Kabbala: verschil tussen versies
Regel 247: | Regel 247: | ||
− | + | [[Categorie:Levensbeschouwing]] |
Versie van 5 nov 2005 om 20:12
Inhoud
Geschiedenis
De geschiedenis van de Kabbala gaat gepaard met de geschiedenis van de mensheid. Zij komt met haar wortels letterlijk uit de tijd, toen de mens pas verscheen op deze aarde, naar de overlevering was dat Adam, in het Hebreeuws Adam haRiesjon De Eerste Mens, die het begin was van het menselijk geslacht. Voor kabbalisten is hij van belang omdat met hem de geschiedenis van de Kabbala begint, en niet alleen de geschiedenis van de mensheid.
Wat is dan de Kabbala?
De mens leeft in onze wereld, neemt om zich heen de natuur van onze wereld en de natuur van de hoge wereld waar. Er zijn dus mensen, die beide werelden in zichzelf voelen. Adam haRiesjon voelde de natuur van beide werelden, en hij zette dat uiteen in zijn boek, welk hij Razi�l haMalach (Engel Razi�l) noemde. Dit boekje kan men in elke boekwinkel kopen, er staan zeer fraaie tekeningen in met verklaringen, met schemas dat is datgene, wat hij eigenhandig geschreven had, en zo werd het aan ons overgeleverd.
Wanneer wij dit boek openslaan, zien wij dat het geen primitieve oermens was, die achter mammoets jaagde. Hij was een zeer hoge, sterke kabbalist, die ons over de belangrijkste geheimen van het heelal vertelde. Hij onderzocht de hoogste wereld alles, wat zich boven onze wereld bevond, daar waar onze ziel reist tot onze geboorte, tot het neerdalen in deze wereld, en waarnaar zij opstijgt nadat de mens zijn aardse levensweg heeft be�indigd. Aangezien hij de eerste ziel is, die in onze wereld is neergedaald, vertelt hij ons over de vooruitzichten van de ontwikkeling, over het neerdalen van alle overige zielen, over al zijn kinderen, kleinkinderen, klein-kleinkinderen, over het hele menselijk geslacht, dat van hem zal afstammen.
Hij spreekt niet over lichamen, die in deze wereld geboren zullen worden. Hij vertelt ons over de zielen, welke uit zijn ziel zullen ontstaan, op welke manier deze zielen de aardse weg zullen dienen te doorlopen, waarbij zij ter bekleding in lichamen neerdalen. Wat met hen zal gebeuren, wanneer zij wederom tot hun bron terug zullen keren, waarbij zij de aardse lichamen zullen verlaten. Hij spreekt erover, hoe zij zich allemaal in ��n gemeenschappelijke ziel bij elkaar verzamelen, nu reeds op een hoger niveau en wederom datgene vormen, wat wij Adam noemen. Wij zijn slechts kleine deeltjes. Juist daarover vertelt hij in zijn eerste boek over de Kabbala, Razi�l haMalach. Razi�l betekent heimelijk, de geheimzinnige engel, welke de geheimen van het heelal onthult.
Wat betekent boeken schrijven over de Kabbala?
De mens leeft in deze wereld en hij ontvangt van deze wereld allerlei waarnemingen. Iedereen zou datgene kunnen beschrijven wat hij waarneemt. De kabbalistische boeken dat zijn zulke boeken, welke het waarnemen van de mens beschrijven, die in onze wereld leeft, doch over de waarneming van de hogere, geestelijke, voor anderen niet voelbare wereld beschikt. Hierin is de bijzonderheid van deze boeken besloten, dus zij vertellen over datgene, wat de gewone mens niet waarneemt, doch kan waarnemen. Een Kabbalist is niet alleen een mens, die de hogere wereld begint waar te nemen, maar ook die zijn waarnemingen kan beschrijven in een voor iedereen begrijpelijke taal.
Nog sterker, opdat wij door zijn boeken te bestuderen, ons alle ontbrekende zintuigen zouden kunnen ontwikkelen, opdat wij deze hogere wereld zelf zodanig zouden kunnen waarnemen, dat wij ons verleden en onze toekomstige toestanden zouden kunnen zien. Immers in de geestelijke wereld bestaat geen tijd, en dus zouden wij in de waarneming van de hogere, eeuwige wereld in kunnen gaan en tegelijkertijd blijven bestaan naar ons gelieven in beide werelden. De kabbalistische boeken beschikken over een zulke kracht, er is een dusdanige methode, uitleg, in te vinden dat indien de mens volgens deze methode leert, onder de juiste leiding, hij tot datgene komt, dat hij zelf het niveau van de auteur bereikt en daarom is het dus zeer belangerijk om te weten welke boeken te bestuderen.
Er zijn allerlei auteurs, er waren grote en kleine kabbalisten in de loop van de gehele geschiedenis der mensheid, en er zijn boeken, die langs verschillende methoden, stijlen zijn geschreven. Wij beschikken over die boeken die ons helpen om meer in de geestelijke wereld uit te gaan. Dit zijn boeken die ons helpen te ori�nteren, gelijk de mens, die in een onbekend land terechtkomt, informatie vindt bij een gids en vervolgens met hem het land doorreist.
Na Adam de eerste mens, verstreken vele jaren. Zijn nakomelingen vermenigvuldigden zich en bewoonden de aarde. In elke generatie waren onder hen vele kabbalisten, maar hun boeken bereikten ons niet. Het volgende stichtende boek over de Kabbala, dat met het boek van Adam haRiesjon vergelijkbaar is, schreef onze aartsvader Avraham. Dit boek heet Sefer Jetsiera (Boek der Schepping). Hoewel het vele duizenden jaren geleden geschreven is, bereikte het ons en kan men het in een boekwinkel kopen. Ook Avraham gebruikt grafieken, tekeningen, tabellen ter afbeelding van alle verbanden tussen onze wereld en de geestelijke werelden, waaruit alle invloeden ernaar neerdalen. Dat had hij gedaan om ons te laten zien op welke manier de geestelijke wereld bestaat, waarvan alle invloeden neerdalen. Hoe zij zich in verschillende lichamen van onze wereld bekleden en hoe deze lichamen zich beginnen te verhouden tot elkaar.
Zij be�nvloeden elkaar omdat elk lichaam een zekere kracht van boven ontvangt. Wat uiteindelijk in onze wereld geschiedt, waartoe al dit leidt, d.w.z. waar naartoe de gehele mensheid zich voortbeweegt onder invloed van de van boven neerdalende signalen.
Het boek Sefer Jetsiera, dat door de aartsvader Avraham geschreven is, is al een volkomen ander soort boek. Het bestaat uit hoofdstukken, zogenaamde Misjnajot, waarin de taal al meer is gesystematiseerd.
Avraham schrijft over de opbouw van de geestelijke wereld: tien sfirot, partsoefiem, bestuurseenheden, op welke wijze de hoogste kracht, d.i. licht, neerdaalt. Op welke manier zij geregeld, geconcentreerd wordt. Hoe de gemeenschappelijke ziel wordt verdeeld in afzonderlijke zielen, alsmede hun neerdalen in onze wereld. Hij schrijft over de wisselwerking van lichamen in onze wereld onder invloed van de zielen, die zich in hen bevinden. Het boek is interessant, doch ver van ons af. Voor de zielen die vandaag neerdalen dient het als een goed leermiddel. Het straalt een zeer sterke, warme kracht uit.
