Parlementaire enquête: verschil tussen versies
Regel 3: | Regel 3: | ||
Het grondwettelijke recht van enqute bestaat sinds 1848 en de Wet op de Parlementaire Enqute sinds 1850. Van 1852-1887 hield de Tweede Kamer acht enqutes. Daarna raakte het instrument van de parlementaire enqute bijna honderd jaar lang in onbruik, met uitzondering van de tussen 1947 en 1956 gehouden oorlogsenqute. Sinds 1977 kunnen ook ministers en ambtenaren onder ede worden gehoord. Sindsdien zijn er weer geregeld enqutes. De [[Eerste Kamer]] heeft nog nooit een enqute gehouden. Eventueel is het mogelijk dat de Eerste en Tweede Kamer gezamenlijk (de 'Verenigde Vergadering') een parlementaire enqute houden maar ook dat heeft nog nooit plaatsgevonden. | Het grondwettelijke recht van enqute bestaat sinds 1848 en de Wet op de Parlementaire Enqute sinds 1850. Van 1852-1887 hield de Tweede Kamer acht enqutes. Daarna raakte het instrument van de parlementaire enqute bijna honderd jaar lang in onbruik, met uitzondering van de tussen 1947 en 1956 gehouden oorlogsenqute. Sinds 1977 kunnen ook ministers en ambtenaren onder ede worden gehoord. Sindsdien zijn er weer geregeld enqutes. De [[Eerste Kamer]] heeft nog nooit een enqute gehouden. Eventueel is het mogelijk dat de Eerste en Tweede Kamer gezamenlijk (de 'Verenigde Vergadering') een parlementaire enqute houden maar ook dat heeft nog nooit plaatsgevonden. | ||
− | == | + | ==20e- en 21e-Eeuwse enqutes== |
*[http://www.parlement.com/9291000/modulesf/g8pi1as3 Regeringsbeleid 1940-1945, 1947-1956] | *[http://www.parlement.com/9291000/modulesf/g8pi1as3 Regeringsbeleid 1940-1945, 1947-1956] | ||
*[http://www.parlement.com/9291000/modulesf/g8pdl14f Rijn-Schelde-Verolme (RSV), 1983-1984] | *[http://www.parlement.com/9291000/modulesf/g8pdl14f Rijn-Schelde-Verolme (RSV), 1983-1984] |
Versie van 12 nov 2005 om 17:30
De Wet op de Parlementaire Enqu�te geeft het parlement allerlei specifieke onderzoeksrechten, indien het instrument van de enqu�te wordt ingezet. Een voorbeeld is de verplichting voor getuigen zich onder ede te laten verhoren. Voor het houden van een enqu�te is een meerderheidsbesluit van de Kamer nodig. De Tweede Kamer bereidt een vernieuwing van het enqu�terecht voor.
Het grondwettelijke recht van enqu�te bestaat sinds 1848 en de Wet op de Parlementaire Enqu�te sinds 1850. Van 1852-1887 hield de Tweede Kamer acht enqu�tes. Daarna raakte het instrument van de parlementaire enqu�te bijna honderd jaar lang in onbruik, met uitzondering van de tussen 1947 en 1956 gehouden oorlogsenqu�te. Sinds 1977 kunnen ook ministers en ambtenaren onder ede worden gehoord. Sindsdien zijn er weer geregeld enqu�tes. De Eerste Kamer heeft nog nooit een enqu�te gehouden. Eventueel is het mogelijk dat de Eerste en Tweede Kamer gezamenlijk (de 'Verenigde Vergadering') een parlementaire enqu�te houden maar ook dat heeft nog nooit plaatsgevonden.
20e- en 21e-Eeuwse enqu�tes
- Regeringsbeleid 1940-1945, 1947-1956
- Rijn-Schelde-Verolme (RSV), 1983-1984
- Bouwsubsidies, 1986-1988
- Paspoortproject, 1988
- Uitvoeringsorganen sociale verzekeringen, 1992-1993
- Opsporingsmethoden (IRT), 1994-1996
- Vliegramp Bijlmermeer, 1998-1999
- Bouwnijverheid, 2002-2003
- Sebrenica, 2002-2003
Links
- [http://www.parlement.com/9291000/modulesf/gxiolq4w Parlement & Politiek - recht van enqu�te]