af. Mathilde slaakte een kreet van afgrijzen uit . De voldane Yukha probeerde te vluchten richting de struiken. Ik gaf me maar gewonnen.

dag 3 bestond voornamelijk uit boeken lezen, ouwehoeren en de hotelmanager frans leren. 's avonds nog een afscheidsborreltje met Mathilde en 2 andere landgenoten in hoe kan het ook anders "Club Amsterdam" gedronken.

De volgende dag was het weer terug naar Katmandu. In een volgepakte toeristenbus gingen we over het gevaarlijke wegensysteem richting de hoofdstad. Mijn eerste ontmoeting met de stad was niet bepaald een positieve en ik zag er dan ook aardig tegenop om weer terug te keren in dat stinkhol. In de bus kwam ik Michael tegen, een pool die dagen ervoor ternauwernood aan de dood ontsnapt was toen hij met raften uit een boot viel en in een draaikolk terecht kwam. Na lang spartelen verloor hij zijn krachten en toen liet de draaikolk hem gaan ?. Hij had in ieder geval een goede tip om in Katmandu naar Pilgrim's Guesthouse te gaan.

Bij de busstop in katmandu zag ik de touts alweer zwaaien met kaartjes van het verschrikkelijk Hotel mount Fuji. Ik waarschuwde dan ook iedereen in de bus om niet naar dit veel te dure en ondermaatse hondenhok te gaan. Ik, Michael en 2 nederlandse gasten besloten om een Taxi te nemen naar Pilgrim's Guesthouse. Ooit wel eens met 5 man en 4 backpacks in een suzuki alto gezeten ?. Geloof het of niet maar het kan.

Pilgrim's Guesthouse was inderdaad een Oase vergeleken bij de andere hotels waar ik gezeten heb gedurende mijn reis. Schone kamer, Warm water, toiletpapier en een TV !!. En dat voor maar 5$ per nacht. Verder was er prima eten, een internet cafe en een mooie tuin. Ook Thamel bleek nu reuze mee te vallen. Na een paar dagen als de mensen je kennen en weten dat je niks van ze koopt laten ze je verder ook met rust en kun je gewoon heerlijk rondstruinen door de toeristische buurt.

De trekking agency deed gelukkig niet moeilijk over mijn refund. Ik kreeg netjes de helft van m'n geld terug en ik heb nog een goed woordje gedaan voor Prakash. Niemand kan er immers iets aan doen als hij hoogteziekte krijgt.

Het enige probleem was dat mijn roommate Michael elke dag steeds meer last kreeg van maagklachten. Geen enkel medicijn hielp behalve de Morfine (!!) tabletten die hij van een lokaal ziekenhuis had gehad. Vanwege de vele reiki centra in katmandu kwam ik op het idee om misschien wat hulp te zoeken bij een reiki centrum. Baat het niet dan schaadt het niet. Michael vond dit een goed plan en reeds na 1 sessie voelde hij verbetering. Na 2 sessies voelde hij meer verbetering en werden zijn schoenen gejat, die moest je namelijk buiten laten staan . In ieder geval was m'n kamergenoot na een aantal sessies genezen van z'n pijn en kon hij z'n reis naar India voortzetten.

Nog wat cultuur geproeft in Patan, Bakthapur, Bodenath en de Monkey temple. Allemaal prachtige tempelcomplexen, maar na 1 week tempelstruinen word je behoorlijk tempelmoe. En al die stupa's lijken toch wel behoorlijk op elkaar. Het enige waar ik nog even beslag op moest leggen waren die prachtige gebedsvlaggetjes. 50 rupee voor een rol van 25 .

'S nachts was het vooral te doen in Tom and Jerry. een luidruchtige bar waar altijd wel wat te vieren is. 2 spanjaarden die de Everest bedwongen hadden gingen bijna op de vuist met 2 ieren. Een dronken tibetaan moesten we van een meisje afhouden om niet handtastelijk te worden. Op de tafel stond een lelijke engelsman te strippen, een hitsig deens meisje stond tegen iedere gast op te rijden en zoals altijd werd de rest van de ruimte afgevuld met israeli's. Het leukste was eigenlijk nog dat de baco's maar 50 cent waren of nee.. de groep australiers die dachten in korte broek naar everest base camp te lopen _/-\o_ .

Op de laatste avond in Katmandu maak ik een cruciale fout; ik eet een salade . Met zware maagkrampen brengt de hoteltaxi me naar het vliegveld om mijn Thai airways vlucht vanuit Katmandu naar Bangkok te halen. Op het vliegveld kom een israelier tegen die ook richting Bangkok gaat. Aangekomen in Bangkok besluiten we samen op zoek te gaan naar een onderkomen in de buurt van Khao san road.

Exit Nepal, Enter Thailand....


Thailand (vanaf 28 Mei 2004)

Geen slurf maar een trap werd aan het vliegtuig gezet toen we aankwamen in Bangkok. Op het moment dat ik die trap afliep dacht ik dat de piloot een domme fout had gemaakt en de motor aan had laten staan zo warm was het. Het bleek de normale temperatuur te zijn Bangkok. Wat een verschrikkelijke hitte !!

Na het oppikken van m'n rugzak stapte ik vol goede moed op het eerste beste money changer af om erachter te komen dat ze van mijn 5000 nepalese rupees (toch zo'n 50 euro) niet gediend waren. Ook alle andere money changers hadden geen behoefte aan nepalese rupees (die ik tot op de dag van vandaag nog heb).

Samen met mijn nieuwe israelische kameraad Matan zetten we in de aircon bus aan richting Khao san road; het backpackers walhalla van Thailand. Na wat gevogel komen we terecht in Peachy guest house waar we voor 120 Baht een aircon room hebben. Na het ditchen van de bagage besluiten we om de buurt maar eens te gaan verkennen. Khao san road is een mix van restaurants, bars, disco's, straatverkopers, prostituees en tuk tuk chauffeurs, maar eerlijk is eerlijk het is er altijd feest

Vanwege mijn salade maagproblemen ben ik al na 1 Heineken import zo zat als een pin. Ik heb veelvuldig wat sprintjes moeten trekken naar het toilet in Gulliver's tavern. In die tenten maak je ook gelijk kennis met hordes Thaise meisjes, die een allemaal 1 of meer westerse vriendjes willen. Het leuke is dat zelfs al begin je een verhaal over diverse soorten stopverf of over de haardracht van Jan Peter Balkenende, ze blijven altijd naar je lachen . Je kunt ze geen hoeren noemen. Ze willen gewoon met je rondhangen en dat jij hun drankjes etc. betaald. Misschien een soort verdekte prostitutie dan.

