Moord of complot, Theo van Gogh

Uit FOK!wiki
(Doorverwezen vanaf 6/05)
Ga naar: navigatie, zoeken


Truth xfactor.jpg

"Men occasionally stumble over the truth, but most of them pick themselves up and hurry off as if nothing had happened."

Winston Churchill


Waarom een complot?

Macht

Motief

Middelen

Maatregelen

Aan de orde is het debat over de moord op de heer Th. van Gogh(29854). De voorzitter: Ik geef het woord aan de heer Wilders, die mede namens de heren Verhagen en Van Aartsen dit debat heeft aangevraagd.

De heer Wilders (Groep Wilders): Voorzitter. Ik ben aangeslagen en ik ben woest. Ik ben woest, omdat Theo van Gogh op een barbaarse wijze door een moslimterrorist, met ook nog fascistische idee�n, is vermoord. Ik ben aangeslagen, omdat mijn dierbare vriendin en collega Ayaan Hirsi Ali al zo'n twee jaar lang op de meest walgelijke wijze wordt bedreigd vanwege haar uitspraken en denkbeelden en tot op de dag van vandaag geen normaal leven meer kan leiden. Ik ben woest, omdat er in vele wijken in ons land, zoals in de Diamantbuurt in Amsterdam, mensen worden geterroriseerd door niet zelden Marokkaanse jongeren. Deze mensen moeten daardoor zelfs hun huizen verlaten. Maar ik ben ook woedend, omdat al jaren in een aantal moskee�n door een aantal imams in Nederland dingen worden gedaan die het daglicht niet kunnen verdragen en het kabinet, ondanks jarenlang aandringen met tientallen Kamervragen en moties mijnerzijds, daar niets, maar dan ook helemaal niets aan heeft gedaan. En ook ben ik woest, omdat het kabinet alsof er niets aan de hand is, gewoon verdragen wil sluiten met landen die openlijk terrorisme steunen, zoals Syri�. Voorzitter. Ik ben woest, omdat wij weten dat er in Nederland honderd tot tweehonderd mensen zijn die door de AIVDin de gaten worden gehouden, omdat zij bereid zijn geweld te gebruiken voor de islamitische jihad en omdat deze mensen nu nog gewoon vrij op straat rondlopen. Ik ben ook boos, omdat er in dit land eerst afschuwelijke dingen blijken te moeten gebeuren om de bij dit kabinet en helaas ook bij een meerderheid van deze Kamer dominante laffe cultuur van politieke correctheid en grenzeloze na�viteit over de uitwassen van de islam opzij te zetten. Ik ben zeker ook woest op al die idioten die denken dat zij nu aanslagen kunnen plegen tegen islamitische instellingen als scholen en moskee�n. Ook deze criminelen verdienen de hardst mogelijke aanpak. In Nederland zijn wij te lang te tolerant geweest voor mensen die onze democratie het liefst om zeep willen helpen, zoals mensen die de radicale islam aanhangen en daarvoor graag willen sterven. Mensen die ons de facto de oorlog hebben verklaard. Mensen die ons eerder lieten weten dat zij houden van de dood en wij van het leven. Mensen die met hun godsdienstige waanidee�n het liefst zo veel mogelijk dood en verderf zaaien. Door de politieke onwil om tegen excessen van de islam op te treden is het kabinet er ook indirect medeverantwoordelijk voor dat er vroeg of laat spanningen tussen bevolkingsgroepen ontstaan. Het voeren van een gericht en stevig beleid, waardoor bijvoorbeeld de goede imams van de slechte worden onderscheiden en de goede moskee�n van de foute worden onderscheiden, komt meer ten goede aan de in meerderheid gematigde moslims van ons land dan holle frasen als: wij moeten de boel bij elkaar houden en wij moeten elkaar vasthouden. De brief van het kabinet is op het punt van de te nemen maatregelen onder de maat. Het gaat er nu om om daadkracht te tonen, duidelijk te maken wat wij wel en wat wij niet accepteren in dit land. Vandaar dat ik een aantal aanvullende voorstellen zou willen doen. Ik vind ten eerste dat de honderd tot tweehonderd mensen die de AIVDin de gaten houdt omdat zij hebben gekozen voor de radicale terroristische islam en dus bereid zijn geweld te gebruiken, meteen, het liefst morgen, moeten worden opgepakt en bij voorkeur overmorgen het land uit moeten worden gezet, ook als zij nog geen strafbare feiten hebben gepleegd. Wij staan nu voor een keuze: of wij wachten tot het te laat is, of wij ondernemen nu actie; wij pakken deze mensen preventief op en voorkomen daarmee een hoop ellende. Het fysiek volgen van al deze mensen is gelet op de capaciteit van de AIVDimmers schier onmogelijk. Als de huidige wetgeving geen mogelijkheden biedt om deze mensen, die wellicht nog niet allemaal al een strafbaar feit hebben begaan, op te pakken, dan moet het kabinet maar met tijdelijke noodwetgeving komen om de wet dusdanig aan te passen dat het wel kan. In het uiterste geval kan natuurlijk ook nog altijd gebruik worden gemaakt van artikel 103 van de Grondwet, waarin is bepaald dat vrijheidsontneming in uitzonderingstoestanden ook buiten de rechterlijke macht om kan worden opgelegd. Dat is evenwel een zwaar middel. Het is een schande dat wij weten dat er potenti�le terroristen in ons land rondlopen en dat wij hen gewoon laten rondlopen. Deze mensen willen onze democratische rechtsstaat vernietigen en verdienen de daaraan verbonden rechten dan ook niet langer ongeclausuleerd. Voorzitter Tweede Kamer Moord op de heer Th. van Gogh 11 november 2004 TK 22 22-1278