De eigenschap van Avraham dat is de eigenschap chessed, goedertierenheid. Hij was bekend door het feit, dat hij alle reizigers uitnodigde in zijn tent. Op die manier weerspiegelt zich overdrachtelijk deze eigenschap. Uit dit boek daalt naar de mensheid zijn kracht neer goedertierenheid, welke aan alle volgende generaties de mogelijkheid geeft om zich met zijn hulp te ontwikkelen, dus te streven naar het volgen in de voetsporen van Avraham. Maar voor de volgende generaties, de nieuwe zielen, was een nieuwe onthulling nodig. Er verschenen nieuwe kabbalisten. Het volgende monumentale werk over de Kabbala, welk te vergelijken is met boeken ons door Adam de Eerste Mens en Avraham Avienoe (onze aartsvader) zijn nagelaten, is het boek Zohar.
Tussen het boek van Avraham en het boek Zohar in waren er vele kabbalisten, waaronder de grootste Mosje (Mozes) was. Hij was bekend daarmee, dat in tegenstelling tot alle overige kabbalisten, hij niet alleen de geheime openbaring van de schepping voor zichzelf ontving, maar tevens de instructie om deze in een bepaalde vorm aan de gehele mensheid te onthullen, hem te beschrijven, om zich heen een hele school te vormen, wat eerder niet het geval was bij de andere kabbalisten.
Mosje verzamelde rondom zich 70 leerlingen, zijn navolgeling was Jehosjoea Ben-Noen (Jozua). Terwijl Mosje zich bezig hield met het onderzoeken van de hogere wereld, hield hij zich tevens bezig met de praktische toepassing van zijn hoogste bevatting in onze wereld, welke toepassing werd aangewend als uittocht van de volksmassa uit Egypte. Door zich te laten leiden door de verkregen hogere krachten, dankzij de kennis van de geestelijke wereld, was Mosje in staat om zijn volk uit de ballingschap te laten trekken. Hij bracht hen tot de grens met de Jordaan: verder kon hij met zijn volk niet gaan, omdat zijn ziel niet het land Isra�l praktisch diende te veroveren. Zij was voorbereid om uit Egypte weg te trekken en het boek te schrijven, waardoor in het vervolg elk mens en de gehele mensheid uiteindelijk ertoe zullen kunnen komen, om de geestelijke wereld te veroveren, om uit te komen van het zogenaamde geestelijke Egypte uit onze wereld, welke zich voor mummies neerbuigt, dus voor lichamen, voor de zon, voor pseudo-goden. Tot een dusdanige toestand dat men kan binnentrekken in Erets Isra�l het geestelijke Land van Isra�l, zogenaamde Wereld Atsieloet, waar de mensheid zich door haar innerlijke bevatting buiten tijd bevindt, buiten ruimte, onsterfelijk, in de absolute volmaaktheid.
De methode, die Mosje in zijn boek uiteenzette, heet Thora. De thora van het woord horaa licht en horaa instructie, dus de aanwijzing hoe men middels het licht in de geestelijke wereld kan uitgaan, leven omwille van zijn eeuwige leven, zijn eeuwige voorbestemming, en niet voor die kleine periode, welke wij doorlopen in deze wereld. De mens kan middels dit boek het gehele plaatje van het heelal ontvouwen, hij kan zien, dat thans hij slechts een klein fragment beleeft, alsmede conclusies kan trekken en berekeningen maken, zijn leven opbouwen in overeenstemming met het volledige perspectief. Dat is wat Mosje wenste te bereiken, en daarom wie volgens zijn methode leert, hier geleidelijk kan komen. De Thoramethode waarborgt elk mens het bereiken van het niveau van Mosje. Dus het uitgaan met zijn waarnemingen uit de waarnemingen van slechts onze wereld in de waarneming van het gehele heelal. Uit deze handeling van het uitgaan uit onze wereld stamt de naam Mosje van het werkwoord liemsjoch, eruit halen. De thora is het meest populaire boek ter wereld. Waarom is het interessant? Het vertelt a.h.w. een historisch verhaal over de uittocht van het volk uit het Egypte, en in wezen vertelt het hoe de mens wegkomt van zijn miserabele, dierlijke toestand, die Egypte heet, naar de geestelijke toestand, die Land Isra�l heet.
De thora vertelt a.h.w. over onze wereld, maar bedoeld in feite de geheime krachten, de gebeurtenissen, invloeden, informatieve en krachtdadige invloeden en reacties, cataclysmen. Over alles vertelt het alsof het over een historische ontwikkeling der mensheid zou gaan.
De mensheid ontwikkelde zich inderdaad volgens de thora. Zij beschrijft een bepaalde fase in haar ontwikkeling, waarbij geestelijke wortels bedoeld worden. Indien wij correct de geestelijke krachten zien door dit historische relaas, dus datgene wat in onze wereld van boven neerdaalt, dan zullen wij i.p.v. Mosje en Farao, i.p.v. volkeren en dieren, de geestelijke krachten zien.
Wij zullen omhoog komen en zullen naar hun zielen kijken, naar hun hogere eigenschappen, maar niet in onze wereld, d.w.z. wij zullen geen aandacht schenken aan lichamen in onze wereld, doch zullen ons aandacht op de zielen vestigen. Immers de thora noemt ons niet Mosje, maar zijn geestelijke kracht. Farao is een geestelijke kracht; het volk Isra�l, de dieren, vogels, vissen al dat zijn geestelijke krachten. Indien wij op alles, waarover in de thora verteld wordt, naar binnen zullen kijken door het uiterlijke omhulsel heen, op hun zielen, dan zullen wij een totaal ander plaatje zien, dat van onze wereld geabstraheerd is. Dan zullen wij zien hoe dit plaatje zich ontwikkelt op het geestelijke niveau en zullen wij in staat worden gesteld om geleidelijk met deze krachten, in contact te komen, hen ten behoeve van een zelfstandige geestelijke verheffing aan te wenden.
Mosje schreef voor zijn 70 leerlingen een instructie, vermenigvuldigde haar en onderwees haar aan de gehele groep, die vervolgens als volk genoemd werd. Immers de Joden hebben geen eigen nationaliteit, een Jood heet een mens in overeenkomst met zijn geestelijke ori�ntatie, ideologie. In de oudheid noemden men de Joden de groep mensen, welke van Avraham het idee van monothe�sme aangenomen hadden. Na Avraham vormde zich een groep, die geloofde in het bestaan van enige kracht die hen bestuurt. De kracht, waarop men zich kan richten, welke wenst en zich verplicht om de mens te helpen, aangezien zij hem heeft voortgebracht en zij verwacht van de mens dat deze zich tot haar wendt voor hulp.
De groep van navolgelingen van Avraham werd jehoediem (enk. jehoedie) genoemd, van het woord jiechoed verband, aangezien zij met de Schepper in verbinding wensten te komen of anders ivrie werden genoemd van het woord ever wie overgaat van de lagere wereld in de hogere. In de thora ontwikkelde Mosje voor ons de wetenschap over het bevatten van de geestelijke wereld. Maar ondanks dat, indien wij haar beginnen te lezen, zal het ons zeer moeilijk en praktisch onmogelijk zijn achter verschillende gezinsvertellingen en historische verhalen, achter al datgene, wat in de thora beschreven wordt, dieper in te zien dan datgene, wat in haar verteld wordt, alsmede datgene waar te nemen, wat de kabbalisten zeggen dat in haar schuilt. De mensen zoeken in de thora codes en vinden in haar allerlei correlaties. Er zijn miljoenen typen verbanden tussen willekeurige delen van de thora, aangezien elk deel met alle andere verbonden is. Er zijn aantallen letters, woorden, uitingen, eenheden etc. berekend.