Onderweg terug naar ons hotel worden we gelijk aangerand door een stel omgebouwde dames. Mijn roommate heeft echter dankzij de grote hoeveelheid alcohol die hij genuttigd heeft ook een oogafwijking gekregen en staat met 1 van de "dames" te zoenen. Ik trok hem los van de stevige greep... De volgende morgen wist hij natuurlijk niks meer.

Na wat getob over wat te doen in Thailand wist Matan me te overtuigen om naar Ko Chang te gaan. Ko Chang is het op 1 na grootste eiland in Thailand (na Phuket) en nog niet zo verziekt door het toerisme (zo werd mij verteld). Zo gezegd zo gedigiedaan kochten we 2 buskaartjes naar Ko chang waar Matan zelf eerder een ticket had gekocht naar Tokio. Matan ging de 10de naar Tokio om daar voor een israeli sieraden etc. te gaan verkopen op festivals, iets wat veel israeli's doen om geld bij elkaar te sprokkelen om Japan te verkennen.

Omdat ik geen zin had om weer met diezelfde zware rugzak rond te lopen kocht ik een nieuwe rugzak + wat t-shirts en korte broeken om de komende tijd mee vooruit te kunnen in thailand. M'n zware pack dumpte ik bij The traveller's connection.

Omdat mijn maagklachten nagenoeg verdwenen waren besloten we om die avond om maar eens flink de beest uit te gaan hangen op Khao san road. In The irish pub speelde een prima rockband (covers van guns 'n roses, linkin park, ugly kid joe, blink 182 etc.). Gelukkig rook ik niet meer want in Thailand is het sinds kort verboden om in ruimtes met airco te roken (niet dat iedereen zich daar aan houdt) en de meeste leuke tenten hebben airco. Om 5 uur (alles is normaal dicht om 2 uur, maar sommige tenten schenken wat langer) kwamen we redelijk beschonken terug in ons hotel en om 8 uur zou onze bus vertrekken richting Ko Chang.

Ik had natuurlijk weer de beste plaats in de minibus. Met m'n achterste op een of andere metalen pin de airco recht op m'n noten blazend 7 uur lang uitkaterend in een bus hangen. Onderweg werden we getrakteerd op een goede portie thaise smartlappen

Na een boottocht van 1 uur waren we dan eindelijk op Ko chang. Ko chang is ongeveer 50km2 en heeft pas sinds 2001 een volledig geasfalteerde weg rondom het eiland. Het is voornamelijk begroeid met regenwoud. Een ander eilandje in de buurt draagt de nogal opwindende nam Ko kut . De grootste plaats op Ko Chang is White sands beach. Dat zou onze stek worden voor de komende tijd. Volgens de lonely planet zou er geen enkele ATM aanwezig zijn op het eiland, maar het stond er werkelijk vol mee.

Als er 1 volk berucht is voor onderhandelen en zo goedkoop mogelijk proberen te reizen dan zijn het wel de israeliers. Frustrerend was het dan ook voor Matan om steeds te horen te krijgen dat er niets te onderhandelen viel over de bungalowprijzen en dat de prijzen gewoon vast waren. Samen met David (een aussie) en Neil (een kiwi) kwamen we terecht bij Tantawan bungalows. Schone bungalows aan het strand met een goed restaurant/bar en een live band.

Na wederom een avondje zuipen en kletsen besloten we op dag om een zooi scooters te huren. De scooters in Thailand zijn niet te vergelijken met die in Nederland. Een honda automaat gaat hier al snel 110 kmph. zonnebrilletje op tegen de vliegen en gassen maar . In de eerste de beste bocht gaat Matan op z'n plaat. Na 20 meter doorglijden komt hij tegen een boom tot stilstand. Hij geeft de schuld maar aan het materiaal (David zag hoe hij alleen de frontbrake gebruikte in de scherpe bocht) en ging gelijk terug naar de scooterverhuur om het duivelse apparaat terug te brengen.

Samen met David ben ik toen maar doorgereden naar een waterval waar we nog even wat gevaarlijke stunts hebben uitgehaald De thais zijn overigens wel consequent in het afzetten van buitenlanders. De buitenlanders mochten 200 baht betalen en de thais 20 baht (stond in het thais bij entree bij de waterval maar welke buitenlander kan dat lezen ?).

Eenmaal terug bij Tantawan mocht het klagen van Matan aanhoren die 500 Baht moest betalen voor de schade aan de kap van de scooter. Later zou echter blijken dat de scooter van iemand anders was die tegen mij kwam klagen dat hij nog meer geld wilde. Oppassen met scooters huren, want ze zijn niet verzekerd !.

Ondanks het wat mindere weer was het prima relaxen op Ko Chang. Vooral de Thaise massage is een aanrader. 1 uur lang lijkt het alsof die kleine vrouwtjes je spieren uit elkaar trekken en helemaal zonder pijn is het niet, maar uiteindelijk werkt het heel ontspannend.

Inmiddels had ik besloten om niet verder te gaan kijken in Thailand, maar om een trip te maken naar Cambodja, Vietnam en Laos. Het weer in Thailand was gewoon te slecht om er optimaal van te kunnen genieten.

En toen ging het mis... Het was Full moon party bij de KC bar. Dat mochten we natuurlijk niet missen. De biertjes, baco's en punch gingen er goed in en ik kwam in gesprek met wat engelsen die dezelfde plannen hadden als ik. Het verbond was snel gesloten en ik zou met hun mee gaan. Matan was al vroeg naar huis gegaan en om een uur of 2 vond ik het ook wel weer welletjes. Ik voelde me eigenlijk niet al te best.