Bron www.tweedekamer.nl / parlando


WILDERS

Ik stel ook voor om alle radicale moskee�n te sluiten en te ontbinden. De radicale imams moeten het land uit worden gezet. Als zij een dubbele nationaliteit hebben, dan dienen zij te worden gedenaturaliseerd. Ik pleit daarvoor juist in dit huis al jaren. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft zo'n anderhalf jaar geleden laten weten dat er van de vijfhonderd moskee�n in dit land zo'n vijftien tot twintig radicaal zijn. Met het sluiten van die moskee�n, zoals de Al-Tawheed, de Ar-Rahmaan in Amsterdam en de Al-Foerqaan in Eindhoven, bewijzen wij de meerderheid van de moskee�n in Nederland, waar niets mis is en waar mensen op een nette en normale manier hun godsdienst belijden, een goede dienst. Het kabinet zegt in zijn brief niets concreets over wat het wanneer ten aanzien van welke moskee gaat doen. Ik zie al die radicale moskee�n in Nederland het liefst morgen gesloten. Ook wil ik een wettelijk verbod op de buitenlandse financiering van moskee�n en islamitische scholen in Nederland, uit landen waar extremisme hoogtij viert, zoals het wahabitische Saoedi-Arabi�. Volgens islamkenners, zoals professor Hans Jansen, maar ook vele anderen internationaal, is ook in Nederland zo'n 10% van de islamitische bevolking ontvankelijk voor radicaal-islamitische denkbeelden. Als hij het bij het rechte eind heeft, dan zou het in Nederland om zo'n honderdduizend mensen gaan. Ook deze mensen zullen onverkort moeten kiezen voor de Nederlandse democratische samenleving en de hier geldende wetten. Kiest men voor de radicale islam, dan is ook voor hen geen plaats in Nederland. Het integratiebeleid moet dus ook minder vrijblijvend worden en de sancties moeten steviger worden. Bij ernstige geweldsmisdrijven dient men de verblijfsvergunning of de dubbele Nederlandse nationaliteit te verliezen en het land te verlaten. In dat verband zal, ook gelet op de grote problemen die wij in ons land wel kennen als het gaat om integratie van allochtonen, ook de immigratie van niet-westerse allochtonen aanzienlijk verder moeten worden beperkt. Bij de algemene politieke beschouwingen heb ik daartoe al voorstellen gedaan die de Kamer helaas heeft verworpen. Er moet ook meer geld komen voor de capaciteit van de politie en de AIVD. Gelukkig wil het kabinet nu ook meer investeren in de AIVD. Er is echter ook meer geld nodig voor agenten. Er is ook meer geld nodig om het straatterrorisme in alle Diamantbuurten in Nederland tegen te gaan. Bij de financi�le beschouwingen heb ik een amendement ingediend om 500 mln euro structureel meer te besteden aan extra capaciteit voor politie en AIVD. Ik hoop dat het kabinet er nu positief op zal reageren. Politiek is ook verantwoording afleggen. Ik vind dat het kabinet, ook nadat ik zijn brief van gisteravond heb gelezen, niet overtuigend heeft kunnen uitleggen waarom Mohammed B. niet tot de groep van honderd tot tweehonderd radicale moslims behoorde die relevant werden geacht in verband met islamitisch terrorisme. Bij Mohammed B. thuis werden samenkomsten van radicale moslims gehouden. Hij bood onderdak aan de leider van de Hofstadgroep. Hij bood onderdak aan de moslimextremist E. Zijn auto werd gebruikt. Er waren signalen dat de man snel radicaliseerde en steeds fundamentalistischer werd. Ook had hij banden met de ons allen bekende