In de laatste tijd werd middels computers enorm werk verricht naar het bestuderen van de inwendige structuur, typen letters en hun componenten. Uiteindelijk leverde het de mens niets op, aangezien hij niet weet, wat zich achter elk symbool, punt, helling van de letter, samenstelling en woordverplaatsing schuilgaat.
Oorspronkelijk werd de thora als ��n heel woord zonder onderbreking geschreven, en vervolgens werd dit in woorden verdeeld, en die weer in letters. De letters werden in elementjes verdeeld en uiteindelijk kwamen wij tot de analyse van een letter: punt en er uitkomende streep. Een zwart punt op witte achtergrond betekent bron van licht, ervan uitgaand licht. Indien het van boven naar beneden uitgaat, van de hoogste kracht de Schepper tot de schepping, dan wordt het met een verticaal streep aangegeven. Indien het een kracht is, die tot het gehele heelal behoort, dan wordt het met een horizontaal streep aangegeven. In principe, al deze informatie, die tot ons van de Schepper uitgaat: allerlei combinaties van strepen, punten allemaal hangen zij af alleen van deze twee naar onze versturende signalen. Het persoonlijke signaal, welk de Schepper aan de mens zendt de rechte lijn. Het algemene signaal van de Schepper tot de mensheid de horizontale lijn, allerlei toestanden tussen hen. Zij vormen allemaal een code: de verhouding van de mensheid tot de Schepper, waarbij op elk moment het er anders kan uitzien, aangezien op elk moment de toestand van elke ziel er anders uitziet.
De mens, die in de thora kijkt, via deze strepen en lijnen in elk van zijn toestanden, indien hij correct onderwezen is om de thora op te nemen, ziet zijn verleden, heden en toekomstige toestand. Maar om dat te zien, is het gewoon lezen van de tekst niet genoeg. De sleutel, waarmee men de thora correct kan lezen, als de instructie bij het uitgaan in de geestelijke wereld, vormt het boek Zohar. Zohar dat is het stralen. Het geeft een commentaar op de vijf delen van de thora, dus een uiteenzetting van datgene, wat wij dienen te verstaan onder de tekst van Mosje.
Wanneer de mens de Vijf boeken van Mosje langs Zohar bestudeert, dan ziet hij absoluut niet onze wereld, maar het hogere, geestelijke bestuur �n over onze wereld en over het gehele heelal, daarom lezen de kabbalisten deze beide boeken samen. Maar om uitvoeriger uiteen te zetten, wat gaf Mosje ons toch, wat leverden zijn leerlingen gedurende vele honderden jaren? Vanaf de tijd van Mosje tot het boek Zohar verstreken leverde dit nog enkele stichtende commentaren op. Die ons bijzondere gevallen laat zien, die ons in staat stellen om gedetailleerder te begrijpen. Wat had Mosje ons eigenlijk gegeven?
Het eerste van zulke commentaren op de thora heet Misjna. Misjna komt van het woord herhaling, daar worden alle wetten van het heelal beschreven in de vorm van aardse wetten. Dus er wordt aan de mens in onze wereld uiteengezet, wat hij wel en niet dient te doen, datgene, wat aan iedereen bekend is: de zogenaamde voorschriften. Maar in het uitvoeren van de voorschriften in onze wereld ziet de mens geen baat, hij ziet geen gevolg van deze voorschriften. Hij dient op een koosjere wijze het dier te slachten, het eten klaar te maken, op een speciale manier zijn vrouw en kinderen te bejegenen e.d. Allerlei levensproblemen dient hij op te weten lossen middels deze wetten, welke in onze wereld volkomen niet blijken te voldoen. Bovendien dient hij in onze wereld nog aan allerlei voorwaarden, regels, wetten te voldoen, welke geen re�le, logische verklaring hebben. Hij dient op zijn hand en het voorhoofd zwarte doosjes aan te doen, zichzelf met een sprei te bedekken, uitingen uit te spreken, bepaalde bewegingen uit te voeren, dient een enorme hoeveelheid verrichtingen met zijn lichaam, stem te doen.
Wat dat voor handelingen zijn, kan alleen de Kabbala verklaren. Zij zegt dat wanneer de mens iets in onze wereld doet dat niet de hoofdzaak is. Datgene wat hij middels zijn innerlijke verrichtingen in hogere werelden kan doen (kavanot intenties), juist daarover wenst Mosje ons vertellen. Daarover wensen wijzen ons te vertellen, zijn leerlingen, zijn nakomelingen, die voor ons de Misjna schreven.
De volgende generatie dat zijn de wijzen van de Talmoed, dat ons elk voorschrift, elk geval verklaarden, hoe men het precies dient uit te voeren. Zij bedoelden niet puur de mechanische uitvoering van voorschriften in onze wereld, doch begrepen, dat deze wetten aan de mens zijn gegeven, opdat hij middels hen tot de Mens zou kunnen worden, de verstandige onderzoeker van de natuur van onze en de hogere wereld. Opdat hij de natuur in de juiste vorm voor zichzelf zou kunnen onderzoeken, dus niet louter om hier zijn zeventig jaren te leven.
Alles wat wij vervullen, �n mentaal �n fysiek - dat alles wordt geaccumuleerd in onze ziel. De vruchten ervan oogsten wij alleen dan, indien wij de geestelijke wereld beginnen waar te nemen, in onze wereld zijn er geen gevolgen van deze wetten.
De Misjna en de Talmoed verklaren ons gedetailleerder elke van de hoogste wetten van het heelal. Maar zij zijn geschreven in onze aardse taal en, als de mens dit leest, terwijl hij geen sleutel tot het boek Zohar heeft hoe de Misjna en de Talmoed correct begrepen dienen te worden, dan ziet hij erin de aanbevelingen voor een correcte religieuze levenswijze. In werkelijkheid verklaarden al deze kabbalisten ons het mechanisme van het heelal, hoe wij al deze wetten op de meest optimale wijze kunnen gebruiken. Om te weten te komen, waarom op ons van boven zulke krachten neerdalen, op welke manier kunnen wij ze zodanig omvormen, dat wij altijd een juiste weerklank zouden kunnen ontvangen, dus om actieve elementen van het gehele systeem van het heelal te zijn. Indien van boven op ons invloeden neerdalen en wij correcte reacties erop geven, dan keren deze reacties terug en de gevolgen dalen in onze wereldgunstig voor allen. Dat is, in principe de taak van de Kabbala en daarom heet zij wetenschap. Kabbala dat komt van het werkwoord voor ontvangen dat is op de juiste wijze hogere invloed te ontvangen, om te weten hoe al het welzijn, welk van de hoge krachten uitgaat, te ontvangen. Wie de Kabbala begint te bestuderen, begint duidelijk te zien, dat alle ellende in onze wereld, al het leed, welk elk van ons en de gehele mensheid in het geheel gedurende al zijn weg ondervinden, daarin is besloten, dat wij onjuist begrijpen en onjuist reageren op datgene, wat rondom ons plaatsvindt, en hierdoor onze toestand nog meer verergeren, wanneer onze onjuiste reacties op ons onverstandige gedrag tot ons terugkeren.