De volgende morgen (middag) vertelde Matan me dat ik de hele nacht had liggen praten in het Nederlands, engels en duits (!!). Ik leek volgens hem een gespleten persoon met allemaal verschillende stemmen . Gedurende de dag werd ik eigenlijk alleen maar zieker. De volgende dag ging Matan terug naar Bangkok vanwege zijn vlucht naar Tokio. Na hem uitgezwaaid te hebben dook ik weer terug in bed.

Ik heb eigenlijk 1 week lang alleen maar ziek in bed gelegen, soms wat gegeten en wat gelezen, maar vooral geslapen. Gelukkig werd er goed voor me gezorgd door Katherine (een engels meisje die in de bar werkte) en Joachim en Tina (een deens stel). In het restaurant/bar hoefde je in ieder geval niet vervelen. De geweldige band ging zich te buiten aan gigantische hoeveelheden whiskey/soda (vanaf 9 uur 's ochtends) en begonnen met de dag slechter te spelen gelukkig kon je als gast zelf ook de instrumenten bespelen.

Vooral grappig was het verhaal van Sean een ier die samen met z'n zusjes op vakantie was. Na een paar uur drinken was hij zo zat dat hij met een nog al vlezig canadees meisje haar bungalow (nummer 15) in dook. Even later liep een amerikaan de bar binnen die vroeg of er nog een biertje te halen viel. Waarop de nog aanwezige gasten hem erop wezen dat er in bungalow 15 nog wel een koud kratje stond. Vervolgens gingen Sean en de amerikaan op de vuist. Sean won en de amerikaan vluchtte. Later die nacht is de amerikaan terug gekeerd om "wraak" te nemen en heeft over alle tafels van het restaurant heen staan pissen.

Alhoewel ik me nog lang geen 100% voelde moest er wat gebeuren. Ik had geen zin meer om in Thailand te blijven en nam de boot terug naar het vasteland. Op de boot kwam ik een nederlander tegen die al 3 jaar in Thailand woonde. Hij boodt me aan om me af te zetten in Trat, Trat is een handelsdorp vlakbij de grens met Cambodja.. Erg aardig van em want het was vanaf de boot toch 25KM naar Trat. Uit dank heb ik em getrakteerd op een goede bak noodles op de markt in Trat.

De volgende morgen nam ik de bus naar Cambodja. Op naar de 3de bestemming op mijn reis...

tot zover Thailand, maar ik kom terug !

Cambodja

Waar was ik gebleven ? Yes ik was vroeg in de ochtend met de minibus vertrokken vanuit Trat naar de grens tussen Thailand en Cambodja.

Een amerikaan Richie die ik in Nepal tegenkwam wist me te vertellen dat Cambodja een land is voor mensen met een Dark Soul . Mensen met een slecht geweten hadden het er volgens hem het beste naar hun zin. Alles is namelijk te koop in cambodja, van wapens en drugs tot vrouwen en kinderen.

Zo erg kon het toch niet zijn ?

Via Hat lek in Thailand kwam ik bij de douane in Cambodja terecht. Gelijk stonden er een man of 5 aan me te trekken of ik een motobike of een taxi wilde. Ik besloot om met de meest behulpzame mee te gaan die me meehielp met het invullen van de papieren aan de grens.

Ik had al diverse verhalen gehoord over de andere grensovergang bij Poipet waar kinderen een dode kat zaten te aaien, bedelaars zonder armen en benen en andere ellende. Krong Koh Kong was een nog erger hellegat dan ik gevreesd had. Alles in dat plaatsje heeft gewoon een duistere en onfrisse sfeer. Mensen wezen naar jonge meisjes met de vraag of ik interesse had. Te ziek voor woorden gewoon.

De motorbike driver probeerde om mij in een of ander hotel te proppen omdat er geen bussen meer naar Phnom Penh of Sihanoukville toe gingen die dag. Omdat ik geen zin had om ook maar 1 minuut langer in dat slijkhol te zitten besloot ik een gedeelde taxi te nemen naar Phnom Penh voor 20$. Even later werd ik met 5 cambodjanen en 1 taxichauffeur in een Toyota camry gepropt.

Over een rood bruine modderweg met aardig wat kuilen ging de 7 uur durende rit richting de hoofdstad. Nu is Cambodja berucht om zn landmijnen en leek wel of de weg hier een slachtoffer van was geworden. Soms werd deze geweldige weg even onderbroken door een riviertje die je over moest steken met een veerpont wat bestond uit een aantal samenbonden olievaten, een zooi planken en een traktormotor. Na nog even 3 kippen overreden te hebben stopte de taxi om 7 uur s avonds in Phnom Penh, central market.

De taxichauffer weigerde om mij af te zetten bij het guesthouse van mijn keuze (Narin 2). Hij had natuurlijk een veeeel beter en goedkoper alternatief. Ehm ja sure Ik stapte uit en betaalde hem 2 dollar minder om vervolgens een motobiker mij naar Narin 2 te laten brengen.

Narin 2 is een prima guesthouse. Kamers met tv, warm water en fan voor 4$. Vanuit het guesthouse kun je ook goedkope bustickets en visas regelen of motobikes en fietsen huren. Ook het eten was er prima. Gelijk een visaregeling voor Vietnam aangevraagd en busticket gekocht.

Na het avondeten kreeg ik een wel heel eigenaardige menukaart voorgeschoteld shooting range getiteld. Met een keuze uit diverse smaken machinegeweren, handpistolen, shotguns en zelfs handgranaten !. Ik had al vernomen dat sommige zieke geesten zelfs op kippen of koeien schieten. Ook kregen 2 engelsen een tank aangeboden voor 100$ !.

Cambodja is natuurlijk berucht vanwege de Rode Khmer tijd en de jarenlange burgeroorlog die tot op de dag van vandaag nog zn slachtoffers eist (zie landmijnen). Een aantal getuigenissen van die verschrikkelijke tijd zijn te vinden in de vorm van The killing fields en de Tuol sleng museum.