Samir A., zo blijkt uit het feitenrelaas. Hij zou zich in de periferie van Samir A. bevinden. Al met al kan ik niet anders dan concluderen dat de AIVD wat mij betreft hierbij een grote fout heeft gemaakt. Die is hem zwaar aan te rekenen. Ik wacht de reactie van de voor de AIVDverantwoordelijke minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met spanning af, maar wat mij betreft ziet het er voor hem niet goed uit. � De heer Verhagen (CDA): Voorzitter. De moord op Theo van Gogh en de openlijke bedreigingen aan het adres van collega-parlementari�rs druisen in tegen alles waar ons land voor staat, zoals vrijheid van meningsuiting, tolerantie en verdraagzaamheid. De noodzaak om het extremisme aan te pakken, is niet alleen gebleken door de brute moord op Van Gogh en doodsbedreigingen aan anderen, maar ook uit de gebeurtenissen sindsdien tot en met de arrestatie van een aantal vermoedelijke terroristen, gisteren in Den Haag. Wij zullen ons teweer moeten stellen tegen radicalisme en terrorisme. Wij staan niet toe dat iemand wordt vermoord om wat hij denkt of zegt, maar dat zullen wij samen moeten doen. Wij zijn daarom blij dat moslimorganisaties in Nederland afstand hebben genomen van de moord. Wij mogen niet toestaan dat een kleine groep extremisten het samenleven bedreigt van alle mensen van goede wil. Wij moeten samen staan voor een aanpak van deze radicalisering, maar dat vraagt ook om een zelfreinigend vermogen. Moskee�n, geestelijk leiders, scholen en leraren mogen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid voor het tegengaan van radicalisme. Het is tegelijkertijd onacceptabel dat islamitische scholen, moskee�n en kerken in brand worden gestoken. Ook deze spiraal van geweld druist in tegen alle waarden waar ons land voor staat. Haat en woede alleen wakkeren radicalisme en intolerantie alleen maar aan. Het is dan ook zaak dat iedereen bij zichzelf te rade gaat en zijn kalmte en zelfbeheersing bewaart, want haat en angst mogen in ons land nooit de overhand krijgen. Het is van het allergrootste belang dat wij in Nederland met elkaar samenleven en niet tegenover elkaar komen te staan. Ons streven is verbondenheid in Nederland en verbondenheid in de Nederlandse waarden en normen. Ik ben blij dat het kabinet die boodschap in zijn brief zeer helder uitdraagt. De brief valt uiteen in twee delen: de reconstructie en de maatregelen voor de toekomst. Met betrekking tot de reconstructie blijkt dat een veel grotere groep dan wij eerder dachten, in de ban is van radicalisme en potentieel bereid en in staat is om aanslagen te plegen. Dat is schokkend en bedreigend. Er werd een flu�de groep van 150 personen in de gaten gehouden, maar als de groepen eromheen ook in de ban zijn van het radicalisme, dan betekent dit dat het gevaar groter is. Nederland is dan ook kwetsbaarder dan wij dachten. Op dit probleem zal het antwoord zich ook moeten focussen. Hoe beschermen wij de samenleving tegen deze groep? Daarom moet ook worden gekeken naar de mogelijkheden van de AIVDen de opsporingsmethoden en - bevoegdheden van justitie om potenti�le terroristen op te sporen. Daarvoor is het ook van belang om lessen te trekken uit die reconstructie. De reconstructie zoals het kabinet aangeeft, is verhelderend. Voor zover Wilders Tweede Kamer Moord op de heer Th. van Gogh 11 november 2004 TK 22 22-1279