De Kabbala is de meest praktische wetenschap, die geeft de mens eenvoudigweg de sleutel tot het bestuur van het gehele heelal. Maar om het te besturen dient men hem eerst te bestuderen. Het is noodzakelijk, om het algemene schema van het heelal te kennen, de besturingseenheid, op welke manier de mens zich erin verstandelijk kan inmengen. Door het leren van de Kabbala, kunnen wij inzien in hoeverre al de stroming van de rivier der mensheid in de loop van duizenden jaren anders kon zijn. Ook vandaag, indien wij deze sleutel, dit boek in handen nemen, kunnen wij alles veranderen en ons lot zal er geheel anders uitzien. De auteur van het boek Zohar, rabbi Sjimon bar Jochaj (RaSjbI Rabbi Sjimon bar Jochaj vert. ) was tegelijkertijd Talmoedgeleerde. In de Talmoed zijn er ca. 4000 vermeldingen en verwijzingen naar hem. Tegelijkertijd was hij auteur van het boek Zohar. Dus hij beheerste over twee talen voor het uitdrukken van het hoogste bestuur, voor het uitdrukken van wat achter deze uiterlijke laag verscholen is, dus over welke geestelijke werelden, over welke krachten, vorige en toekomstige verschijnselen het spreekt.
Mosje Rabijnoe (Mozes)
Auteur van de Thora de Vijf Boeken van Mozes die hij op de berg Sinai uit de handen van de Schepper ontving.
Vanaf Mosje Rabijnoe (Mosje Onze Leraar) organiseren alle volgende kabbalisten groepen van leerlingen om zich heen.
Mosje verzamelde rondom zich 70 leerlingen, zijn navolgeling was Jehosjoea Ben-Noen (Jozua). Terwijl Mosje zich bezig hield met het onderzoeken van de hogere wereld, hield hij zich tevens bezig met de praktische toepassing van zijn hoogste bevatting in onze wereld, welke toepassing werd aangewend als uittocht van de volksmassa uit Egypte. Door zich te laten leiden door de verkregen hogere krachten, dankzij de kennis van de geestelijke wereld, was Mosje in staat om zijn volk uit de ballingschap te laten trekken. Hij bracht hen tot de grens met de Jordaan: verder kon hij met zijn volk niet gaan, omdat zijn ziel niet het land Isra�l praktisch diende te veroveren.
Hij was voorbereid om uit Egypte weg te trekken en het boek te schrijven, waardoor in het vervolg elk mens en de gehele mensheid uiteindelijk ertoe zullen kunnen komen, om de geestelijke wereld te veroveren, om uit te komen van het zogenaamde "geestelijke Egypte" - uit onze wereld, welke zich voor mummies neerbuigt, dus voor lichamen, voor de zon, voor pseudo-goden. Tot een dusdanige toestand dat men kan binnentrekken in Erets Isra�l - het geestelijke Land van Isra�l, zogenaamde Wereld Atsieloet, waar de mensheid zich door haar innerlijke bevatting buiten tijd bevindt, buiten ruimte, onsterfelijk, in de absolute volmaaktheid.
De methode, die Mosje in zijn boek uiteenzette, heet Thora. De thora - van het woord ora - licht en horaa - instructie, dus de aanwijzing hoe men middels het licht in de geestelijke wereld kan uitgaan, leven omwille van zijn eeuwige leven, zijn eeuwige voorbestemming, en niet voor die kleine periode, welke wij doorlopen in deze wereld. De mens kan middels dit boek het gehele plaatje van het heelal ontvouwen, hij kan zien, dat thans hij slechts een klein fragment beleeft, alsmede conclusies kan trekken en berekeningen maken, zijn leven opbouwen in overeenstemming met het volledige perspectief. Dat is wat Mosje wenste te bereiken, en daarom wie volgens zijn methode leert, hier geleidelijk kan komen. De Thoramethode waarborgt elk mens het bereiken van het niveau van Mosje. Dus het uitgaan met zijn waarnemingen uit de waarnemingen van slechts onze wereld in de waarneming van het gehele heelal.
Uit deze handeling van het uitgaan uit onze wereld stamt de naam Mosje - van het werkwoord liemsjoch, eruit halen. De Thora is het meest populaire boek ter wereld. Waarom is het interessant? Het vertelt a.h.w. een historisch verhaal over de uittocht van het volk uit het Egypte, en in wezen vertelt het hoe de mens wegkomt van zijn miserabele, dierlijke toestand, die Egypte heet, naar de geestelijke toestand, die Land Isra�l heet.
De Thora vertelt a.h.w. over onze wereld, maar bedoeld in feite de geheime krachten, de gebeurtenissen, invloeden, informatieve en krachtdadige invloeden en reacties, cataclysmen. Over alles vertelt het alsof het over een historische ontwikkeling der mensheid zou gaan.
De mensheid ontwikkelde zich inderdaad volgens de Thora. Zij beschrijft een bepaalde fase in haar ontwikkeling, waarbij geestelijke wortels bedoeld worden. Indien wij correct de geestelijke krachten zien door dit historische relaas, dus datgene wat in onze wereld van boven neerdaalt, dan zullen wij i.p.v. Mosje en Farao, i.p.v. volkeren en dieren, de geestelijke krachten zien.
Wij zullen omhoog komen en zullen naar hun zielen kijken, naar hun hogere eigenschappen, maar niet in onze wereld, d.w.z. wij zullen geen aandacht schenken aan lichamen in onze wereld, doch zullen ons aandacht op de zielen vestigen. Immers de Thora noemt ons niet Mosje, maar zijn geestelijke kracht. Farao is een geestelijke kracht; het volk Isra�l, de dieren, vogels, vissen - al dat zijn geestelijke krachten. Indien wij op alles, waarover in de Thora verteld wordt, naar binnen zullen kijken door het uiterlijke omhulsel heen, op hun zielen, dan zullen wij een totaal ander plaatje zien, dat van onze wereld geabstraheerd is. Dan zullen wij zien hoe dit plaatje zich ontwikkelt op het geestelijke niveau en zullen wij in staat worden gesteld om geleidelijk met deze krachten, in contact te komen, hen ten behoeve van een zelfstandige geestelijke verheffing aan te wenden.
Mosje schreef voor zijn 70 leerlingen een instructie, vermenigvuldigde haar en onderwees haar aan de gehele groep, die vervolgens als volk genoemd werd. Immers de Joden hebben geen eigen nationaliteit, een Jood heet een mens in overeenkomst met zijn geestelijke ori�ntatie, ideologie. In de Thora ontwikkelde Mosje voor ons de wetenschap over het bevatten van de geestelijke wereld. Maar ondanks dat, indien wij haar beginnen te lezen, zal het ons zeer moeilijk en praktisch onmogelijk zijn achter verschillende gezinsvertellingen en historische verhalen, achter al datgene, wat in de Thora beschreven wordt, dieper in te zien dan datgene, wat in haar verteld wordt, alsmede datgene waar te nemen, wat de kabbalisten zeggen dat in haar schuilt. De mensen zoeken in de Thora codes en vinden in haar allerlei correlaties. Er zijn miljoenen typen verbanden tussen willekeurige delen van de Thora, aangezien elk deel met alle andere verbonden is. Er zijn aantallen letters, woorden, uitingen, eenheden etc. berekend.