Op dag 2 in PP met 2 engelse meiden een minibus gehuurd en naar The Killing fields gereden. Het landschap verraadt eigenlijk niets van wat voor taferelen zich hier hebben afgespeeld. Een monument met daarin 8000 schedels, gerangschikt op sexe en leeftijd is opbouwd ter nagedachtenis. Ongeveer 17.000 mensen zijn vermoord op die plaats. Vaak met een knuppel om kogels uit te sparen !.


skulls

Het Tuol Sleng museum (s-21 prison) geeft een iets betere indruk van wat er gebeurd is. Een videofilm met interviews en verhalen van een cipier en van 1 van de 7 overlevenden. Overal hangen fotos van alle mannen, vrouwen en kinderen die allemaal in s-21 hebben gezeten en uiteindelijk zijn vermoord op The Killing Fields. Je wordt er stil van


s-21 prison

Gelukkig zijn er in Phnom Penh ook nog leuke dingen te doen in moviestreet kun je onder het genot van een drankje in je eigen kamer met grote bank en airco een film naar keuze bekijken.

De volgende ochtend met een motorbike naar een militaire basis gereden. Als nederlander heb je natuurlijk weinig kans om eens een keertje te schieten en ik had als counterstrike fanaat toch wel even de behoefte om met een AK-47 te schieten (30 kogels - 20$). Een oorverdovende ervaring kan ik je wel vertellen (zelfs met oordoppen). De Kalashnikov geeft aardig wat terugslag. Het doelwit (een poster van een bankrover) heb ik doorzeeft van zon 50 meter afstand . Na een blikje cola kreeg ik ook nog een handgranaat of pistol aangeboden, maar daar had ik geen behoefte aan.

s middags nog een bezoekje gebracht aan het koninklijke paleis en the silver pagoda. De grootse attractie was ikzelf toen ik vakkundig een bak noodles naar binnen aan het werken was bij een lokale vreetschuur. De cambodjanen vonden het blijkbaar enorm interessant om een hollandse reus met chopsticks te zien worstelen.

De meeste mensen bezoeken Cambodja niet vanwege het schieten of the killing fields, maar vanwege het beroemde Angkor, een gigantisch groot gebied met tempelcomplexen van soms meer dan 1000 jaar oud. Ook bekend van de film Tombraider. Dat was dan ook mijn bestemming voor de volgende dag. Na een 6 uur durende busrit over een voor cambodjaanse begrippen perfecte weg kwamen we aan in Siem Riep. Siem Riep ligt naast de Angkor tempels en volledig volgebouwd met hotels in alle soorten en maten.


Stoned

Je kunt je op verschillende manieren laten vervoeren tussen de tempels. Fietsen, motobikes, busjes, taxis en zelfs olifanten. Ikzelf had voor 6$ per dag een prive chauffeur ingehuurd

Na het aanschaffen van een 3 day pass kon het avontuur beginnen. De bekenste bouwwerken zijn Angkor Wat, Angkor Thom en Ta Prohm. Persoonlijk vond ik Angkor Wat erg indrukwekkend, maar veel te druk. Bij de beklimming van de hoogste toren van het complex stond een chinees heftig te gebaren en te roepen dat het not such a smart idea ! was om die stijle trap op te klauteren. Hij wist natuurlijk niks af van mijn himalaya ervaring en ik zwaaide vriendelijk naar hem toen ik boven was.


Dikke boom

Ta Prohm is eigenlijk de mooiste tempel. Bijna volledig overgroeid door gigantische bomen. Je moet het zelf zien om het te ervaren. Een oud kereltje staat de hele dag de vloer te bezemen. Ditzelfde mannetje staat ook op de cover van het lonely planet guidebook en heeft een aardig handeltje opgezet in souvenirs .

Bij het eten van een bordje fried rice bij een van de tempels krijg ik als extratje een kakkerlak in mn eten. Ik zie het meegebakken beestje pas als hem al half heb opgegeten. Een onaangename verrassing dus

Na 3 dagen Angkor ging ik over dezelfde weg terug naar Phnom Penh waar inmiddels mijn paspoort klaar zou liggen met een visum voor Vietnam. Onderweg stopte bij een marktplaats waar je keuze had uit een aantal lokale delicatessen namelijk : kakkerlakken, kevers, sprinkhanen en dikke zwarte spinnen (gefrituurd of gebakken). Na mijn halve kakkerlak besloot ik deze keer maar over te slaan. Een kerel voor me in de bus zat heerlijk zijn spinnen op te peuzelen . Gedurende de rode khmer tijd was er hongersnood in Cambodja en gingen de mensen op zoek naar alternatieven.

In Phnom Penh mijn vliegticket van Bangkok naar Melbourne 1 maand vooruit geschoven. Ging er erg leuk aan toe in het Thai airways office. Je kunt in cambodja dan wel een nummertje trekken. De gemiddelde cambodjaan trekt ook wel een nummer, maar loopt dan direct naar de balie om tegen een medewerker aan te gaan schreeuwen of ze nou aan de beurt zijn of niet. Na 2 uur wachten was nummer 28 dan eindelijk aan de beurt. Om wat af te koelen s middags een wandeltripje gedaan naar Wat Phnom waar een boze aap probeerde mn wierookstaafjes af te pikken .

De cambodjanen zijn best vriendelijk, (behalve in de grensdorpjes en in wachtrijen). Je kan zien dat land druk bezig is om zichzelf er weer bovenop te helpen. Ik had alleen tijd om de toeristische trekpleisters te bezoeken, maar ik heb van veel mensen gehoord dat de buitengebieden in het noord oosten zeker de moeite waard zijn.

Na alle papieren rompslomp in Phnom Pehn ging de weg verder richting Ho Chi Minh city (Saigon) in Vietnam.

Vietnam part 1

De bus van Phnom Pehn naar de grens met Vietnam was weer eens overbevolkt met toeristen. Onderweg konden we weer heerlijk genieten van de duivelse karaoke video cd's. Na het bedreigen van de buschauffeur door het overgrote deel van de passagiers kregen we het gedaan dat er een normale muziek cd op werd gezet. Geloof me als ik zeg dat je van 6 uur cambodjaans karaoke gejengel een aardig beurse grijze massa begint te krijgen.