VERHAGEN

dat gelet op de aard van de informatie mogelijk is, wordt duidelijkheid geschapen over de wijze van inlichtingenvergaring en informatie-uitwisseling tussen diverse diensten, maar ook tussen de diverse overheden. De regering stelt dat ook achteraf niet in redelijkheid kan worden gezegd dat er tot een andere afweging had moeten worden gekomen ten aanzien van het gevaar dat uitging van Mohammed B. Om die beoordeling te kunnen wegen, is voor mijn fractie ��n vraag van belang. Dat is een vraag over het geconstateerde lek bij de AIVD. Heeft dit lek invloed gehad op de werkwijze van Mohammed B. waardoor hij buiten beeld kon blijven? Deze vraag is te meer belangrijk daar uit de brief van hedenochtend blijkt dat lopende onderzoeken van de AIVDschade hebben opgelopen door het lek. Ik denk dat het voor de toekomst van belang is om te bekijken of het benoemen van een actieve groep of een kern waarde heeft als vlak daaromheen een grotere groep is die in de toekomst actief is. Uit de reconstructie kunnen wij zien dat Mohammed B., ondanks het feit dat hij niet tot de kerngroep behoorde, daadwerkelijk in de gaten is gehouden, is gesignaleerd en dat er maatregelen getroffen zijn. De vraag is dus of het benoemen van een groep waarde heeft als er een veel grotere groep is waar je je activiteiten ook op richt. Gelet op de ernst van de situatie, is zwartepieten het laatste wat mijn fractie wil doen. Waar nodig moeten wij hier wel lering uit trekken voor de toekomst. Ook moeten wij de inlichtingendienst de mogelijkheid bieden om het werk dat wij van hen vragen, werkelijk te doen. Er is in het kader van de reconstructie veel te doen geweest om de beveiliging van Theo van Gogh. Vastgesteld moet worden dat de manier waarop met de beveiliging is omgegaan, niet afwijkt van wat hierover is afgesproken in het verleden, ook in de Kamer. Dat laat onverlet dat de vraag rijst waarom politie Amsterdam-Amstelland niets heeft gedaan met de aangifte van bedreigingen die dagblad Metro op 21 april jongstleden heeft gedaan en waarom dit korps geen aanleiding zag tot reactie op de meldingen van bedreiging die de nationale recherche op 31 augustus jongstleden heeft gedaan. Dat neemt niet weg dat ook onze fractie op basis van het relaas de conclusies van het kabinet deelt. De vraag waarom het korps Amsterdam-Amstelland niets heeft gedaan met de meldingen van 21 april en 31 augustus moet worden beantwoord. Het kabinet zegt dat wij op zichzelf de toepassing van het stelsel van bewaken en beveiligen steeds moeten overdenken. Is er aanleiding om anders om te gaan met meldingen die op diverse plaatsen bij korpsen over bedreigingen binnenkomen? Moeten die niet centraal worden geregistreerd, zodat ieder korps in principe een overzicht heeft van het totale aantal bedreigingen? De situatie die sinds de moord op Theo van Gogh is ontstaan, vergt een krachtdadige aanpak. Er moet doorgepakt worden bij het oppakken van potenti�le terroristen. Veiligheid gaat echt boven privacy. Dat hebben wij in het verleden al eens gesteld. Wij zien ook dat er draagvlak voor bestaat onder de bevolking. Wie niets te verbergen heeft, heeft namelijk niets te vrezen. Na de aanslagen in Madrid hebben wij het kabinet gevraagd om op dit punt doortastend op te treden. Uit de voorstellen die het kabinet in september jongstleden heeft gedaan, blijkt dat het een antwoord geeft op de dreiging. Ik constateer overigens dat er destijds veel kritiek op kwam, onder andere