In de laatste tijd werd middels computers enorm werk verricht naar het bestuderen van de inwendige structuur, typen letters en hun componenten. Uiteindelijk leverde het de mens niets op, aangezien hij niet weet, wat zich achter elk symbool, punt, helling van de letter, samenstelling en woordverplaatsing schuilgaat.
Oorspronkelijk werd de Thora als ��n heel woord zonder onderbreking geschreven, en vervolgens werd dit in woorden verdeeld, en die weer in letters. De letters werden in elementjes verdeeld en uiteindelijk kwamen wij tot de analyse van een letter: punt en er uitkomende streep. Een zwart punt op witte achtergrond betekent bron van licht, ervan uitgaand licht. Indien het van boven naar beneden uitgaat, van de hoogste kracht - de Schepper tot de schepping, dan wordt het met een verticaal streep aangegeven. Indien het een kracht is, die tot het gehele heelal behoort, dan wordt het met een horizontaal streep aangegeven.
In principe, al deze informatie, die tot ons van de Schepper uitgaat: allerlei combinaties van strepen, punten - allemaal hangen zij af alleen van deze twee naar onze versturende signalen. Het persoonlijke signaal, welk de Schepper aan de mens zendt - de rechte lijn. Het algemene signaal van de Schepper tot de mensheid - de horizontale lijn, allerlei toestanden tussen hen. Zij vormen allemaal een code: de verhouding van de mensheid tot de Schepper, waarbij op elk moment het er anders kan uitzien, aangezien op elk moment de toestand van elke ziel er anders uitziet.
De mens, die in de Thora kijkt, via deze strepen en lijnen in elk van zijn toestanden, indien hij correct onderwezen is om de Thora op te nemen, ziet zijn verleden, heden en toekomstige toestand. Maar om dat te zien, is het gewoon lezen van de tekst niet genoeg. De sleutel, waarmee men de Thora correct kan lezen, als de instructie bij het uitgaan in de geestelijke wereld, vormt het boek Zohar. Zohar - dat is het stralen. Het geeft een commentaar op de vijf delen van de Thora, dus een uiteenzetting van datgene, wat wij dienen te verstaan onder de tekst van Mosje.
Wanneer de mens de Vijf boeken van Mosje langs Zohar bestudeert, dan ziet hij absoluut niet onze wereld, maar het hogere, geestelijke bestuur �n over onze wereld en over het gehele heelal, daarom lezen de kabbalisten deze beide boeken samen. Maar om uitvoeriger uiteen te zetten, wat gaf Mosje ons toch, wat leverden zijn leerlingen gedurende vele honderden jaren? Vanaf de tijd van Mosje tot het boek Zohar verstreken leverde dit nog enkele stichtende commentaren op. Die ons bijzondere gevallen laat zien, die ons in staat stellen om gedetailleerder te begrijpen.
Rabbi Sjimon bar Jochai
Leefde in de vierde eeuw van onze jaartelling. Hij leefde op de drempel tussen de Talmoed en de Zohar, dus �n hier �n daar tegelijkertijd, was een groot geleerde en een groot onderzoeker van onze en hogere natuur. Hij vormde om zich heen een groep leerlingen, welke hij zodanig organiseerde, dat de ziel van elke leerling in een eenduidige overeenkomst zich bevond met de structuur van de hoge wereld. Derhalve waren er rondom hem negen leerlingen en hij zelf was de tiende. Hun verzameling, de vereniging tot ��n ziel, beantwoordde geheel aan de structuur van de geestelijke wereld, de 10 sfirot, en daarom vertelt het boek Zohar (hoewel het toch door hem geschreven is, echter over elke van zijn leerlingen, over elke eigenschap van de geestelijke wereld, welke via de bepaalde ziel van zijn leerling zijn doorgang vindt) w�t wordt waargenomen van de eigenschappen der geestelijke wereld en w�t uit de hogere wereld in onze wereld neerdaalt. Dus hij maakte a.h.w. een prisma, waarin het eenvoudige, hoogste licht zich ontleedt in tien onderdelen en elke van deze tien onderdelen wordt ons in tien eigenschappen geopenbaard. Het boek Zohar vertelt ons op welke manier de tien krachten onze wereld besturen, hoe elke mens deze tien sfirot ten goede voor zichzelf en anderen kan gebruiken. Het is onmogelijk om ze ten goede van zichzelf en ten kwade van anderen of ten goede van anderen en ten kwade van zichzelf te gebruiken. In de natuur is alles absoluut harmonisch opgebouwd en indien het ons lijkt, dat er ego�stische daden mogelijk zijn, dan is dat alleen daarom omdat wij al de informatieve omvang niet zien, welke van boven neerdaalt.
De krachten, die op allen en op eenieder persoonlijk inwerken, zijn met elkaar verbonden, gaan van dezelfde bron uit, daarom kan het nooit ten goede komen van de ��n en ten koste van de ander. Hoe alle geestelijke krachten correct aan te wenden dat leert ons het boek Zohar. Rabbi Sjimon, zoals hij vertelt, kon het boek niet zelf schrijven. Aangezien zijn eigen ziel de hoogste van deze zielen was, kon hij niet voldoende die informatie verbergen, welke men voor de laatste generaties uiteen dienden te zetten, doch deze aan hen over te brengen via tussentijdse generaties, over 16 eeuwen. Om dit boek heimelijk te schrijven, opdat de tussentijdse generaties hem zouden doordragen, betrok hij er zijn leerling bij, rabbi Abba. De geleerde Abba, terwijl hij het boek Zohar van zijn meester hoorde, begon het op te schrijven maar nu reeds in een dusdanige vorm, dat wanneer wij dit boek lezen, slechts het bovenste niveau ervan waarnemen.
Hoe meer de mens aan zichzelf werkt, des te meer hij zichzelf zuivert en geestelijk verheft, en in dezelfde mate is hij in staat om dieper door te dringen en waar te nemen wat opgeschreven is in het boek Zohar, en dienovereenkomstig de hogere krachten te ontvangen en actief samen te werken omwille van een gunstige massaontwikkeling. Bovendien schreef rabbi Abba het boek niet in de gewone Hebreeuwse taal op, zoals Mosje en Avraham schreven maar schreef het in het Aramees, in de taal die in het gebied van Perzi�, het huidige (noorden van) Irak nog gebruikt wordt. In het boek Zohar worden vele Griekse en Romeinse woorden gebruikt, de omgangstaal van die tijd. Doch geringschat in geen opzicht de waarde van het boek. De auteurs wilden op die manier het innerlijke gedeelte verbergen van het boek achter een onopvallende buitenkant.
Om het boek Zohar te schrijven, verschuilde rabbi Sjimon zich in een spelonk in het noorden van het land samen met zijn zoon rabbi Eli�zer. Hij zat dertien jaar in deze spelonk. Zoals de overlevering vertelt, aten zij vruchten van een vijgenboom en dronken het water uit de zich ernaast bevindende waterbron. Hun kleding was verscheurd en verging, en om tijdens het leren bedekt te blijven, plachten zij zich in het zand te begraven en gedurende de dag verbleven zij in het zand om alles te bespreken, wat zij vervolgens in het boek Zohar - het Stralen zouden uiteenzetten. Na afloop van dertien jaar kwamen rabbi Sjimon en zijn zoon de spelonk uit; hij verzamelde om zich heen tien leerlingen; verhief ze geestelijk in overeenkomst met de ziel van elke leerling, waarbij hij zo arrangeerde, dat er een gemeenschappelijk vat werd verkregen, waarin zij het mechanisme van de hogere wereld allemaal zouden kunnen waarnemen en begrijpen, dus de meest hogere, geestelijke bron van ons bestaan.