Na mijn laatste riels te hebben gedumpt bij een noodlebar ging ik met rasse schreden richting de vietnamese grens. Hier werd ik weer geconfronteerd met het cambodjaanse queing probleem. Na wat gemwurm en geduw gooide ik ook mijn paspoort het douane hokje in. Het werkte want 10min later stond ik al in Vietnam. Nu nog die bus zien te vinden die me naar Saigon zou brengen.

De bus was makkelijk te vinden, maar zou pas vertrekken als er genoeg passagiers waren. En al mijn busgenoten stonden nog in de cambodjaanse massa bij de grens !. 4 uur later was er dan eindelijk genoeg vulling voor de bus. Gelijk werden we platgegooid met brochures door een vietnamees meisje met de nogal opmerkelijke naam happylady. Diverse tours en bustickets voor werkelijk geen geld met gratis t-shirts, cd's etc.

Bij aankomst in Saigon werden we gelijk op de backpackersstrip gedropt. Een paar straten vol met winkeltjes, bars, hotels, tour agencies. Opmerkelijke aan Vietnam is dat je belasting betaald naar breedte van het gebouw. Daarom zijn de meeste hotels (vaak mini hotels genoemd) zeer smal, maar erg hoog. Ik besluit voor 4 nachten te crashen in hotel Le Trung. Daarna bij Happy tours een open busticket gekocht naar Hanoi (met diverse stops / 23$) en 3 dagtours (mekong delta, cu chi tunnels en city tour). Reizen is bijzonder eenvoudig tot dusverre, maar je belandt wel in een soort commissie circuit.

M'n eerste dagtrip in Saigon ging naar de Mekong delta. De Mekong is een van 's werelds grootste en machtigste rivieren en hij loopt in de Vietnam de zee in. Met een bootje word ons groepje (8 man) naar diverse eilandjes gebracht waar we diverse ambachtelijke werkwijzen mogen aanschouwen, door natuurlijke kanalen varen en kunnen genieten van traditionele vietnamese muziek. Onder de lunchpauze worden we getrakteerd op een flinke monsoonbui. Tijd om nader kennis te maken met de groep. 2 nederlanders (Martien die net uit Australie kwam en ik), 3 ieren (altijd gezellig), 2 doven en 1 japanse genaamd Mei die praten tot een duursport heeft verheven. Nu heb ik aardig wat geduld, maar deze japanse bleef maar doorouwehoeren. voorbeeld: welke vliegtuigmaatschappijen hoeveel douchecabines hebben in de 1ste klasse lounge in Tokyo en Los angeles. De onderwerpen waren ook niet bijster interessant. Ik denk dat iedereen Mei op ignore modus had staan toen de bui over was.


Varen over de mekong

Na nog een eilandje waar slangenwhiskey gemaakt werd (een fles whiskey met daarin een cobra en/of schorpioen). Bracht het bootje ons weer terug naar de minibus. Onderweg terug stopte we bij een soort van dierenparkje met een aantal kooien met slingerapen erin. Opeens slaakt iemand een ijselijke kreet. Het was 1 van ieren, hij had net een cornetto gekocht en was te dicht langs een kooi gelopen waarop een slingeraap het ijsje uit zijn hand gegrist had. Zwaar verontwaardigd en nog in shock liep de ier terug naar de ijscoboer om een nieuwe ijsco te halen. ( aap - mens 1 - 0 ) Ik haalde nog even aan dat hij de aap ook een banaan kon geven ingesmeerd met chilisaus om wraak te nemen.

's avonds nog wat met martien gedronken. Hij zou de dag erop naar Muine gaan (een dorpje aan de kust) dus de kans was klein dat we elkaar nog zouden treffen. Inmiddels had ik ook een aardige vooraad vietnam oorlog films en een dvd speler. Dus met een koud pilske lekker dvd's kijken in de hotelkamer.

Een van de grote trekpleisters in Vietnam zijn de beroemde Cu Chi tunnels. Het is een tunnelscomplex wat zo'n 270km2 bestrijkt. Zelfs tot in Cambodja en Laos. De amerikanen hadden geen idee waar al die schoten vandaan kwamen toen ze een basis bovenop de cu chi tunnels hadden gebouwd. Uiteindelijk hebben de amerikanen met een stel B-52's de boel ge carpedbombed in 1968. Tijd om eens een kijkje te gaan nemen bij deze beruchte tunnels dus.

Bij de volledige dagtour stop je eerst bij een Caodistisch tempelcomplex. Het is een soort fusiegodsdienst van een sekte. We mochten een ceremonie bijwonen. Eigenlijk een beetje saai en ik had er spijt van niet de halve dagtour genomen te hebben.

Na 2 uurtjes doortuffen kwamen we aan bij de cu chi tunnels. De handel is een beetje gerestaureerd en de meeste tunnels zijn groter gemaakt omdat wij grote europeanen anders die tunnels helemaal niet inkunnen. Ik kan begrijpen waarom die amerikanen geen grip konden krijgen op de NVA en de Vietcong. Je komt gewoonweg die tunnels niet in. We mochten een stukje sfeer proeven door 130 meter door 1 van de tunnels te kruipen. Volledig donker, bloedheet en krap op je knieen en ellebogen door een tunnel heenkruipen.Een zeer indrukwekkende ervaring.


Kleine vietnamees in klein gat

Na de tunnels kregen we een aantal voorbeelden van valstrikken te zien. Ik ben blij dat ik geen amerikaanse militair was in die tijd. Een soort gehaktmolens met weerhaken. Vallen die onderin je voet staken met een weerhaak, de soldaat moest met val en al in de helicopter naar het ziekenhuis (ze noemden dit souvenirtraps). En dan had je nog de beruchte scherpe bamboesticks. Samen met een kiwi Neil en een australier Marc ging ik naar de shooting range. Schieten is in Vietnam wel legaal. Ik had in Cambodja al met kalashnikov geschoten en nu wilde ik de M-60 wel eens proberen (ding wat op helicopters etc. zit). Neil en Marc gingen voor de kalashnikov. En deze keer mochten er wel foto's genomen worden.