van het College bescherming persoonsgegevens. Dat college constateerde dat de noodzaak van de uitbreiding van bevoegdheden niet is aangetoond. Ik denk echter dat de moord op Van Gogh heeft laten zien dat die noodzaak wel degelijk bestaat. Politie en justitie hebben dankzij de in september gedane voorstellen veel meer bevoegdheden om de activiteiten van terroristen te verstoren voordat er een aanslag wordt gepleegd. Zo wordt de mogelijkheid tot preventief fouilleren uitgebreid en kunnen potenti�le terroristen veel sneller worden vastgehouden. Dat laatste is van groot belang. Deze voorstellen moeten zo snel mogelijk van kracht worden. Om een aanslag te voorkomen, kun je beter tijdelijk tien onschuldigen in een cel hebben dan ��n terrorist met een bom op straat. Een paar weken geleden was dit huis nog te klein toen een inval werd gedaan bij een familie in Utrecht. Ook was er vanuit de advocatuur veel commentaar op het OM toen dat in oktober 2003 vier verdachten van terrorisme had aangehouden. Nu blijkt dat die personen tot de groep rond Mohammed B. behoren. Bij serieuze aanwijzingen moet je dus optreden. Je kunt niet wachten tot je voor de volle 100% zeker bent dat er een terroristische cel aanwezig is. Het kabinet en de Kamer zijn er beide verantwoordelijk voor dat nu wordt laten zien dat radicalen niet vrij rond kunnen blijven lopen. Dat geldt voor moslimradicalen; dat geldt voor extreem rechtse radicalen. Wil je de acute dreiging het hoofd bieden, dan moet je laten zien dat allochtonen en autochtonen samen strijden tegen een gemeenschappelijke vijand, het extremisme. De woorden van de minister-president bij zijn bezoek aan de getroffen school in Uden dragen aan dat besef bij. Met waardering en instemming heb ik ook de open brief van de Nederlandse bisschoppen gelezen. Zij schrijven dat deze tijd van ons allen vraagt dat wij het volhouden om een samenleving te zijn waarin verschillen van opvattingen kunnen blijven bestaan. Met een harde aanpak van radicalisering moet je niet alleen aanslagen voorkomen, maar ook een onderscheid tussen wij, de nietmoslims en zij, de moslims. Nee, de tweedeling moet zijn: wij die de waarden van de democratie verdedigen tegen zij die geradicaliseerd zijn. Wij zien het nu al gebeuren dat er een verharding optreedt tegen moslims en vice versa. Als achter elke moslim een terrorist wordt gezien, zijn wij verkeerd met elkaar bezig. Als moskee�n, scholen en kerken in brand worden gestoken, is er iets grondig mis. Terecht wordt in de brief dan ook aandacht gevraagd voor het feit dat moslims moeten worden beschermd. Ik benadruk daarbij wel dat dit voor alle Nederlanders geldt. Iedereen verdient het te worden beschermd tegen elke vorm van intolerantie, want niet alleen moskee�n, maar ook kerken zijn het doelwit. De vrijheid van meningsuiting, waarover de discussie ook in de laatste week is gegaan, moet recht overeind blijven. Die vrijheid wordt alleen beperkt door de grenzen van de wet. Theo van Gogh ging heel ver met zijn mening, maar het stond eenieder vrij met hem in debat te gaan en desnoods een aanklacht Verhagen Tweede Kamer Moord op de heer Th. van Gogh 11 november 2004 TK 22 22-1280

Conclusies

Feiten

Omstandigheden

Scenario

A successful scenario must at least explain the contradictions and account for a majority of the anomalies.

It is of course desirable that it also account for the suspicious circumstances, but no scenario need stand or fall in this regard.