Het boek Zohar
Na de be�indiging van het schrijven van het boek Zohar stierf rabbi Sjimon. Hij werd in Mieron begraven, in de wijk waar hij het boek schreef. Naast hem werd zijn zoon begraven; niet ver in de omgeving werden zijn leerlingen begraven. Het boek werd na het schrijven, nog tijdens zijn leven verborgen. De algemene ontwikkeling van de mensheid en het Joodse volk bevond zich nog niet op een dusdanig niveau om van dit boek gebruik te kunnen maken omwille van de geestelijke ontwikkeling van zichzelf en van de gehele wereld. Alleen Mosje, door zijn boek te schrijven, vormde rondom zich een gezelschap van wijzen en zijn boek begon zich te verspreiden. Hoewel het toch geschreven was over de geestelijke werelden, doch in een zulke vorm dat het gehele volk het kon lezen en waarnemen, had het ook betrekking op het puur aardse niveau zodat men datgene kon uitvoeren, wat daar gezegd was. Mosje Rabbejnoe (onze Leraar) veronderstelde dat het uitvoeren van hoofdzakelijk geestelijke wetten, opdat de mens door de geestelijke wetten te vervullen, de lichtbronnen correct kon ori�nteren ten goede van zichzelf en het gehele heelal. Maar zelfs het puur mechanische uitvoeren van voorschriften door de mens, die de Kabbala niet kent, die geen contact met de geestelijke wereld heeft, oefent toch een gunstig invloed uit op de ontwikkeling van de mens en de mensheid. In een zulke eenvoudige, gecodeerde vorm (deze heet eenvoudig, omdat wanneer de mens erin leest, lijkt hem alles helder en begrijpelijk), kon de thora zich openbaren en voortbestaan zonder verborgen te hoeven worden, en zonder in het geheim van hand tot hand van alleen de kabbalisten te hoeven overhandigd te worden.
Het boek Zohar van rabbi Sjimon werd tijdens zijn leven volgens zijn wil verborgen. Het werd over 500 - 600 jaren nadat het door rabbi Sjimon geschreven was, toevallig gevonden: een geleerde bestelde een eenvoudig, onopvallend voedsel en zijn leerling bracht het uit de markt verwikkeld in een of ander perkament.
De geleerde ontvouwde het gekochte en ontdekte, dat het wikkelpapier een of ander oud versleten manuscript voorstelde. Hij begon het te bestuderen en ontdekte, dat dit manuscript verborgen geheimen van de wereld bevat. Terstond werden zijn leerlingen naar de markt gezonden. Zij begonnen in het afval te graven en velletjes papier op te vissen want er waren er veel. Zij verzamelden ca. 2700 stukken van het boek, welk een of andere Arabier toevallig vond, toen hij met een caravan van kamelen uit Mesopotami� naar het gebied van Isra�l trok. Hij bracht deze stukken papier met zich mee, aangezien hij dacht, dat zij hem van nut zouden kunnen zijn als verpakkingsmateriaal voor het verkopen van specerijen. Op die manier werden de stukken van een of ander oud boek verzameld. Mosje de Leon gaf het uit en daarom achtten velen abusievelijk hem als de auteur van het boek Zohar, maar hij was slechts zijn eerste uitgever. Het boek Zohar bestond uit gigantisch grote hoeveelheid boeken. Het was niet alleen het commentaar, de sleutel tot de thora, maar tevens de commentaren tot boeken van profeten alsmede de kabbalistische verklaringen van de Misjna en de Talmoed. Tot ons kwam er praktisch niets van deze stukken behalve het commentaar op de Vijf boeken van Mosje.
Op alle andere boeken zijn er in Zohar alleen kleine fragmenten voorhanden. Maar het vermindert in het geheel niet de betekenis van het boek Zohar. Aangezien ook in deze vorm, zoals het tot ons aankwam, het tot sleutel dient, waarmee wij de hoogste wereld voor ons open kunnen maken. Na rabbi Mosje de Leon werd het boek wederom verborgen voor vele eeuwen, tot aan de Middeleeuwen, tot ARI (Ashkenazi Rabbi Itschak vert.), die in de 16e eeuw het boek Zohar ontving. Maar behalve dit boek waren er in die tijd reeds vele andere kabbalistische bronnen, welke in de verlopen eeuwen intussen geschreven werden. De grote kabbalist ARI onderwees, op basis van al deze bronnen, dus alle kabbalistische literatuur dat v��r hem bestond. Hij onderwees zijn leerlingen de stof, welke vervolgens werd uitgegeven als het enig leerboek van de Kabbala, het leerboek voor het uitgaan in de geestelijke wereld, wat Ets Chaim De Boom des Levens heet. ARI verklaart ons op welke wijze wij ons zodanig kunnen verheffen, dat wij de eeuwigheid bereiken, de volmaaktheid. Naar onze wereld dalen in elke generatie dezelfde zielen af, welke ook in de vorige generaties geweest waren, alleen bekleden zij zich in nieuwe lichamen, dus alle generaties van de mensheid dat zijn dezelfde zielen.
Van generatie tot generatie bekleden deze zielen zich in lichamen, ontwikkelen zich, en worden steeds ontvankelijker voor het opnemen van steeds complexere en hogere geestelijke informatie. In de mensen, die enkele duizenden jaren geleden leefden, waren dezelfde zielen, als in ons. Alleen in ons zijn zij al meer ontwikkeld en daarom roepen zij in onze wereld de technische en geestelijke vooruitgang op. Waren er in de vorige generaties van boven neerdalende zielen slechts enkele die de hogere wereld wensten te begrijpen, zijn het er vandaag miljoenen.
De mensheid ontwikkelt zich dankzij het feit, dat de voorafgaande ziel steeds ��n trap hoger staat. Nadat de ziel zich in haar vorig leven door de ervaring heeft verrijkt, daalt zij met deze ervaring in het volgende leven neer. Dus er is sprake van een accumulatief proces het ophopen van informatie, geestelijke bevattingen, waarnemingen van onze wereld, laten hun resjiemot (herinneringen) achter. Alles wordt in het geheugen afgezet. Het vijfjarige kind van vandaag is veel verstandiger, dan wij in de voorafgaande generatie geweest waren, het is voor hem veel eenvoudiger om nieuwe informatie op te nemen dan voor ons. Immers hij is reeds geboren met de bereidheid haar op te nemen en ermee te leven, voor hem is het geheel natuurlijk. Zo zien wij ook dat kabbalistische boeken nu verschijnen, dan weer verdwijnen, waarbij zij voor enkele eeuwen kunnen verdwijnen, en vervolgens wederom op de oppervlakte verschijnen en opnieuw voor een aantal eeuwen verdwijnen. Dat allemaal alleen om op de een of andere wijze de mensheid even te corrigeren, maar zij bestaan echter, in het algemeen, gedurende de gehele geschiedenis van de mensheid om haar ontwikkeling te corrigeren. Vervolgens zullen zij boven water komen, om aan de gehele mensheid geopenbaard te worden, daadwerkelijk aan allen. In het boek Zohar en in Profeten wordt gezegd, dat uiteindelijk de gehele mensheid deze boeken als instructie zal nemen voor het bevatten van het heelal en met behulp ervan haar eeuwige blije bestaan zal bereiken. De kabbalistische zielen lopen een bijzondere cyclus door, niet van generatie tot generatie, zoals de zielen, doch duiken opeens als de boeken wederom op, en dalen in onze wereld in bepaalde generaties neer. De ziel van Adam daalde vervolgens in de vorm van Avraham neer, daarna in de vorm van Mosje, dan in de vorm van rabbi Sjimon, dan ARI, en verder - al in onze tijdgenoot rabbi Jehoeda Ashlag (bijgenaamd Baal ha-Soelam vert.). Zij daalt in bepaalde generaties neer, wanneer zij dient te corrigeren en op de correcte ontwikkeling der mensheid invloed uit te oefenen.