Redneck

De 3de dag in Saigon ging de citytour niet door wegens te weinig animo. Ik kreeg netjes m'n geld terug en ben met m'n guidebook zelf de stad gaan verkennen. Saigon is gigantisch druk met motobikes. Het ziet er werkelijk zwart van. Gelukkig is oversteken niet al te lastig als je goed uit je doppen kijkt. Na een bezoek aan een park, reunification palace, war remnants museum en het Ho chi minh city museum kwam ik in een grote arcade hal terecht waar ik nog even hardcore daytona usa heb gedaan tegen wat vietnamezen. Mijn maniakale rijstijl was echter niet afdoende om de vietnamezen af te schudden. Bij Happy tours de operator ingelicht voor mijn busticket naar Dalat (1ste stop op mijn open ticket)

's ochtends in de bus was het even schrikken. De japanse praatmaniak Mei zat bij me in de bus. Even dacht ik aan uitstappen, maar het sluiten van mijn ogen was blijkbaar afdoende om de woordenwaterval af te stoppen. Een australisch stel voor me was de lul. Bij de koffiepauze (ze hebben overigens heerlijke koffie in nam) kwam Mei weer eens naast me zitten. Ik vertrelde haar over mijn plannen om misschien naar Mexico toe te gaan. Volgens haar was het niet zo'n goed idee want er verdwenen mensen in Mexico. En geen individuen, nee hele bussen met mensen !!. Ik antwoorde daarop dat overal mensen kunnen verdwijnen en dat zoiets mij er niet van weerhoud om een land te bezoeken. Volgens haar "didn't I get the point". Ignore modus aan en op naar Dalat.

Dalat ligt op zo'n 1500 meter hoogte en het is er daardoor het hele jaar bijzonder koel (max 25c). Ze noemen het ook wel eternal spring. Vanwege het onaangetaste is er nog veel van de franse invloeden terug te vinden. Voor de vietnamezen zelf is het een van de populairste vakantie en huwelijksreis bestemmingen (samen met Nha trang). Na die maanden van hitte moest ik behoorlijk wennen aan de kou. Ik had helemaal geen trui of lange broek bij me en dat is aardig hard nodig in Dalat.

Op straat word je continue lastig gevallen door nors uitziende bikers die zichzelf "easy riders" noemen. Je kunt met ze gaan toeren voor het luttele bedrag van 50$ (!!) per dag. De meeste mensen vinden ze helemaal geweldig, maar zelfs als je in een restaurant even rustig zit te eten komen ze ongevraagd aanschuiven om vervolgens een bult recommendations en foto's voor je neer te gooien. Ik was niet bepaald gecharmeerd van deze iri riders.

Met een knakker van het hotel in Dalat ging ik de volgende dag een tour doen. We begonnen met een tempel waar heel wat vietnamese meisjes met me op de foto wilde (velly tall man !). 2 watervallen (waarvan 1 met de vietnamese manneke pis), Chicken village (met een gigantische betonnen kip), de Dragon Pagoda (tempel met hoe kan het ook anders een draak), Crazy house (maf huis met themakamers die voor woekerbedragen verhuurd worden), het oude franse treinstation en De Dalat Eiffeltoren later stopte we bij een klooster... .


Bij de Dragon pagoda

De man die hier woont noemen ze de crazy monk. Hij heeft meer dan 100.000 schilderijen gemaakt en een zooi standbeelden. Hij begroette me met een vrolijke lach en vroeg waar ik vandaan kwam, daarna nam hij me van boven tot onder op en dacht dat ik een strong man was. Daarop vroeg hij of ik even een standbeeld van 50 kilo op een houtblok voor em wilde slepen !. De man was inderdaad crazy. Ik kreeg het voor elkaar om het beeld op het houtblok te slepen. De monk drukte een hamer en beitel in m'n hand en vroeg of ik het hoofd van het beeld af wilde beitelen. 45 minuten hakwerk later viel het hoofd onder luid gejuich van de monk op de grond. De filmpjes en foto's moest ik vervolgens even op 1 van zijn 3 (!!) pc's zetten. De mafkees is namelijk zo'n beetje de rijkste man van Dalat. (De meeste schilderijtjes van hem gaan voor zo'n 15$ over de toonbank en doe dat maar eens x 100.000) Even later kwam er een ander groepje binnen gelopen die werden door de monk ook gelijk aan het werk gezet. Grappig om te zien: 2 australiers die een beeld van 100 kilo door een tuin heen slepen.

De volgende dag ging ik met de bus vanuit het koude Dalat richting het zonnige strand van Nha trang. Ditmaal zonder mijn japanse vriendin.

To be continued...

Vietnam Part 2

Een relatief kort busritje van 3 uur bracht ons naar het beach resort bij uitstek in Vietnam : Nha Trang. Ik had na weken steden en jungle wel weer eens een keertje zin in wat zon, zee en zaufen. Nha Trang is ook populair bij de vietnamezen zelf en daarom zijn de prijzen ook wat hoger dan in de andere steden.

Omdat ik geen zin heb om in een commissiehotel te gaan zitten, ren ik gelijk vanuit de bus de hoek om naar een hotel wat me door iemand anders aanbevolen was; het Blue Star hotel. Als ik mn spullen in de kamer heb gedumpt en naar de receptie loop zie ik mijn hele bus inclusief backpackers voor de deur staan en de chauffeur roept iets onverstaanbaars tegen de receptioniste. Hij wilde natuurlijk commissie voor mij (wat hij niet kreeg ).

Behalve het mooie strand is Nha Trang ook bekend vanwege de vele duikscholen. Je kunt hier heel goedkoop je Padi open water of een ander level halen. Na wat rondvraag kwam ik uiteindelijk terecht bij octopus diving, een duikschool met vriendelijk personeel (voornamelijk australiers). Na het betalen van 200$ voor een 3 daagse Padi open water cursus kreeg ik gelijk een stapel boeken mee om te gaan studeren.

Na 1 dag flink studeren moest ik om 8 uur bij de duikschool verschijnen. Daar zou ik mijn instructeur en mede cursusgenoten ontmoeten. Ik was er als eerste en ik stond wel een beetje vreemd te kijken toen mijn instructeur zich voorstelde Simons the name in een flits zag ik tussen de vele tattoos een groot hakenkruis en een SS teken. Half zn mond stond vol met gouden tanden. Wat voor een figuur heb ik nou weer als instructeur !!.