Rabbi Ashkenazi Itschak Luria (ARI ; ARIZAL)
Het tijdperk van ARI kenmerkt zich daarin, dat in hem de eerste fase van de zielsontwikkeling voltooid werd, toen de zielsontwikkeling zich nog in de dierlijke fase bevond. Wij herinneren u eraan dat het de tijd van de Middeleeuwen in Europa was, een donkere tijd van wildheid en barbaren.
Met het verschijnen van ARI begon een nieuwe periode in de ontwikkeling van de mensheid: in onze wereld beginnen zielen neerdalen in lichamen die het streven naar het geestelijke oproepen, het streven naar het bevatten van het hoogste, het streven naar de kennis. Daarom eindigt de Middeleeuwen en begint het tijdperk van Verlichting, het tijdperk van ontwikkeling, dat tot de industri�le revolutie leidt.
ARI werd van boven de toestemming gegeven om de methode te cre�ren, die van de tijd van Adam in zulke vorm bestond, dat zij voor de massa aangepast zou zijn, dus niet voor individuele, bijzondere zielen met opgegeven kabbalistische eigenschappen, doch voor de massa, voor een gigantische hoeveelheid zielen, welke door voorgaande ontwikkeling tot geestelijke opstijging voorbereid waren.
Alle boeken van ARI zijn geschreven op een volkomen ander niveau met een geheel andere aanpak. Hij laat zich leiden door de algemene ontwikkeling van de zielen op het moment, waarop de ziel zich bevindt. Er verschenen een enorme hoeveelheid kabbalisten, die op zijn werken steunden, honderden kabbalisten in verschillende landen van de wereld, met name in Oost Europa: Rusland, Oekra�ne, Wit-Rusland, Polen. De mensenmassa stortte zich op de Kabbala. Op basis daarvan ontstond er niet de kabbalistische, doch een massabeweging Chassiedoet de mensen streefden tot een klein contact met het geestelijke, het hoge. Zij begonnen in te zien dat in hun leven het streven naar het hoogste doel ontbrak. Het bestuderen van de boeken van ARI verheft elke mens boven het niveau van onze wereld, zoals is gezegd door ARI zelf in het voorwoord van zijn boeken. Vanaf zijn tijd kan iedereen, die in zich het streven tot de hogere wereld voelt, zijn boeken bestuderen.
De indicatie van de mogelijkheid om de kabbalistische boeken te bestuderen onderscheidt zich van die, welke v��r ARI bestond, wanneer van boven een kabbalistische, bijzondere ziel placht neer te dalen en voor haar, door een speling van omstandigheden, een boek bleek te zijn. Vanaf ARI is het streven van de mens tot de hogere wereld voldoende voor het bestuderen van zijn boeken. Het bestuderen van de boeken van ARI is voldoende voor het uitgaan in de geestelijke wereld.
In de 16e eeuw, tijdens Middeleeuwen, werd in Jeruzalem een jongetje geboren, die in het vervolg de naam ARI haKadosj de Heilige ARI zal krijgen. Hij nam alle kabbalistische kennis vanaf Adam in zich op, en na dit te hebben verteerd, beeldde ze in een zulke vorm af, dat alle opvolgende generaties zich met het geestelijke begonnen te voeden alleen via zijn boeken.
ARI werd in Jeruzalem geboren en verhuisde vervolgens samen met zijn moeder naar Egypte. Op vroege leeftijd verloor hij zijn vader, en werd bij zijn oom opgevoed. Op 35-jarige leeftijd kwam hij in de stad Tsfat aan, een stadje in het noorden van Isra�l, en gedurende anderhalf jaar gaf hij lessen aan zijn leerlingen in de door hem georganiseerde jesjieva (academie). Alleen maar gedurende deze anderhalf jaar. Zijn eerste leerling, de toen nog jonge 28-jarige Cha�m Vital, schreef alles op wat hij hoorde van ARI , en van datgene wat hij opschreef werden ca. twintig boekdelen van de werken van ARI uitgegeven. ARI overleed op 36 jarige leeftijd en liet aan zijn leerling Cha�m Vital na om zijn werk voort te zetten. Hij bestudeerde de Kabbala, sorteerde dit en gaf zijn werken uit. De bijzonderheid van ARI is daarin besloten, dat zijn ziel niet alleen het gevolg is van de gedaanteverwisseling van grote kabbalistische zielen, doch is in datgene besloten, dat zijn ziel in een zulke tijd is neergedaald toen de algemene ontwikkeling van de zielen tot een periode was aangekomen om de geestelijke ontwikkeling te eisen.
Wij hebben gesproken over dat de zielen zich van generatie tot generatie in nieuwe lichamen bekleden, doch dat de neerdalende zielen al de ervaring van vorige levens in zich bewaren en daarom wordt elke generatie wijzer dan de voorafgaande en daardoor wordt het steeds hogere aangetrokken.
In de tijd van ARI kwam de algemene ontwikkeling van de zielen tot een zulke periode, dat zij niet alleen een normale ontwikkeling begonnen te wensen op het niveau van deze wereld, doch tevens wensten om zich geestelijk te verheffen. Daarmee wordt tevens in het bijzonder het begin van het Tijdperk van Verlichting, alsmede het Tijdperk van een reeks revoluties: de industri�le, bourgeoisie, e.d. verklaard. In het geestelijke wordt het weergegeven, in het streven om de bron van het leven te vinden. Waar leef ik voor? In de zielen, die vanaf ARI en verder neerdalen, begint deze vraag te rijpen, begint de mens te dwingen om zich met het onderzoeken van de bron van het leven bezig te houden. Deze worden teruggebracht tot het onderzoeken van de Hogere wereld, waar wij vandaan verschijnen zonder dat te begrijpen en waar te nemen.
Daarom cre�erde ARI, na alle voorgaande Kabbala, die v��r hem vanaf Adam geschreven was, te hebben doorgenomen, een volkomen nieuwe methode voor de zielen, die zich wensen zich te verheffen. De zielen, welke v��r ARI in onze wereld neerdaalden, bestonden slechts uit twee typen zielen: zielen van een dierlijk type, dus die de mens de wens gaven om te leven, zich te vermenigvuldigen, hun soort te behouden in de perken van deze wereld of het waren enkele zielen der kabbalisten, welke zich zelfstandig bezighielden met het onderzoeken van de geestelijke wereld, alleen deze twee typen. Vanaf de tijd van de kabbalist ARI en verder in onze wereld beginnen zielen neer te dalen, die zich niet tevreden kunnen stellen met het dierlijk bestaan in onze wereld, doch die massaal al een zulk niveau van de ontwikkeling bereikten, dat zij zelf wensen zich het geestelijke tegemoet te gaan.
V��r ARI was zoiets �berhaupt niet, dat een ziel zich in haar dierlijke verlangens van onze wereld bevond en opeens zich geestelijk wenste te ontwikkelen, zowel een ziel van een kabbalist als die van een profane mens.
Vanaf de tijd van ARI en verder be�indigde de periode van de ontwikkeling van dierlijke zielen van profane mensen. Deze zielen beginnen tevens wensen te ontvangen om zich zelfstandig geestelijk te verheffen, en daarom hebben zij een methode nodig om in de geestelijke wereld uit te gaan. ARI is de eerste, en daarom is hij voor ons de belangrijkste kabbalist, welke een methode cre�erde voor het uitgaan in de geestelijke wereld voor elke mens. Daarom schreef hij in het voorwoord van zijn boek, dat iedereen vanaf die tijd, dat hij deze methode cre�erde, iedereen die wenst (de wens dat is een proef, een entreekaartje voor het ingaan in de geestelijke wereld) onafhankelijk van leeftijd, geslacht en nationaliteit, om zich met de Kabbala bezig te houden en middels deze wetenschap het doel van zijn ontstaan wil bereiken, dit kan gaan doen. Na ARI begon een fase van stormachtige ontwikkeling van de Kabbala. Honderden mensen, zielen, begonnen zich zelfstandig te verheffen, door te breken in de geestelijke wereld. Vanaf ARI en verder begint de laatste fase in de ontwikkeling van de mensheid, wanneer alle zielen gedurende eeuwen het geestelijke opstijgen dienen door te lopen en hun volledige bloei te bereiken, dus het volle uitgaan in de geestelijke wereld, waarbij zij tegelijkertijd in het fysieke lichaam blijven bestaan.
De bloei van de Kabbala duurde tot de jaren twintig van de 20e eeuw. Vele zielen die niet over de methode van ARI beschikten, konden in de geestelijke wereld niet opstijgen. In Oost Europa verschenen vele kabbalisten, vertegenwoordigers van alle aftakkingen van het Jodendom, dus de eerste admoriem. Er was een grote hoeveelheid van kabbalistische en niet kabbalistische groepen, en ARI zelf had een groep leerlingen. Doch alleen aan Cha�m Vital liet hij na om zijn werk voort te zetten en zich ermee bezig te houden. Cha�m Vital was jong, toen hij bij ARI begon te leren, hij leerde bij hem slechts anderhalf jaar, doch de erfenis die ARI hem naliet, werd ondergebracht in enkele hutkoffers, waaronder aantekeningen van ARI, en aantekeningen van die Cha�m Vital maakte. Een deel van deze aantekeningen werd in het graf samen met ARI begraven, een deel werd opgesloten in de hutkoffer, welke bij zijn verwanten bewaard werd, en een deel nam Cha�m Vital mee en begon dit te bewerken. Hieruit begonnen geleidelijk boeken uit te komen. Na hem werd dit werk door Sjmoe�l (Samuel) Vital voortgezet; de kleinzoon allemaal gaven zij de boeken van ARI uit tot aan het moment, toen men in de derde generatie het graf opgroeven en de aantekeningen van ARI eruit haalden. Daaruit begon men het boek Acht poorten samen te stellen, de belangrijkste boeken van ARI.
Wij zien, dat niemand van de volgelingen van ARI gedurende generaties over zijn volledige werken beschikte en daarom zelfs Cha�m Vital, hoewel hij het maximale deed om voor ons de aantekeningen, de verworvenheden van ARI, te bewaren, toch niet over alle omvang van de informatie beschikte, om daaruit een eenduidige, algemene methode voor elke neerdalende ziel te vervaardigen. Deze methode kon de grote kabbalist van onze tijd vervaardigen, die praktisch onze tijdgenoot is.
Rabbi Jehoeda Ashlag
Onze generatie werd met het commentaar "Soelam" vereerd, dat iedereen in staat stelt de Kabbala te leren en zijn eigen correctie reeds vandaag te bereiken.
Deze methode kon de grote kabbalist van onze tijd vervaardigen, die praktisch onze tijdgenoot is - rabbi Jehoeda Ashlag.
Hij was eind 19e eeuw in Polen geboren, en in 1920 kwam hij in Jeruzalem. Terwijl hij zich in Jeruzalem bevond, en als rabbijn in ��n van de wijken van de stad werkte, begon hij zijn verhandeling te schrijven onder de naam Talmoed Esser haSfirot (afk. TE"S)- "De Leer over de tien sfirot". Het gehele heelal, met inbegrip van de geestelijke wereld en onze wereld, de zielen en de bewoners van de werelden, bestaan uit tien sfirot.
De Talmoed Eser haSfirot bestaat uit zes boekdelen, meer dan 2000 pagina's. Hij sluit in zich alles, wat gecre�erd werd door alle kabbalisten van alle tijden, alles wat Adam, Avraham, Mosje, rabbi Sjimon bar Jochaj en AR"I schreven. Middels dit zesdelige werk, door dit correct te bestuderen, onder de correcte leiding (er zijn bepaalde condities, bepaalde sleutels eraan, er is een bepaalde aanpak tot de stof, hoe men hem op correcte wijze openmaakt), openbaart de hoogste wereld zich aan de mens. De mens begint het heelal waar te nemen, hij begint in al zijn organen datgene waar te nemen, wat werkelijk buiten onze zintuigen bestaat die wij vanwege hun grofheid, hun beperktheid, niet waarnemen.
Baal haSoelam schrijft in het voorwoord van dit werk, dat dankzij het feit, dat hem van boven gegeven werd om 'De Leer over de tien sfirot' te schrijven, iedereen het hoogste punt van de ontwikkeling van de ziel, de mensheid kan bereiken, zich aan de hoogste kracht, op de Schepper kan gaan gelijken. Hij kan, terwijl hij zich nog in zijn lichaam bevindt, de meest hoge geestelijke toestanden bereiken, zodanige toestanden, dat zijn lichaam geen struikelblok tussen zijn ziel en zijn huidig bestaan is, dat er voor hem geen verschil zou zijn: leeft hij in dit lichaam of niet. Daardoor kan hij vrijuit overgaan van wereld tot wereld, bestaan in alle werelden tegelijkertijd, dus uitgaan in het buitentijdelijke, buitenruimtelijke, in de volmaaktheid. Dat kan, schrijft Baal haSoelam middels zijn methode, waarbij zijn methode absoluut voor allen geschikt is.
Behalve TE"S schreef Baal haSoelam commentaren op de werken van AR"I en commentaren op het boek Zohar, omdat zoals hij zelf schrijft, hij dient als de volgende neerdaling, de belichaming van dezelfde ziel die vanaf Adam trok via Avraham, Mosje, rabbi Sjimon, AR"I en rabbi Jehoeda Ashlag. Daarom kon hij alle werken doornemen, bewerken, uiteenzetten en ons aanbieden in een zulke vorm, waarin zij juist voor ons, zijn tijdgenoten geschikt zijn. Merkwaardig is dat ondanks het feit, dat Baal haSoelam in onze tijd leefde, gebeurde met zijn manuscripten precies hetzelfde wat gebeurde met het boek Zohar, met de boeken van AR"I. Een deel van zijn boeken werd verborgen in kelders, een deel werd verzameld, een deel werd verbrand, en allemaal kwamen zij in onze tijd boven water.