Even later liepen de andere cursusgenoten naar binnen. Vanessa, een zwitsere van 26 die samen met haar vriend op vakantie was voor 3 weken en voor een grote bank werkt en Sean, een Australier van 32 die getrouwd is met een vietnamese en die voor Asia Squad werkt in Melbourne. Voor die baan moest hij vietnamees leren en daar ontmoette hij zijn (prachtige) vrouw.

Na wat vragenlijsten ging om 2 uur s middags the gang richting een 4 sterren resort om daar in het zwembad de uitrusting leren te gebruiken. Eerst moeten we 20 lengtes zwemmen en 10 minuten floaten. Daarna begint het echte werk. Het is wel vreemd om de eerste keer onderwater adem te halen. Je raakt lichtelijk in paniek de eerste paar seconden, maar na een uur of 4 oefeningen doen krijg je de smaak te pakken. Het enige probleem is dat mijn kaalgeschoren schedel lichtelijk begint aan te blakeren .

Op dag 2 kan het echte werk beginnen. Met een van de vele boten zetten we koers richting een eilandje een uur varen van de kust. Helaas is het zicht niet zo goed vanwege een orkaan in de buurt van de fillipijnen. Door dynamite fishing is ook het meeste hardkoraal afgestorven. Zonde natuurlijk, maar er is nog genoeg te zien. Op mijn eerste duik zie Clownfish (die uit Nemo ja ), Trumpetfish (langwerpig) en Cuttle Fish (verander van kleur). Het meest interessante vind ik eigenlijk de zeeegels die gevaarlijk tussen het zachte koraal liggen. Duiken is een geweldige sport en ik ben er gelijk helemaal aan verslaaft. Enig probleem wat ik heb is dat ik mn lucht te snel verbruik (2 x zo snel als Vanessa !) Ik adem te vlug en zwem te snel. Op de laatste duik zat mijn verbruik nog maar iets boven dat van de zwitserse. Sean kreeg nog een close encounter met een Clownfish die zn kinderen probeerde te beschermen en voor zn masker heen en weer zwom. Ik had een parasitaire vis aan mn pak hangen die normaal met haaien meezwemt !. Dat werd me achteraf pas verteld ik zag hem zelf niet.


duikertje blub blub


Na een laatste examen van 50 vragen te hebben gemaakt waren we allemaal Padi open water diver. Op naar The great barrier reef !.

Om ons succes te vieren spraken we s avonds af in de Guave bar, daarna zouden we naar The sailing club gaan om Portugal Nederland te kijken. Instructeur Simon vertelde dat hij vroeger toen hij in Swindon woonde een skinhead was en alles haatte wat niet blank was. Hij had zelf een duitse adelaar op zn borstkas staan. Hij had er nu spijt van en wilde alles zwart laten tattoeeren. Daar was hij nu voor aan het sparen. Volgens hem gaven de vietnamezen er weinig om, maar er waren natuurlijk geregeld opmerkingen van westerlingen.

Na het jammerlijke verlies van Ha lan tegen Portugal probeerde ik naar huis te komen. Helaas was heel de stoep bezaaid met hoertjes die allemaal aan je zitten. Suckie, fuckie sir !. Als de weerlicht achter op een motobike gesprongen en terug gegaan naar het hotel. Zelfs daar werd ik nog gegrepen door 2 hoertjes. Ik ga ook eens een keer laat op stap zeg !. Snel het hotel in gegaan en gaan pitten. De volgende dag zou ik de nachtbus nemen naar Hoi an.

Hoi an is het kledingmekka van zuid-oost Azie. De meeste mensen (en voornamelijk vrouwen ) komen om hier goedkoop goede kwaliteit kleren te laten maken. In de eindeloos doorratelende naaiateliers vliegen binnen enkele uren de meest uiteenlopende kledingstukken naar buiten. Van jurken en complete kostuums tot schoenen en kopieen van westerse kleding (inclusief de opdrukken) Ik had helaas geen ruimte meer in mn bagage dus ik moest wat interessante aanbiedingen afslaan.

Ik besloot een dagtripje te gaan doen naar de My Son tempels (spreek uit als : Mie Son). De My Son tempels zijn gebouwd door het Champa volk in een latere periode dan Angkor in Cambodja. Helaas is er weinig over van de tempels omdat de amerikanen het grotendeels verwoest hebben in de oorlog omdat er vietcong strijders verborgen zaten. Na een brief van een franse archeoloog aan de amerikaanse president zijn de bombardementen stopgezet. Veel te laat helaas.

Een stel engelsen spreekt me aan op de wonden op mn benen en vragen zich af of het van bloedzuigers is of van honden. Dankzij de vele muggenbulten die ik op Ko Chang heb opgelopen, het krabben aan die bulten en de griep hebben bacterien de kans gekregen om de wonden te infecteren en groter te maken. Ik keek eens goed en het zag er inderdaad niet uit. Grote wonden met pus en etter 1 van de engelsen was een dokter en waarschuwde me dat dit door zou kunnen dringen tot op het bot als ik niet snel antibiotica ging halen. De volgende dag ging ik dan ook gelijk naar Hue een plaats ten noorden van Danang om medische hulp te zoeken.

In Hue kwam ik bij een ziekenhuis terecht wat er werkelijk uitzag als een slagerij. Overal bloed en mensen die open lagen of bepaalde lichaamsdelen miste. Ik voelde me maar een aansteller toen ik dat zag, maar ik werd gelijk naar voren gehaald in de rij door een vriendelijke vietnamese verpleegster die nogal zorgelijk naar mn benen keek. Na het grondig schoonmaken van alle wonden kreeg ik een lading medicijnen mee waarvan een olifant 1 maand stoned is. Als het binnen 1 week niet weg was moest ik terug gaan naar een ziekenhuis. Ik werd behoorlijk vrolijk van de pillen, maar het spul sloeg wel aan. Na 2 dagen waren alle onstekingen weg.

Terug naar Hue. Hue is bekend vanwege haar ligging dicht tegen de De Militarized Zone tussen het voormalige Noord en Zuid Vietnam. Ondanks de fikse gevechten is er veel moois bewaard gebleven zoals de citadel, tomb le tuc, diverse pagodas etc. Zeker de moeite waard om een paar dagen te blijven.


Luie visser

Op een uurtje of 2 rijden van Hue begint de DMZ, omdat ik toch wel eens een kijkje wil nemen boek ik een dagtour die ons langs Razorback hill, Khe san arme base (hier waren de zwaarste gevechten in de oorlog), De Ho Chi Minh trail, een hill tribe village, de oude grens en een tunnelscomplex voert. Vooral de vele amerikanen waren onder de indruk van Khe san army base, omdat er van iederen wel een bekende gevochten had en gewond geraakt is of gedood.

De aanval van de NVA op Khe san army base in 1968 kostte het leven aan circa 500 amerikanen en 10.000 noord-vietnamezen. Een aantal invaliden verkoopt op het terrein (wat nu grotendeels koffieplantage is) nog medailles en dog tags die ze gevonden hebben in de modder. Slechts een museum, een tank en wat helicopters zijn bewijs van wat er gebeurd is.

Na een lange dag DMZ kom ik terug in Hue en ga naar een internet cafe, als ik aan reisverslag Thailand zit te typen gaat er buiten een oude dikke duitser bijna op de vuist met een paar vietnamezen. Hij heeft heel het toilet onder gekost en de vietnamezen wilde 10.000 dong (1$) voor het schoonmaken van het toilet. De duitser wilde echter helemaal niks betalen. Ik moest met mn 1.92 even ingrijpen om escalatie te voorkomen. Na de komst van de politie koos de duitser toch maar eieren voor zn geld.

Wederom een nachtbus zou me een paar uur later naar Hanoi brengen. Als lange nederlander kun je het behoorlijk krap krijgen in zon bus. Vooral als je denkt een dubbele zitplaats te hebben en ze om 3 uur s nachts nog even 20 vietnamezen extra in de bus proppen terwijl er maar 8 plaatsen beschikbaar zijn. Even later zitten er 2 vietnamen naast me waarvan 1 kind wat me de hele nacht zit te schoppen. Daar gaat mn kans op een goede nachtrust. Gelukkig moet dit dynamische duo er 2 uur voor Hanoi uit en kan ik nog even de ogen dichtknijpen. Als een slappe vaatdoek rol ik om 8 uur die morgen uit de bus. Vervolgens ren ik voor de de andere backpackers het Youth Hotel in om de beste kamer (en laatste !) kamer te pakken. Na een frans stokbrood val ik op bed om wat uurtjes slaap goed te maken. Geen nachtbussen meer voor mij !.

We zijn er ! Hanoi, de hoofstad van Vietnam en het voormalig communistisch bolwerk van ome Ho. Je merkt wel een beetje een mentaleitsverschil met het zuiden. Mensen zijn hier niet zo vriendelijk als in het zuiden, tenzij je wat langer met ze praat. Na een uurtje worden ze wel wat losser en echt vriendelijk, maar in het begin heb je niet echt het idee dat ze westerlingen (kapilisten)mogen.

In het Youth hotel regel ik een visum voor Laos en een buskaartje naar Vientiane (de hoofdstad van Laos). Ook koop ik een kaartje voor een minivan die een tour doet langs het befaamde Ho Chi Minh Mausoleum, museums en wat andere bezienswaardigheden.

Het Ho Chi Minh Mausoleum is enkele maanden per jaar gesloten omdat Ome Ho opgeknapt moet worden in Rusland. Netjes gekleed, zonder pet oid word je in een lange rij door het mausoleum heengeloodst. En daar ligt de vietnamese godfather als een eftelingpop in zn glazen kist (Ho Chi Minh wilde overigens gecremeerd worden).


Kami @ mausoleum

Het ethnic museum was niet echt interessant. Het is eigenlijk best vaag dat ik in Nederland nooit een museum bezoek, maar als je op reis bent wil je gelijk als die museums gehad hebben. Sommige zijn wel ok, maar andere doodsaai. Een tempelcomplex ter ere van confusius was een van de leukere dingen op de trip. Ik kreeg een mooie sombrero op mn kale knikker en mocht meedansen met de lokale dansgroep. Als laatste stond een meer op het programma waar naar eigen zeggen van de hanoiers (?) een 400 jaar oude schildpad rondzwemt. Dat zou het mannetje moeten zijn, want in 1968 hebben ze het meer dan 2 meter lange vrouwtje dood uit water gevist en net als ome Ho opgezet in een glazen kisten in een pagoda.


Klapperdeklap

Helaas had ik te weinig tijd om de echte mooie dingen in Noord-Vietnam (Sapa / Halong bay) te bezoeken. Ik had zelfs maar een dag of 10 voor Laos en ik was al 3 weken in Vietnam. Tsja je moet keuzes maken in het leven . Ik dacht op de laatste van mijn 3 dagen Hanoi nog even het airforce museum te kunnen bezoeken om een foto van mezelf te laten maken in een russische MIG. Helaas bleek op die dag alleen het geweldige ethnic museum open te zijn. Dus nog maar even wat cds en dvds ingeslagen.

Pas trouwens op met geld in Vietnam. Ik wilde US dollars opnemen bij een bank maar ze mogen alleen dong uitgeven. Ik moest dus eerst pinnen en vervolgens wisselen naar dollars (bij een reisbureau) wat natuurlijk weer het nodige kost.

Had ik gezegd dat ik de laatste nachtbus had gehad ?. Dan was ik de 24 uurs bus naar Vientiane vergeten. Voor 30$ mocht ik deze hellride meemaken. Achteraf bleek ik gruwelijk getild te zijn door mijn hotel omdat de meeste mensen op de bus maar 13 of 17 $ hadden betaald. Eigen schuld dikke bult. Het record voor deze rit staat overigens op 56 uur. Dus je mag in je handjes klappen als je er binnen 24 uur bent. En het begon goed...

Next up: Laos

Laos

Terugkeer naar Thailand part 1

Terugkeer naar Thailand deel 2

Terugkeer naar Thailand part 3

Australie deel 1

Australie deel 2

Australie deel 3

Australie deel 4

Nieuw Zeeland

VS en Canada